t3_werden

HERZLICH WILLKOMMEN!
  • Jassen & tassen in je kluis!
  • Ga rustig zitten
  • Start je laptop op & log in via Lessonup.app
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

HERZLICH WILLKOMMEN!
  • Jassen & tassen in je kluis!
  • Ga rustig zitten
  • Start je laptop op & log in via Lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

Was bedeutet:
extrovertiert
A
introvert
B
behulpzaam
C
grootmoedig
D
extrovert

Slide 2 - Quizvraag

Was bedeutet:
das Heimweh
A
de heimwee
B
de ervaring
C
de vrije tijd
D
de telefoon

Slide 3 - Quizvraag

Was bedeutet:
kennenlernen
A
ontdekken
B
leren kennen
C
missen
D
nerveus zijn

Slide 4 - Quizvraag

Was bedeutet:
gespannt sein
A
zenuwachtig zijn
B
gestresst zijn
C
ontspannen zijn
D
gemist worden

Slide 5 - Quizvraag

Was bedeutet:
zu Besuch kommen
A
op bezoek gaan
B
op bezoek zijn
C
op bezoek komen

Slide 6 - Quizvraag

Was bedeutet:
denn
A
want
B
omdat

Slide 7 - Quizvraag

denn verbindt...
A
een hoofdzin en een bijzin met elkaar
B
twee hoofdzinnen met elkaar
C
twee bijzinnen met elkaar

Slide 8 - Quizvraag

Inhalt der Stunde
  1. Lernziel dieser Stunde
  2. Wiederholung 'denn-Sätze' 

  3. Über die Zukunft sprechen: Das Verb 'werden' 
  4. Aufgaben dieser Woche

Slide 9 - Tekstslide

1. Lernziel dieser Stunde
Am Ende dieser Stunde kann ich ...

  • ... mithilfe des Verbs 'werden' über Aktivitäten in der Zukunft sprechen.



Slide 10 - Tekstslide

2. Wiederholung 'denn-Sätze'
Persoonsvorm (ww) staat in de hoofdzin altijd op plek 2 in de zin. Op plek 1 staat het onderwerp. denn verbindt 2 hoofdzinnen, bijvoorbeeld:

  • Ich mache einen Austausch nach Österreich, denn ich finde Wien wunderschön.  
  • Ich habe manchmal Heimweh, denn ich vermisse meine Familie. 
  • Ich finde den Austausch interessant, denn ich treffe neue Leute. 
  • Ich mag meinen Austauschpartner, denn er schickt immer lustige Fotos.
  • Ich finde meine Austauschpartnerin toll, denn sie denkt immer positiv. 



Slide 11 - Tekstslide

Maak een kloppende zin met de volgende woorden:

müssen - Sie - Utrecht - besuchen
denn
nett - die Einwohner - sind

Slide 12 - Open vraag

Maak een kloppende zin met de volgende woorden:

ist - ganz - der Domturm - besonders
denn
ist - alt - der Turm

Slide 13 - Open vraag

Maak een kloppende zin met de volgende woorden:

sehr - Dieses Restaurant - populär - ist
denn
kocht - der Koch - gut - sehr

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

3. Über die Zukunft sprechen
Het werkwoord werden heeft 2 betekenissen. 

  1. werden = worden
  2. werden = zullen (toekomst)

Ein Beispiel:
  1. Niklas wird jeden Tag von seiner Mutter abgeholt. (Hij wordt elke dag opgehaald.)
  2. Später wird Niklas Deutschlehrer! (Later wordt Niklas leraar Duits = toekomst)


Slide 16 - Tekstslide

3. Über die Zukunft sprechen
ik word / ik zal
ich werde
jij wordt / jij zult
du wirst
hij/zij/het wordt 
hij/zij/het zal
er/sie/es wird
wij worden / wij zullen
wir werden
jullie worden / jullie zullen
ihr werdet
zij worden / zij zullen
u wordt / u zal 
sie werden / Sie werden
Let op!
werden is een onregelmatig werkwoord.
Verandering van klinker in het enkelvoud bij du & er/sie/es

Slide 17 - Tekstslide

Ergänze:
Wir _______ im Sommer nach Österreich fahren.
A
werde
B
wirst
C
werdet
D
werden

Slide 18 - Quizvraag

Ergänze:
Morgen _______ das Wetter sicher besser.
A
werde
B
wirst
C
wird
D
werden

Slide 19 - Quizvraag

Ergänze:
Was __________ ihr am Wochenende machen?
A
werden
B
werdet
C
wird
D
wirst

Slide 20 - Quizvraag

Ergänze:
Wenn Sie zu Besuch kommen, dann _______ wir bestimmt in die Stadt gehen.
A
werden
B
werdet
C
wird
D
wirst

Slide 21 - Quizvraag

Ergänze:
Wie alt ________ du dieses Jahr?
A
werde
B
werdet
C
wird
D
wirst

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

4. Aufgaben dieser Woche
Aufgaben dieser Woche
  • G. Mein Austauschpartner (AB, Seite 38-40 & TB, Seite 34)
  • Aufgabe "Unser Werbefilm"

Lernen dieser Woche
  • Lernliste Freundschaft & Charakter (D-N & N-D)
  • Lernliste Austauschprogramm & Klassenfahrt (D-N & N-D)

Slide 24 - Tekstslide