Hoofdstuk 4 paragraaf 1 Leenheren en leenmannen

4: Monniken en Ridders
4.1: Leenheren en leenmannen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4: Monniken en Ridders
4.1: Leenheren en leenmannen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen voor deze les: 
- Het begin en einde van de periode de middeleeuwen noemen.
- Uitleggen waarom Karel de Grote werd gezien als opvolger van de Romeinse keizers.
- Uitleggen waarom de paus Karel in 800 na C. tot keizer kroonde.
- Het begin en einde van de tijd van monniken en ridders noemen.
- Uitleggen waarom het Karel de Grote niet meeviel om zijn rijk goed te besturen..
- Uitleggen hoe het leenstelsel werkte.

- Uitleggen waarom het rijk na Karels dood uiteen viel.
- Twee oorzaken noemen waarom het rijk na de dood van Karel de Grote steeds onveiliger werd
- Uitleggen hoe edelen zichzelf en de bevolking beschermden.
- Uitleggen wat ridders zijn.
- Uitleggen waarom de uitrusting van een ridder een fortuin kostte.
- Uitleggen hoe edelen privélegertjes kregen.

Slide 2 - Tekstslide

Leg uit wie de Franken waren.

Slide 3 - Open vraag

Het Frankische rijk
  • Franken: Germaans volk dat na de ondergang van het West-Romeinse rijk een koninkrijk hadden gesticht in België en Frankrijk.
  • Frankische koningen breiden het rijk steeds verder uit.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Leg uit wat feodalisme is.

Slide 6 - Open vraag

Te groot om alleen te besturen:
oorzaken:
- Slechte verbindingen, van de Romeinse wegen was weinig meer over.
- Steden uit de Romeinse tijd zo goed als verdwenen.
- Dreiging van aanvallers.

Slide 7 - Tekstslide

Oplossing: Het Feodalisme
  • leenheer: vorst of hoge edelman die een gebied laat besturen door een leenman.
  • leenman: (vazal) edelman die een gebied bestuurt in opdracht van een leenheer.
  • Feodalisme: bestuurssysteem waarbij een leenheer grond in leen geeft aan een leenman in ruil voor bepaalde diensten.

Slide 8 - Tekstslide

Noem 1 voordeel van het feodalisme voor de leenheer.

Slide 9 - Open vraag

Noem 1 voordeel van het feodalisme voor de leenman.

Slide 10 - Open vraag

Het feodalisme

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat is een leenheer?

Slide 13 - Open vraag

Wat is een leenman?

Slide 14 - Open vraag

Wat moest een leenman doen voor de leenheer?

Slide 15 - Open vraag

Wat kreeg de leenman daarvoor terug?

Slide 16 - Open vraag

Hoe noemen we dit systeem?

Slide 17 - Open vraag

Leg uit waarom het Feodalisme de macht van de leenheer verminderde.

Slide 18 - Open vraag

Na de dood van Karel de Grote:
  • één zoon, Lodewijk de Vrome.
  • kleinzonen delen het rijk op in 3 delen.
  • leenmannen gaan hun gebied steeds meer als hun eigendom zien.
  • macht gaat over van vader op zoon (erfelijk) , geen eed van trouw meer.

Slide 19 - Tekstslide

Welke dreiging ontstond er in het Frankisch rijk.

Slide 20 - Open vraag

Vikingen
  • plundertochten
  • aanvallen van kerken en stadjes.
  • slappe koningen kunnen niet doen om dit te stoppen.

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

Hoe reageerde leenmannen op deze dreiging?

Slide 23 - Open vraag

Ridders:
  • zorgen voor orde en veiligheid
  • later konden alleen edelen ridder worden.
  • roofridders.

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk: Maken 4.1. 
  •  Maken paragraaf 4.1. 
  • Leren leerdoelen 4.1. 

Slide 25 - Tekstslide