H3 elektriciteit §5

programma en lesdoelen
  • Rekenen aan vermogen >> kWh >< Joule 
  • Wat betekent rendement  en  wat is de formule voor rendement? Hoe reken je met de formule voor rendement?
  • Je weet uit welke onderdelen de elektrische installatie thuis bestaat
  • Je weet welke veiligheidsvoorzieningen er binnen de elektrische installatie bestaan
  • Je weet welke gevaarlijke situaties kunnen ontstaan en welke beveiliging daarbij een rol speelt.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5Leerroute 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

programma en lesdoelen
  • Rekenen aan vermogen >> kWh >< Joule 
  • Wat betekent rendement  en  wat is de formule voor rendement? Hoe reken je met de formule voor rendement?
  • Je weet uit welke onderdelen de elektrische installatie thuis bestaat
  • Je weet welke veiligheidsvoorzieningen er binnen de elektrische installatie bestaan
  • Je weet welke gevaarlijke situaties kunnen ontstaan en welke beveiliging daarbij een rol speelt.

Slide 1 - Tekstslide

vermogen? definitie
P= U x I, 
P=E/ t >>>>     E = P x t
de hoeveelheid die vrij komt bij een kabel/motor/... :


Slide 2 - Tekstslide

voorbeeld opgave 
1. Een wasmachine heeft een vermogen van 1,5kW, en staat gemiddeld 2,5 uur per dag  aan. 
Bereken de verbruikte energie per maand in J en kWh.
2. Een verwarmingselement heeft een weerstand van 150 ohm en een vermogen van 950 mW.  Bereken de stroomsterkte en de spanning.  Let op: het element  is niet op 230 V  aangesloten 

Slide 3 - Tekstslide

rendement 
Het rendement bereken je met de formule
                           %
    is het rendement in percentage.
Enut is de hoevelheid energie die nuttig wordt gebruikt.
Etot is de hoeveelheid energie die in totaal wordt opgenomen door het apparaat.
Hoe nuttig de energie wordt gebruikt.





η=EtotEnut100
η

Slide 4 - Tekstslide

Rendement (4.4) 

Slide 5 - Tekstslide

Rendement berekenen
Bij sommen met energie gebruik je de formule met E en bij vermogen met P.

Slide 6 - Tekstslide

Rendement

Slide 7 - Tekstslide

maak volgende sommen par. 4 
61 

Slide 8 - Tekstslide

Huisinstallatie
  • De elektriciteitsdraden in huis vormen een parallel netwerk.
  • De hoofdkabel is opgesplitst in groepen.
  • U = UG1 = UG2 = UG3 = UG4 = enz = ... = 230V
  • Elke groep heeft eigen groepschakelaar
  • Elke installatie heeft een aard-lek schakelaar
  • Groepen moet spanningloos zijn om reparaties uit te voeren.
  • De hoofdzekering (25A of 35A) en kWh-meter zijn verzegeld.

Slide 9 - Tekstslide

Veilige stroomkring
Stroom komt via de meterkast het huis binnen. Via de hoofdzekering wordt gecontroleerd of dit de goede spanning heeft. Daarna door de elektriciteitsmeter (meet verbruik) naar de aardlekschakelaar die controleert of er evenveel energie terugkomt als er weggaat. Hierna wordt de stroom verdeeld over de groepen. Elke groep heeft een eigen zekering.

Slide 10 - Tekstslide

Huisinstallatie

Slide 11 - Tekstslide

Fasedraad (230v)

Slide 12 - Tekstslide

Randaarde
Een geel/groene draad die via de metalen buitenkant van een apparaat via het snoer naar de rand van het stopcontact gaat.

De randaarde voorkomt stromen door je lichaam.
 

Slide 13 - Tekstslide

stekker zonder randaarde
stekker met randaarde

Slide 14 - Tekstslide

Randaarde; Als een apparaat onder spanning staat gaat de stroom door de aarddraad i.p.v. jou.

Slide 15 - Tekstslide

Aardlekschakelaar; springt bij een lekstroom van 30 mA en voorkomt schokken.

Slide 16 - Tekstslide

Overbelasting

Slide 17 - Tekstslide

Overbelasting
Stroom per groep mag niet meer dan 16A zijn. 
Meer = brandgevaar

Teveel apparaten - overbelasting

Zolang totale vermogen niet meer 
dan 3,7 kW is, geen probleem

Slide 18 - Tekstslide

Kortsluiting:
Weerstand klein in elektriciteitsdraden.
Als stroom een ander weg (niet door apparaat) kan nemen
 - Kortsluiting: veel te kleine weerstand.
- De hoofdzekering schakelt in een keer
 de stroom in het hele huis uit. 

Slide 19 - Tekstslide

Kortsluiting

Slide 20 - Tekstslide


A
kortsluiting
B
lekstoom
C
randaarde
D
overbelasting

Slide 21 - Quizvraag

Randaarde beschermt:
A
Het huis tegen brand
B
De mens tegen stroom

Slide 22 - Quizvraag

Wat doet de randaarde als een apparaat onder stroom komt te staan?
A
de randaarde zorgt ervoor dat de aardlekschakelaar uit gaat
B
de randaarde laat een zekering kapot gaan
C
de randaarde voert de stroom snel weg naar de aarde
D
de randaarde voert de stroom naar de rand van het apparaat

Slide 23 - Quizvraag

In het huis van de familie Bosland zijn de installatie en de
apparaten beveiligd met randaarde en zekeringen.
Ook een losse contactdoos heeft randaarde.

Welke aansluiting in de contactdoos is de randaarde?

A
aansluiting 1
B
aansluiting 2
C
aansluiting 3

Slide 24 - Quizvraag

Welke elektrische beveiliging
heeft dit nachtlampje
volgens het typeplaatje?
A
aardlekschakelaar
B
dubbele isolatie
C
randaarde
D
groepszekering

Slide 25 - Quizvraag

Hoe wordt een extra draad genoemd die de metalen buitenkant rechtstreeks verbindt met de aarde?
A
Aardlekschakelaar
B
Zekering
C
Aardleiding
D
Randaarde

Slide 26 - Quizvraag

de formule om het rendement te berekenen gaat als volgt
A
η=EtotEnut100
B
η=PtotPnut100
C
η=EnutEtot100
D
η=PnutPtot100

Slide 27 - Quizvraag

wat is de eenheid van ?
η
A
Joule
B
Joule per seconde
C
geen eenheid
D
kWh

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide