Les 6

Les 6: ruimtegebruik
Doel van de les: je ervaart hoe je het gebruik van ruimte en vertrouwen in kan zetten bij de omgang met zorgvragers

  • Terugkoppeling vorige les
  • Aanwezigheid
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 6: ruimtegebruik
Doel van de les: je ervaart hoe je het gebruik van ruimte en vertrouwen in kan zetten bij de omgang met zorgvragers

  • Terugkoppeling vorige les
  • Aanwezigheid

Slide 1 - Tekstslide

Warming-up
Schoenenspel

Slide 2 - Tekstslide

Oefening 1: wat is om mij heen?

De helft van de groep is op de vloer. Zij lopen kort door de ruimte. Hierna moeten zij hun ogen dicht doen. De docent stelt dan een aantal vragen over de ruimte en personen binnen de ruimte, bijv; wat voor kleur heeft de vloer, hoeveel ramen zijn er, wie staat er achter je, etc. Dan wisselt de groep en volgt de andere helft deze oefening.

Slide 3 - Tekstslide

Oefening 2: wie zijn om mij heen?


Iemand gaat met zijn ogen dicht in het midden van de ruimte staan, met zijn/haar ogen dicht. De docent geeft een aantal leerlingen opdracht om hem heen te gaan staan. Degene met gesloten ogen moet raden hoeveel klasgenoten om hem heen staan. Doel is om te laten zien dat het heel bedreigend is als je geen controle hebt over je omgeving.

Slide 4 - Tekstslide

A versus B
Twee spelers komen op de vloer. Zij krijgen de volgende tekst:

A: Wil je er over praten?
B: Jij?
A: Misschien

A en B mogen deze zinnen verschillende malen herhalen, maar steeds in een andere positie opzichte van elkaar. Bijv. B met de rug gericht naar A, heel dicht bij elkaar naar elkaar toe gericht, naast elkaar, etc. De tekst moet hetzelfde blijven. Maar wat doet het ruimtegebruik met de personen? Welke relaties lijken te ontstaan?

Slide 5 - Tekstslide

Ruimtegebruik
Elke persoon heeft een persoonlijke ruimte. Dat is de ruimte waarin je anderen liever niet wilt toelaten, omdat ze dan te dichtbij komen. Het kan zijn dat bij sommigen mensen je ruimte groter is, omdat je hen niet mag of niet kent. Daarentegen kan het zijn dat je bijna geen persoonlijke ruimte hebt bij mensen waar je van houdt, die dus letterlijk en figuurlijk dichtbij je staan. Herken je dit? Kan je een moment noemen wanneer je in elkaars ruimte moet staan, ook al vind je dit niet prettig?
Kan je benoemen hoe het voelt als iemand in je ruimte komt? En waarom is dit belangrijk om hen te weten voor je beroep? Je werkt met mensen die afhankelijk zijn. Zij moeten je toelaten in hun ruimte. Hoe zal dit voelen voor de zorgvragers? Hoe kan je hier rekening mee houden?

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht: de lift

Slide 7 - Tekstslide

Oefening: waar moet ik heen?
We delen de groep op in paren. Van elk paar moet een van de leerlingen zijn ogen dicht doen. De ander moet hem leiden. De leider moet erg voorzichtig zijn met degene die hij leidt, omdat deze afhankelijk van hem is. Degene met de ogen dicht moet proberen te vertrouwen op de leider.
Als het goed gaat, kan de leider zelfs proberen te rennen.
Na de oefening wordt aan de ‘blinde’ gevraagd hoe het is om zo afhankelijk te zijn.
Vervolgens wisselen we van rol.

Slide 8 - Tekstslide

Oefening: vang me op
De groep wordt opgedeeld in tweeën. De ene groep staat aan de ene, de andere groep aan de andere kant van de ruimte. Een van de leerlingen start. Hij laat zich binnen een van de groepjes vallen. Dit groepje vangt hem op en veert hem terug. De leerling rent naar de overkant waar hij zich weer laat vallen. Ook hier wordt hij teruggeveerd. De leerlingen proberen voor zichzelf uit of ze dit durven, en hoe snel ze dit durven. Hoe harder ze rennen, hoe harder ze zich laten vallen en moeten vertrouwen op hun medeleerlingen. Ook hier gaat het weer om loslaten, vertrouwen op andere mensen.

Slide 9 - Tekstslide

Evalueren
Begrijp je waarom we deze oefeningen doen? 
Hoe kan je dit gebruiken binnen het werkveld? 
Ouderen moeten zich aan je overgeven. Begrijp je dat het een beangstigend gevoel kan zijn als je op iemand moet vertrouwen? Hoe ga je hier mee om? Begrijpen je dit? Er zijn ook kinderen zijn van jullie afhankelijk. Kan je omgaan met deze verantwoordelijkheid? Kan je een voorbeeld geven uit eigen ervaring?

Slide 10 - Tekstslide