Week van het geld 2023

Erevoorzitter Wijzer in geldzaken:
Hare Majesteit Koningin Maxima
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Erevoorzitter Wijzer in geldzaken:
Hare Majesteit Koningin Maxima

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Wie ben ik? 
- Waar werk ik?
- Wat doe ik? 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent dit? 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een tegeltjewijsheid?
Wat is een 
tegeltjeswijsheid? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke wijsheden kennen jullie nog meer? 
Welke kennen jullie nog meer? 
Geld maakt
niet gelukkig

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Zwemmen in het geld
  • Grof geld voor iets betalen
  • Het geld groeit me niet op de rug
  • Geld moet rollen (het liefst mijn kant op)
  • Als het geld op is, is het kopen gedaan
  • Tijd kost geld en geld kost tijd
  • Geld maakt niet gelukkig

Slide 6 - Tekstslide


Zakgeld
Zomaar geld
Sparen voor iets
Klusjes
Geld bijzondere feestdagen
verkopen spullen op rommelmarkt

Hoe kom jij aan geld? 

Wat moet/mag jij er mee doen? 

Slide 7 - Tekstslide


Zakgeld
Zomaar geld
Sparen voor iets
Klusjes
Geld bijzondere feestdagen
verkopen spullen op rommelmarkt

Bankrekening
  • Een bankrekening op jouw naam
  • jouw naam, jouw verantwoordelijkheid?
  • Een pinpas bij je bankrekening
  • Pinnen en betalen met je pinpas
  • Geldautomaat, winkels, online
  • De bankieren-app
  • Afspraken met je ouders
  • Veiligheid

Slide 8 - Tekstslide

Bankrekening kan vanaf de geboorte met toestemming ouders
Pinpas is ook mogelijk
Meestal vanaf 12 jaar omgezet naar jongerenrekening
Inzage in je bankrekening met app
Ouders blijven verantwoordelijk.

de pincode uit het hoofd te kennen;
dat ze hun pincode nooit aan iemand anders mogen vertellen;
dat ze hun betaalpas op een veilige plaats bewaren;
dat je kind de betaalpas nooit uit mag lenen aan iemand anders;
om tijdens het pinnen met pincode altijd een hand voor het scherm te houden;
altijd te controleren of er geen omstanders meekijken tijdens het pinnen;
niet in te gaan op ‘behulpzame mensen’ tijdens het pinnen;
over geldezels.
verschil pinnen bij de geldautomaat, pinnen in de winkel en online afrekenen.

Wat is een geldezel? 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manieren kun je betalen en wat is veilig en minder veilig? 

Slide 10 - Tekstslide

Invullen op de poster
Manieren van betalen
- contant
- pin -> geen zicht over wat je over hebt
Online oplichting
betaalverzoek onbekende -. niet zomaar betalen
- contactloos
- betaalkaart/cadeaukaart
Doe het veilig



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kost het? 
  • Hoeveel kost dit horloge van   Dusan Tadic? 
  • Patek Phillippe van €240.000   tot €430.000
  • Is dat veel vergeleken met een   gemiddeld salaris in Nederland? 
  • Gemiddeld salaris is €33.580   per jaar en €2.798 per maand.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kost het? 
  • Wat kost een brood bij de   bakker? 
  • Ongeveer €2,50
  • Wat kost een patatje mayo? 
  • Ongeveer €2,50


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

QUIZ

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kun je € 22,- pinnen? 

Ja = Goud

Nee = Zilver 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Nee = Zilver 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geld lenen kost geld! 
Wat betekent dit? 

Over een lening betaal je rente = Goud

Als je leent krijg je later minder salaris = Zilver 

Slide 17 - Tekstslide


Reclame komt van het Latijnse woord reclamare. Wat betekent dit?
Daartegen roepen / Luidkeels aanprijzen (dit zien we nog op de markt)
Wat is crypto?
Een betaalmiddel wat niet gekoppeld is aan een bank of een land
Echt of vals geld  is voelbare inkt een echtheidskenmerk
Geld heeft drie functies: ruilmiddel, rekenmiddel en spaarmiddel.
Het woord geld komt van het woord goud, denk maar aan het Engelse woord ‘gold’.

Over een lening betaal je rente = Goud

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er door inflatie?

Geld wordt minder waard = Goud

Geld wordt meer waard = Zilver 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geld wordt minder waard = Goud 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is een geldezel?
Iemand die niet goed met geld om kan gaan = Goud

Iemand die tegen betaling zijn pas en pincode laat gebruiken = Zilver 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iemand die tegen betaling zijn pas en pincode laat gebruiken = Zilver 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

jij schopt per ongeluk de bal door de ruit van de buren.
 Nu hebben je ouders een schuld bij de buren!

Goud = Ja. ook al zijn we verzekerd, dit is eigen schuld; betalen!

Nee = Zilver. De verzekering vergoedt de schade. Een ongeluk zit in een klein hoekje

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nee = Zilver
De verzekering vergoedt de schade. Een ongeluk zit in een klein hoekje

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reclame komt van het Latijnse woord reclamare. Wat betekent dit?

Daartegen roepen / Luidkeels aanprijzen = Goud

Meer kunnen kopen voor minder geld = Zilver

Slide 25 - Tekstslide

Daartegen roepen / Luidkeels aanprijzen, dit zien en horen we nog steeds op de markt. Bloemkooooolen!!

Daartegen roepen / Luidkeels aanprijzen = Goud

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is crypto?

Een echtheidskenmerk op een bankbiljet = Goud

Een digitaal betaalmiddel wat niet gekoppeld is aan een bank of een land = Zilver

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een digitaal betaalmiddel wat niet gekoppeld is aan een bank of een land = Zilver 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Geld heeft 3 functies. welke?

Ruilmiddel, marketingmiddel en spaarmiddel = Goud

Ruilmiddel, rekenmiddel en spaarmiddel = Zilver

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruilmiddel, rekenmiddel en spaarmiddel = Zilver

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waar komt het woord 'geld' vandaan?

Van het woord 'goud' (gold) = Goud

Van het woord 'geleend' = Zilver

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van het woord 'goud' (gold) = Goud

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel landen hebben de euro als wettig betaalmiddel?


16 = Goud

24 = Zilver

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


24 = Zilver 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benaderingsvraag!

nog te maken

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord 
Benaderingsvraag!

nog te maken

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies