week 37 - introductie jaar 2

• nederlands LessonUp
• MBO
• Studiejaar 2

WELKOM BIJ NEDERLANDS

Introductie studenten en docent

Programma jaar 2

Twee vragen

Werkwoordspelling

PROGRAMMA JAAR 2 

Voorbereiding op de examens:

1.        Schrijven                                           → december          ►vereiste: Schrijfdossier

2 + 3. Lezen en Luisteren                         → januari, februari

4 + 5. Spreken en Gesprekken voeren → maart, april

Je hebt Nederlands tot medio maart. 

VANDAAG

Licentie koppelen in Taalblokken: 23-24WKvr2-n4

Opdracht: twee vragen op de volgende slides beantwoorden. 

Werkwoordspelling

1. Wat heb jij aan competentie/vaardigheid, waarvan je denkt dat iedereen dat kan?

2. Wat weet jij, waarvan je vindt dat iedereen het moet weten?

WERKWOORDSPELLING

- Hoe herken je een werkwoord?

- Hoe herken je de tijd van een zin?

(kijk naar de voorbeeldzin)

- Hoe weet je welk woord een persoonsvorm is? 

- Hoe weet je het onderwerp? 

Voorbeeldzin: Hij moet morgen veel werken.

Wat is belangrijk: 

Kan je de zin in de verleden tijd zetten? 

Zo ja, dan staat het in de tegenwoordige tijd. 

Wat is het onderwerp? Staat dat in het enkelvoud of in het meervoud? 

Voorbeeldzin:

Jij gaat naar jouw werk. 

Pas het werkwoord aan op de tijd van de zin en het onderwerp. 

Zet de voorbeeldzin in de verleden tijd. (Jij gaat naar jouw werk.)

Wat wordt het dan? 

EINDE VAN DE LES

Volgende week gaan we beginnen met de opdrachten en theorie uit Taalblokken. 

Tot volgende week!