1LW6.2 Celdeling

doel van de les
Na deze les vertel je
  • hoe de afzonderlijke dragers van erfelijkheid heten
  • hoeveel chromosomen een cel heeft
  • de stappen van de celdeling (mitose) in de juiste volgorde
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

doel van de les
Na deze les vertel je
  • hoe de afzonderlijke dragers van erfelijkheid heten
  • hoeveel chromosomen een cel heeft
  • de stappen van de celdeling (mitose) in de juiste volgorde

Slide 1 - Tekstslide

1.3 | celdeling
1.3 | celdeling

Slide 2 - Tekstslide

het begin...
  • elk leven begint met het versmelten van een ei- en zaadcel
  • door celdeling (mitose) ontstaan er grotere aantallen van dezelfde cellen
  • cellen die nog veel functies kunnen uitoefenen worden stamcellen genoemd

Slide 3 - Tekstslide

stamcellen
  • stamcellen kunnen uitgroeien door van vorm te veranderen (differentiëren) tot cellen met één enkele functie (specialiseren)
  • stamcellen zijn nodig voor groei, ontwikkeling en herstel

Slide 4 - Tekstslide

erfelijkheid
  • elke celkern bevat 46 chromosomen
  • chromosomen komen in paren voor, één van vader en één van moeder (diploïd)
  • geslachtscellen hebben één specifiek chromosoom (haploïd) en dus 23 chromosomen
  • 44 chromosomen bevatten erfelijk materiaal over alle eigenschappen (autosomen)
  • 2 chromosomen bevatten erfelijke materiaal over het geslacht (heterosomen)

Slide 5 - Tekstslide

X en Y
  • er zijn twee soorten heterosomen, ze worden X en Y genoemd.
  • eicellen hebben alleen het X-heterosoom
  • zaadcellen hebben óf het X- óf het Y-chromosoom
  • alleen het Y-chromosoom is verantwoordelijk voor het geslacht (door het maken van testosteron en teelballen)
  • de vader bepaalt het geslacht van de nakomeling

Slide 6 - Tekstslide

genen
  • een gen is een stukje afgebakend deel van een chromosoom, die codeert voor (een deel of geheel van) een eigenschap
  • het dominante gen voert uit, het recessieve gen voert niet uit (gelijksoortige genen werken zelden samen...)
  • genen bestaan uit dubbelstrengs dna (desoxyribonucleïnezuur)
  • de volgorde van de bouwstenen bepalen de eigenschap

Slide 7 - Tekstslide

celdeling (mitose)
1
De cel maakt zich op voor celdeling
  • het dna wordt gekopieerd; er zijn nu 92 chromosomen in de cel
  • de kopietjes worden op fouten gecontroleerd
  • de cel verzamelt veel voedingsstoffen om de celdeling tot uitvoer te brengen

Slide 8 - Tekstslide

celdeling (mitose)
2
De cel maakt zich op voor celdeling
  • het dna zal zich opkrullen met in het midden ervan een aanhechtpunt
  • er worden hechtdraadjes gemaakt

Slide 9 - Tekstslide

celdeling (mitose)
3
De cel maakt zich op voor celdeling
  • het kernmembraan lost op
  • de hechtdraadjes verplaatsen zich naar de beide polen van de cel

Slide 10 - Tekstslide

celdeling (mitose)
4
De cel maakt zich op voor celdeling
  • de 92 chromosomen gaan in het midden van de cel liggen
  • elk hechtdraadje bindt zich aan één chromosoom
  • de cel wordt groter om ruimte te bieden voor de eigenlijke deling

Slide 11 - Tekstslide

celdeling (mitose)
5
De cel deelt zich in tweeën
  • gelijke chromosomen worden elk naar één kant getrokken door de hechtdraadjes

Slide 12 - Tekstslide

celdeling (mitose)
6
Er ontstaat een dochtercel
  • hechtdraadjes lossen op
  • er wordt een kernmembraan gemaakt rondom de chromosomen
  • de chromosomen ontkrullen weer
  • alle celorganellen worden over de twee cellen verdeeld
  • door actine snoert de cel zich helemaal in

Slide 13 - Tekstslide

reductiedeling (meiose)
Bij de reductiedeling (meiose) wordt het aantal chromosomen gehalveerd, dit vindt alleen plaats in geslachtscellen.
  1. gelijke chromosomen trekken naar elkaar toe en wisselen willekeurig genen uit (crossing-over)
  2. De 46 chromosomen gaan naar het midden van de cel
  3. De chromosomen worden uit elkaar getrokken, elke cel krijgt er 23
  4. De cel snoert zich in

Slide 14 - Tekstslide

mitose
komt voor in gewone cellen
uit één cel ontstaan twee cellen
de twee cellen zijn exact hetzelfde

meiose
komt voor in geslachtscellen
uit één cel ontstaan vier cellen
de vier cellen zijn verschillend

Slide 15 - Tekstslide

celcyclus
De levensloop van een cel noemen we celcyclus. Die bestaat uit...
  • de eerste groeifase (G1, de cel wordt groter en zal zijn taak uitvoeren (G0) of overgaan op een celdeling
  • de synthesefase (S, het erfelijk materiaal wordt gekopieerd)
  • de tweede groeifase (G2, de kopie wordt gecheckt en kleine fouten worden verbeterd)
  • de celdeling (M)

Slide 16 - Tekstslide

functie van celdeling

Slide 17 - Woordweb

stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
stap 6

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Video