oefenvragen Microbiologie
1 / 11
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn micro-organismen?
A
Voedselbedervers
B
Voedselproducenten
C
Onzichtbare organismen
D
Bacterien
Slide 2 - Quizvraag
Wat is juist over de grootte van een bacterie?
A
groter dan een gist
B
kleiner dan een gist
C
groter dan een schimmel
D
kleiner dan een virus
Slide 3 - Quizvraag
Welk micro-organisme bestaat niet uit levend materiaal?
A
Bacterie
B
Schimmel
C
Gist
D
Virus
Slide 4 - Quizvraag
Wat zat er in de handschoen tijdens het proefje met gist?
A
Alcohol
B
CO2-gas
C
Suiker
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 5 - Quizvraag
Voor een micro-organisme is de Aw- waarde van een product belangrijk. Wat is de Aw-waarde?
A
de hoeveelheid beschikbaar water in een product
B
de hoeveelheid water in een product
C
de hoeveelheid proceswater nodig voor een product
D
de hoeveelheid gebonden water in een product
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de juiste pH-schaal?
A
1 base, 7 zuur, 14 neutraal
B
1 zuur, 7 neutraal, 14 base
C
1 neutraal, 7 base, 14 zuur
D
1 base, 7 neutraal en 14 zuur
Slide 7 - Quizvraag
Op basis van de leef temperatuur kun je m.o. indelen in drie groepen.
Een van die groepen zijn de thermofielen, deze zijn?
Een van die groepen zijn de thermofielen, deze zijn?
A
leven graag in een koude omgeving
B
leven zowel in een koude als een warme omgeving
C
leven graag in een warme omgeving
D
leven graag bij kamertemperatuur
Slide 8 - Quizvraag
Hoe heten micro-organismen die zuurstof nodig hebben om te kunnen leven?
A
Aëroob
B
Anaëroob
C
Thermotolerant
D
Psychrofiel
Slide 9 - Quizvraag
Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken
Slide 10 - Quizvraag
welke manier van conserveren zie je hier?
A
geen
B
luchtdicht verpakken
C
gasverpakken
D
met conserveermiddelen
