Leven met tijd

PAV: leven met tijd
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
PAVSecundair onderwijs

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

PAV: leven met tijd

Slide 1 - Tekstslide

Waaraan denk je bij het horen
van het woord 'tijd'?

Slide 2 - Woordweb

We delen de tijd in 3 delen. Hoe noemen we de 'tijd' die al gebeurd is?
A
De gepasseerd
B
Het verleden
C
De toekomst
D
Het heden

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noemen we de 'tijd' die nog moet komen?
A
Het heden
B
De future
C
De toekomst
D
Het tijdstip

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noemen we dan de derde soort 'tijd'?

Slide 5 - Open vraag

Neem je cursus van PAV op pagina 71 en maak de oefening.

Slide 6 - Tekstslide

Op een specifiek moment, een afgesproken tijd, een bepaald moment...
Een periode in de tijd, een langer moment, hoe lang iets duurt...
TIJDSTIP
TIJDSDUUR

Slide 7 - Sleepvraag

Tijdstip of tijdsduur?
Jana heeft morgen om 17u30 een afspraak bij de dokter.

Slide 8 - Open vraag

Tijdstip of tijdsduur?
Toon heeft het voorbije weekend drie uur gechat.

Slide 9 - Open vraag

Tijdstip of tijdsduur?
Noor moet om 14 uur naar de zwemtraining.

Slide 10 - Open vraag

Tijdstip of tijdsduur?
Samir legde de 100 meter sprint af in 15 seconden en 7 honderdsten.

Slide 11 - Open vraag

Tijdstip of tijdsduur?
De bus van Marthe vertrekt om 16.00 uur.

Slide 12 - Open vraag

Tijdstip of tijdsduur?
Ditte liep de marathon in 2 uur 48 minuten en 23 seconden!

Slide 13 - Open vraag

Les 2: even herhalen...

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit: TIJDSDUUR

Slide 15 - Open vraag

Leg uit: TIJDSTIP

Slide 16 - Open vraag

Vul de zin aan zodat de zin over een
tijdstip gaat: Merel heeft gisteren...

Slide 17 - Woordweb

Vul de zin aan zodat de zin over tijdsduur gaat: De ferryboot uit Oostende...

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Link

Dit toestel meet de tijd nauwkeurig vanaf het uurwerk wordt gestart.
A
Zonnewijzer
B
Astronomisch uurwerk
C
Stopwatch
D
Wateruurwerk

Slide 20 - Quizvraag

Het kruikje is gevuld met vloeibare brandstof. Het oliepeil geeft de verstreken tijd aan.
A
Olielamp
B
Slingeruurwerk
C
Atoomklok
D
Zandloper

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een atoomklok?
A
Meet de tijd nauwkeurig met behulp van atomen.
B
Het waterpeil geeft de verstreken tijd aan.
C
Hiermee wordt het zonne-uur afgelezen.

Slide 22 - Quizvraag

Wat zie je op de foto?
A
Stopwatch
B
Atoomklok
C
Olielamp
D
Slingeruurwerk

Slide 23 - Quizvraag

Wat zie je op de foto?
A
Horloge
B
Zandloper
C
Olielamp
D
Stopwatch

Slide 24 - Quizvraag

Dagen, maanden en jaren.

Slide 25 - Tekstslide

dag van de maan
Germaanse god Thingsus
Germaanse god Wodan
Germaanse god Dohar
Germaanse godin Frigg
planeet Saturnus
dag van de zon
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag

Slide 26 - Sleepvraag

Neem je cursus van PAV op pagina 77-78 en maak de oefeningen.

Slide 27 - Tekstslide

6

Slide 28 - Video

00:19
Een eeuw is ...
A
1000 jaar
B
10 jaar
C
100 jaar
D
1 jaar

Slide 29 - Quizvraag

01:11
Het volgende hondertal / vol jaar is...
A
60
B
70
C
600
D
700

Slide 30 - Quizvraag

01:20
Het volgende hondertal / vol jaar is...
A
1700
B
170
C
1800
D
180

Slide 31 - Quizvraag

01:24
Bij welke eeuw hoort 1789 dan?

Slide 32 - Open vraag

01:32
Bij welke eeuw hoort 1444?

Slide 33 - Open vraag

02:43
Juist of fout?
JUIST
FOUT

Slide 34 - Poll

Neem je cursus van PAV op pagina 79-80 en maak de oefeningen.

Slide 35 - Tekstslide