Verdieping gehandicapten les 4

Doelgroepen
Leerjaar 2 verdieping
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
doelgroepenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Doelgroepen
Leerjaar 2 verdieping

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zit je erbij?
Ik heb er zin in
Ik ben moe
Ik zit niet maar ik lig
Ik ben benieuwd naar de les
Ik heb veel aan mijn hoofd

Slide 2 - Poll

TOETS!
Wat ga je leren: de lesson up lessen

OFA, maandag 31 mei 
0FB, maandag 31 mei tijdens de les


Slide 3 - Tekstslide

Nog even alles op een rijtje
Les 1           LVB
Les 2          ODD/CD
Les 3          ASS, ADHD/ADD
Les 4          Hechtingsstoornis (vandaag)

Slide 4 - Tekstslide

Planning
Theorie 
Filmpje kijken
Vragen beantwoorden
Afsluiten

Slide 5 - Tekstslide

Hechtingsstoornis

Slide 6 - Woordweb

Wat is jouw doel voor deze les?

Slide 7 - Woordweb

Veilige hechting
  • Een kind/jongere die veilig gehecht is heeft tijdens de kinderjaren ervaren dat tenminste één van zijn verzorgers er onvoorwaardelijk voor hem/haar is. 

  • Een goede gehechtheid tussen ouders en kinderen vormt de basis voor een kind om te groeien in zijn ontwikkeling.

Slide 8 - Tekstslide

Voorwaarden voor veilige hechting
  1. Sensitief reageren: ouder staat open voor signalen van het kind, begrijpt de signalen en reageert snel en adequaat. 
  2. Continuïteit: er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig. 
  3. Mentaliseren: ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook. 

Slide 9 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van wat een ouder moet doen om een veilige hechting te stimuleren.

Slide 10 - Open vraag

Hechtingsproblematiek
Volgens Mary Ainsworth 4 patronen van hechting:
  1. Veilig gehecht: goede balans exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. 
  2. Onveilig-vermijdend gehecht: negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich "zelfstandig". 
  3. Onveilig-afwerend gehecht: weinig geneigd zelfstandig activiteiten uit te voeren, afwezigheid opvoeder leidt tot angst, terugkeer voor boosheid en verontwaardiging. 
  4. Gedesorganiseerd gehecht: zoeken enigszins toenadering, tegelijkertijd levert dat stress en angst op. 

Slide 11 - Tekstslide

Hechtingsproblematiek vs. hechtingsstoornis
  • Kind/jongere die niet goed gehecht is heeft niet meteen een hechtingsstoornis. 
  • 25 - 30 % van de Nederlandse bevolking is niet volledig veilig gehecht, 1 % van de Nederlandse bevolking heeft een hechtingsstoornis. 

Slide 12 - Tekstslide

Risicofactoren kind
- Het kind is lichamelijk niet helemaal in orde, het mist bijvoorbeeld een vinger.
- Het kind is ongewenst.
- Het kind is te vroeg geboren.
- Het kind heeft een verstandelijke (geestelijke) of lichamelijke handicap.
- Het kind heeft een moeilijk temperament, hij is bijvoorbeeld snel boos of huilerig.

Slide 13 - Tekstslide

Risicofactoren bij ouders
- Als de ouders zelf onveilig zijn gehecht kunnen ze dit overdragen op hun eigen kind door hun manier van benaderen.
- De ouders mishandelen of verwaarlozen het kind.
- Als de ouders psychische problemen hebben, zoals verslaving of depressie.
- Als de ouders met onverwerkt verdriet zitten.

Slide 14 - Tekstslide

Beschermende factoren tijdens het hechtingsproces

Slide 15 - Tekstslide

Bedenk voor jezelf welke risicofactoren en beschermende factoren aanwezig waren in jouw jeugd.
(deel alleen wat je wilt delen)

Slide 16 - Open vraag

Begeleiding van kinderen/jongeren met hechtingsstoornis
Het bieden van veiligheid staat centraal.

Kinderen/jongeren missen hun vertrouwen in zichzelf en de wereld.

Slide 17 - Tekstslide

Zoek op hoe creëren wij dan veiligheid voor de cliënt?

Slide 18 - Open vraag

Waar kun je aan denken?
  • Vertrouwen opbouwen
  • Grenzen stellen
  • Ben jezelf, doe niet "nep"
  • Voorspelbaarheid
  • Structuur
  • Voorbeeldfunctie
  • Sensitief en responsief reageren
  • Inspelen op behoeften van het kind/jongere

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wat is je eerste reactie na het zien van het filmpje?

Slide 21 - Woordweb

Welke risicofactoren komen overeen met Mina?

Slide 22 - Open vraag

Wat zou je anders doen dan Mina haar begeleider als jij een gesprek met haar gaat voeren en op welke manier hou je rekening met haar hechtingstoornis?

Onderbouw je antwoord met de theorie

Slide 23 - Open vraag

Wat neem je nu mee in de begeleiding van kinderen/jongeren met een hechtingsstoornis.

Slide 24 - Open vraag

Heb je nog vragen?
Ja over de les
Nee
Ja over de toets
Nee maar ik wil wel een compliment geven aan een klasgenoot

Slide 25 - Poll

Welk cijfer ga je halen voor de toets?
010

Slide 26 - Poll

Slide 27 - Tekstslide