BW marge en opslag herhaling

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
CalculatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Brutowinstopslag en brutowinstmarge
Bij opslag gaan we uit van de inkoopprijs (=IWO) en doen we er een % bovenOP.

Bij marge gaan we uit van de verkoopprijs (= omzet) en kijken we naar het winstgedeelte (%) van de verkoopprijs

Slide 2 - Tekstslide

Inkoopprijs € 1.000,-
BW opslag 25%
De verkoopprijs is:
A
€ 750,-
B
€ 1.333.33
C
€ 1.250,-
D
Geen van deze opties

Slide 3 - Quizvraag

Even narekenen
Inkoop € 1.000,-
bovenOPslag 25% (van de INKOOPprijs)
1.000 /100 x 125 = € 1.250,-
1.000 x 1,25 = € 1.250,-

Slide 4 - Tekstslide

De verkoopprijs is € 1.000,-
De BW marge is 25%
De inkoopprijs is:
A
€ 700,-
B
€ 750,-
C
€ 1.250,-
D
Geen van deze opties

Slide 5 - Quizvraag

Even narekenen
Verkoop € 1.000,-
Marge (gedeelte) 25% (van de VERKOOPprijs)
1.000 /100 x 25 = € 250,- WINST
1.000 - 250 = € 750,- INKOOP

Slide 6 - Tekstslide

Omzet € 1.000.000,-
BW marge 40%
Bereken de brutowinst in €

Slide 7 - Open vraag

Omzet € 1.000.000,- Brutowinst dus € 400.000,-
Klant A heeft brutowinstaandeel van 10%, klant B 20% en klant C 5%.
Bereken de winstbijdrage in € van klant C

A
€ 50.000,-
B
€ 30.000,-
C
€ 20.000,-
D
€ 5.000,-

Slide 8 - Quizvraag

Even narekenen
Omzet € 1.000,000,-
Brutowinst (40%) = € 400.000,-
Klant C brutowinstaandeel 5%
400.000 / 100 x 5 = € 20.000,-
400.000 x 0,05 = € 20.000,-

Slide 9 - Tekstslide

Omzet klant C € 80.000,-
Winst dus € 20.000,-
Bereken de BW marge

Slide 10 - Woordweb

Even narekenen
Omzet klant C € 80,000,-
Brutowinst = € 20.000,-
Brutowinstmarge =  winst/omzet x 100
20.000 / 80.000 x 100 = 25%

Slide 11 - Tekstslide