3VWO - Grammatica zinsdelen - H3 - Beknopte bijzinnen

Beknopte bijzinnen
Hoofdstuk 3 - grammatica zinsdelen
3VWO
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Beknopte bijzinnen
Hoofdstuk 3 - grammatica zinsdelen
3VWO

Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen: HOOFDZIN en BIJZIN

Hoofdzin
In een hoofdzin staat de persoonsvorm helemaal vooraan of direct na het eerste zinsdeel.

- Heb jij de keuken gestofzuigd?
- Ik wil dat broodje eten.
- Die man is gek geworden.

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdzinnen kunnen met elkaar verbonden worden door nevenschikkende voegwoorden, zoals: en, noch, alsmede, alsook, maar, doch, of, ofwel, dan, want, dus.

- Ik kan die lamp niet repareren, maar ik kan wel een nieuwe lamp kopen.
- Hij eet geen hamburgers meer, want hij wordt anders snel te dik.
- De buurman heeft grijs haar en hij gaat iedere ochtend hardlopen.

Slide 3 - Tekstslide

Bijzin

In een bijzin staat de persoonsvorm niet vooraan, maar juist achteraan (helemaal achteraan of als een van de laatste woorden). Hoofd- en bijzinnen kunnen met elkaar verbonden worden door onderschikkende voegwoorden, zoals:
dat, als, daardoor, hoewel, indien, nadat, omdat, terwijl, toen, wanneer, zodat, zodra, of, wat.

Slide 4 - Tekstslide

- Hij vertelde me dat hij naar het strand zou gaan.
- Ze gaat met me mee, als ik haar ticket betaal.
- Ik vind hem heel slim, hoewel hij af en toe wel slordig is.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden

- Wie als eerste over de finish is, wint het toernooi.
--> hoofdzin: wint het toernooi
--> bijzin: wie als eerste over de finish is

Slide 6 - Tekstslide

- Mijn moeder zei dat ik als baby altijd aan het lachen was.
--> hoofdzin: Mijn moeder zei
--> bijzin: dat ik als baby altijd aan het lachen was

Slide 7 - Tekstslide

- De oude man die voor de open haard zit, heeft mij opgevoed.
--> hoofdzin: De oude man heeft mij opgevoed
--> bijzin: die voor de open haard zit

Let op: de onderdelen van de hoofdzin hoeven dus niet per se bij elkaar te staan in de originele zin!

Slide 8 - Tekstslide

In het zinsdeel tussen de vierkante haken staat geen onderwerp. Wat is het onderwerp bij de vergrote (werk)woorden?

[VERMOEID door de lange, warme tocht] doken de wandelaars direct hun bed in.

Slide 9 - Open vraag

In het zinsdeel tussen de vierkante haken staat geen onderwerp. Wat is het onderwerp bij de vergrote (werk)woorden?

Eline vroeg Max [de geleende stripboeken morgen weer TERUG TE GEVEN].

Slide 10 - Open vraag

Terwijl ze aan hun vanille-ijsjes likten, slenterden de meisjes door de winkelstraat.

Likkend aan hun vanille-ijsjes slenterden de meisjes door de winkelstraat.

De zinnen betekenen hetzelfde, maar de tweede zin is korter. In de eerste zin is een bijzin gebruikt, in de tweede zin een beknopte bijzin.


Slide 11 - Tekstslide

Een bijzin (bz) heeft een onderwerp en een persoonsvorm:
– (​bijzin Terwijl ze (ow) aan hun vanille-ijsjes likten), slenterden de meisjes door de winkelstraat.

Slide 12 - Tekstslide

Een bijzin zonder onderwerp en persoonsvorm heet een beknopte bijzin (bekn.bz):

[​bekn.bz Likkend aan hun vanille-ijsjes] slenterden de meisjes door de winkelstraat.

Het verzwegen onderwerp van zo’n beknopte bijzin (hier: de meisjes) kun je meestal afleiden uit de hoofdzin.

Slide 13 - Tekstslide

In plaats van de persoonsvorm bevat de beknopte bijzin een voltooid deelwoord (vd), een onvoltooid deelwoord (od) of ‘te + infinitief’ (te + inf).

Slide 14 - Tekstslide

  • voltooid deelwoord:
    [​bekn.bz Afgeleid door een reclamebord] botste ik tegen een stilstaande auto.

Slide 15 - Tekstslide

  • onvoltooid deelwoord:
    [​bekn.bz Plat op z’n gat op z’n badmat liggend] las Achmad zijn dagblad.

Slide 16 - Tekstslide

  • te + infinitief:
    De vrienden spraken af [​bekn.bz hun eerste loon te besteden aan een etentje].

