SPQR 11 ipv vertalen

Plusquamperfectum
plus=meer
quam=dan
perfectum=voltooid 
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Plusquamperfectum
plus=meer
quam=dan
perfectum=voltooid 

Slide 1 - Tekstslide

Bouwstenen plqpf
pf-stam + era + persoonsuitgang zoals "m s t mus tis nt"



VB: vocav - era - m

Slide 2 - Tekstslide

even herhalen
perfectum-stam:
a-stam = pr-stam + v
i-stam = pr-stam + v
e-stam = pr-stam, maar e wordt een u
MK-stam = onregelmatig

dus: vocav-, audiv-, terru-, dix-

Slide 3 - Tekstslide

Maak zelf de pf-stam
van vulnerare

Slide 4 - Woordweb

Maak zelf de pf-stam
van pendére

Slide 5 - Woordweb

Welke van deze vormen is plusquamperfectum?
A
Servat
B
Servavit
C
Servabit
D
Servaverat

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord is een plusquamperfectum?
A
clamat
B
clamaverat
C
audiebat
D
audivit

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord is een plusquamperfectum?
A
amabant
B
putas
C
erat
D
putaverat

Slide 8 - Quizvraag

welke vorm is plusquamperfectum?
A
audivistis
B
superat
C
vici
D
timuerant

Slide 9 - Quizvraag

Planning
Deze les: alinea 1 + 2 tekst 11
Huiswerk: 
1. afwerken vertaling tekst "Pugna" les 11
2. herhalen woordjes les 11, grammatica les 11 + 12

Slide 10 - Tekstslide

Tekst 11 - Pugna (boek p.47)
Per regel van de tekst wordt hier een vraag gesteld.

Slide 11 - Tekstslide

Intervallum in amphitheatro erat

............ pauze in het amphitheater
ipf van esse
eram
eras 
erat
eramus
eratis
erant (zie hulpboek p. 92)
A
ze hielden
B
het was
C
er is
D
ze nemen

Slide 12 - Quizvraag

arenam servi purgabant,
...... maakten het zand schoon

Slide 13 - Open vraag

nam sanguine hominum et bestiarum terra rubebat.
A
want het bloed van mensen en dieren maakte de aarde rood
B
want de aarde was bloedrood door de mensen en dieren
C
want de aarde was rood door het bloed van mensen en dieren
D
want de mensen en dieren hadden de aarde met hun bloed rood gemaakt

Slide 14 - Quizvraag

Inter spectatores tres amici sedebant
Tussen de toeschouwers .....

Slide 15 - Open vraag

Gaius et Quintus et Publius
Gaius en Quintus en Publius

Slide 16 - Tekstslide

nam Marcus domum ire festinaverat.

want Marcus .......... om naar huis te gaan.
A
had zich gehaast
B
heeft zich gehaast
C
moest zich haasten
D
haastte zich

Slide 17 - Quizvraag

quod eum spectacula terrebant.

.......... de voorstellingen hem bang maakten.

Slide 18 - Open vraag

Iam per horas ludos spectaverant.

Wat is het lijdend voorwerp?
A
iam
B
horas
C
ludos
D
"zij", zit in PV

Slide 19 - Quizvraag

Iam per horas ludos spectaverant.
Want ze hadden urenlang naar de spelen gekeken.

Bij welk woord is een betekenisfout gemaakt?
A
iam
B
horas
C
ludos
D
spectaverant

Slide 20 - Quizvraag

Tunc aliquid novi praeco nuntiavit.
.............. heeft de omroeper iets nieuws aangekondigd.

Slide 21 - Open vraag

Sleep de juiste vertalingen naar de Latijnse woorden in de zin. Je hebt natuurlijk niet alle woorden nodig.
Mox
Gaius
clamavit
Daarna
spoedig
stem
Gaius
dit
roept
heeft
geroepen

Slide 22 - Sleepvraag

"Ecce, miles intrat arenam!"

Wat ziet Gaius blijkbaar?
A
meerdere soldaten die weggaan
B
één soldaat die binnenkomt
C
soldaten die een gat graven in het zand
D
een soldaat die de arena bewaakt

Slide 23 - Quizvraag

"Cur miles in arena pugnat?"

Wat wil Gaius weten?
A
een reden
B
een aantal
C
een plaats
D
een manier

Slide 24 - Quizvraag

causam
sciebat
nam
verba
praeconis
Publius
audiverat
hij had 
de reden
Publius
van de omroeper
gehoord
want
de woorden
wist

Slide 25 - Sleepvraag

Pugna poena est: antea miles in rixa centurionem necavit.
Waarvoor wordt de soldaat gestraft?
A
hij is een deserteur
B
nergens voor, hij moet de straf uitvoeren
C
hij heeft niet naar zijn baas geluisterd
D
hij heeft zijn baas vermoord

Slide 26 - Quizvraag

Nunc pro vita pugnare debet.

Nu moet hij vechten .....
A
voor Rome
B
voor zijn leven
C
wegens zijn fout
D
tegen de man

Slide 27 - Quizvraag

Scribere
Je hebt nu versneld de vertaling van alinea 1 gemaakt. 

Schrijf zelf je vertaling uit.
timer
3:00

Slide 28 - Tekstslide

Hoe groot achten jullie de kans dat deze "miles" het gevecht overleeft?
0100

Slide 29 - Poll

Stabat miles in arenam,
sine scuto, sine galea:
hastam tantum gerebat.
1
5
3

Slide 30 - Sleepvraag

Intravit arenam contra eum Crispinus, gladiator clarus.
Welke ww-tijd is intravit?
A
praesens (pr.)
B
imperfectum (ipf.)
C
perfectum (pf.)
D
plusquamperfectum (plqpf.)

Slide 31 - Quizvraag

Hoe groot achten jullie nu de kans dat de "miles" het gevecht overleeft?
0100

Slide 32 - Poll

(Crispinus) adversarios iam centum superaverat.
Hij had ..... honderd vijanden overwonnen

Slide 33 - Open vraag

Hoe groot achten jullie nu de kans dat de "miles" het gevecht overleeft?
0100

Slide 34 - Poll

Crispinus statim militi appropinquavit.

In welke werkwoordstijd staat het werkwoord en waarom is dat logisch?
A
ipf, het duurt lang
B
ipf, het is achtergrond
C
pf, past het beste door het woord statim in de zin
D
pf, het is verleden tijd

Slide 35 - Quizvraag

Miles autem callidus erat

De soldaat was ........ slim.

Slide 36 - Open vraag

eum cito vitavit => wie wordt bedoeld met eum?

vitare = ontwijken
cito = snel
A
de soldaat
B
de gladiator Crispinus
C
het zwaard van de gladiator
D
de jongen Gaius die toekijkt

Slide 37 - Quizvraag

Erant in cavea amici militis.
.

Slide 38 - Tekstslide

(r. 17) Militem nomine vocabant:
A
Ze roepen de soldaat bij zijn naam
B
ze riepen de soldaat bij zijn naam
C
de soldaat roept de naam
D
de soldaat riep de naam

Slide 39 - Quizvraag

'Age, Septime, pugna!
"Kom op, Septimus, vecht!
Welke vorm is "Septime"
A
vocativus
B
imperativus
C
infinitivus
D
nominativus

Slide 40 - Quizvraag

Scilicet eum superare potes!'
A
Hij kan zeker overwinnen!
B
Zeker kan jij hem overwinnen!
C
Zeker kan hij overwinnen!
D
Jij kunt hem zeker overwinnen!'

Slide 41 - Quizvraag

Iterum gladiator militi appropinquavit.
A
Weer nadert de gladiator de soldaat.
B
Weer nadert de soldaat de gladiator.
C
weer naderde de gladiator de soldaat.
D
Weer naderde de soldaat de gladiator.

Slide 42 - Quizvraag

In welke naamval staat 'militi' uit de vorige zin (r. 19)?
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
ablativus

Slide 43 - Quizvraag

'Ecce,' Gaius clamavit, 'Miles fugit.
A
'Kijk,' roept Gaius, 'de soldaat vlucht.
B
'Kijk,' riep Gaius, 'De soldaat vlucht.
C
'Kijk,' roept Gaius, 'De soldaat is gevlucht.
D
Gaius kijkt en ziet de soldaat vluchten.

Slide 44 - Quizvraag

Pugnare recusat!"

Vertaal deze zin.

Slide 45 - Open vraag

Quintus et Publius negaverunt:

Geef een vrije vertaling => je mag andere woorden kiezen en woorden toevoegen om het logisch te maken

Slide 46 - Open vraag

"Immo, callidus est miles!

Integendeel, de soldaat .........!

Slide 47 - Open vraag

Ecce, consistit
Kies de vertaling die in de context het best past:
A
Kijk hem stilstaan
B
Kijk, hij is stil gaan staan
C
Kijk, hij komt tot stilstand
D
Kijk, hij staat

Slide 48 - Quizvraag

et hastam ad adversarium vertit.

Noteer een zelfbedachte aannemelijke reden waarom dat callidus is.

Slide 49 - Woordweb

Id Crispinus non exspectabat.

Waarnaar verwijst "id"?
A
de lans
B
de manouvre van de soldaat
C
de soldaat
D
de vrienden van de soldaat

Slide 50 - Quizvraag

Hoe groot achten jullie nu de kans dat de "miles" het gevecht overleeft?
0100

Slide 51 - Poll

vitare
temptavit
sed
frustra
Hastam
quidem
te ontwijken
de lans
Hij
zonder succes
wel
maar
probeerde

Slide 52 - Sleepvraag

Miles iam graviter eum vulneraverat.
De soldaat .... hem al ernstig .....
Welke tijd is vulneraverat?
A
praesens (pr)
B
imperfectum (ipf)
C
perfectum (pf)
D
plusquamperfectum (plqpf)

Slide 53 - Quizvraag

Scribere
Je hebt nu versneld de vertaling van alinea 2 gemaakt. 
Schrijf zelf je vertaling uit.
timer
3:00

Slide 54 - Tekstslide