Slide 17 - Tekstslide

Beknopte bijzinnen zijn net als gewone bijzinnen binnen de hoofdzin een zinsdeel (onderwerp, lijdend voorwerp, voorzetselvoorwerp, bijwoordelijke bepaling) of een zinsdeelstuk (bijvoeglijke bepaling):

Slide 18 - Tekstslide

[​bekn.bz K3 live te zien (ow)] is voor veel kinderen een geweldige belevenis.
– De burgemeester gaf toe [ ​bekn.bz niet van erwtensoep te houden (lv)].
– Wij vertrouwen erop [​bekn.bz genoeg drank en hapjes te hebben gekocht (vv)].
– ​[ bekn.bz Nippend van hun hete thee (bwb)] bespraken de dames het mooie weer.
– De leden verwierpen ons plan [​bekn.bz (om) de kantine te verbouwen (bijv.bep)].

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Is er sprake van een gewone of 'n beknopte bijzin?

Toen ze na haar werk goed was uitgerust, ging Caja een uur fitnessen.
A
bijzin
B
beknopte bijzin

Slide 21 - Quizvraag

Is er sprake van een gewone of 'n beknopte bijzin?

Nog mopperend over de verloren derby verlieten de supporters de sporthal.
A
bijzin
B
beknopte bijzin

Slide 22 - Quizvraag

Is er sprake van een gewone of 'n beknopte bijzin?

De helpdesk is 24/7 telefonisch bereikbaar om u zo nodig van advies te dienen.
A
bijzin
B
beknopte bijzin

Slide 23 - Quizvraag

Is er sprake van een gewone of 'n beknopte bijzin?

Terwijl ze lekker in het zonnetje zaten, dronken Ronald en Michel een colaatje.
A
bijzin
B
beknopte bijzin

Slide 24 - Quizvraag

Is er sprake van een gewone of 'n beknopte bijzin?

In de wetenschap op school toch niets te leren, spijbelde Wilco vrijwel dagelijks.
A
bijzin
B
beknopte bijzin

Slide 25 - Quizvraag

Is er sprake van een gewone of 'n beknopte bijzin?

Martijn vroeg Irene in de fietsenstalling of ze zijn vriendinnetje wilde worden.
A
bijzin
B
beknopte bijzin

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de (beknopte) bijzin?

Pas laat in de avond thuisgekomen, dook de vermoeide pizzakoerier meteen zijn bed in.

Slide 27 - Tekstslide

Wat is de (beknopte) bijzin?

Pas laat in de avond thuisgekomen, dook de vermoeide pizzakoerier meteen zijn bed in.

Pas laat in de avond thuisgekomen

Slide 28 - Tekstslide

Wat is de (beknopte) bijzin?

Zodra de golven op het strand aanspoelden, vielen ze in  schuimende vlokken uiteen.


Slide 29 - Tekstslide

Wat is de (beknopte) bijzin?

Zodra de golven op het strand aanspoelden, vielen ze in  schuimende vlokken uiteen.

Zodra de golven op het strand aanspoelden


Slide 30 - Tekstslide

Wat is de (beknopte) bijzin?

De drie jongens overwogen al in hun examenjaar een bedrijf in buitenlandse desserts te beginnen.


Slide 31 - Tekstslide

Wat is de (beknopte) bijzin?

De drie jongens overwogen al in hun examenjaar een bedrijf in buitenlandse desserts te beginnen.

een bedrijf in buitenlandse desserts te beginnen


Slide 32 - Tekstslide

Wat is de (beknopte) bijzin?

Bij gebrek aan inspiratie huurde de schrijver een huis in Frankrijk om een nieuwe roman te schrijven.


Slide 33 - Tekstslide

Wat is de (beknopte) bijzin?

Bij gebrek aan inspiratie huurde de schrijver een huis in Frankrijk om een nieuwe roman te schrijven.

om een nieuwe roman te schrijven

Slide 34 - Tekstslide

Wat is de (beknopte) bijzin?

Terwijl ze hier en daar wat werkten, reisden Josh en zijn vriendin een jaar lang door Australië op zoek naar nieuwe ervaringen.

Slide 35 - Tekstslide

Wat is de (beknopte) bijzin?

Terwijl ze hier en daar wat werkten, reisden Josh en zijn vriendin een jaar lang door Australië op zoek naar nieuwe ervaringen.

Terwijl ze hier en daar wat werkten

Slide 36 - Tekstslide

Wat is de (beknopte) bijzin?

De verliezers liepen luid mopperend over de volgens hen oneerlijke scheidsrechter naar de kleedkamer.

Slide 37 - Tekstslide

Wat is de (beknopte) bijzin?

De verliezers liepen luid mopperend over de volgens hen oneerlijke scheidsrechter naar de kleedkamer.

luid mopperend over de volgens hen oneerlijke scheidsrechter

Slide 38 - Tekstslide

Ga nu op je laptop naar de digitale methode van Nieuw Nederlands en maak de opdrachten die klaarstaan in de planning.

(H3 - Beknopte bijzinnen)

Slide 39 - Tekstslide