Labelen

Stil lezen
timer
10:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 13 min

Onderdelen in deze les

Stil lezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Labelen
Een makkelijke maar belangrijke manier om een speech of betoog te structureren, is door argumenten te ‘labelen’.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
De leerlingen versterken hun argumentatie door structuur aan te brengen aan de hand van labels.

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld labelen
Stelling: ‘dierentuinen moeten verboden worden’ 

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld labelen
Stelling: ‘dierentuinen moeten verboden worden’ 
(A) Een dierentuin is heel erg zielig voor de dieren.


Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld labelen
Stelling: ‘dierentuinen moeten verboden worden’ 
(A) Een dierentuin is heel erg zielig voor de dieren.

(U) Dieren in dierentuinen hebben weinig ruimte, want ze zijn opgesloten. De dieren kunnen niet doen wat ze in de vrije natuur zouden willen doen. Daardoor worden ze ongelukkig. Dat is erg, omdat mensen nu blij worden van ongelukkige dieren.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld labelen
Stelling: ‘dierentuinen moeten verboden worden’ 
(A) Een dierentuin is heel erg zielig voor de dieren.

(U) Dieren in dierentuinen hebben weinig ruimte, want ze zijn opgesloten. De dieren kunnen niet doen wat ze in de vrije natuur zouden willen doen. Daardoor worden ze ongelukkig. Dat is erg, omdat mensen nu blij worden van ongelukkige dieren.

(B) Een voorbeeld van gedrag dat ongelukkige dieren laten zien, is het eindeloos heen-en-weer lopen in hun hok of proberen te ontsnappen. Dat doen ze omdat ze ongelukkig zijn.


Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld labelen
Stelling: ‘dierentuinen moeten verboden worden’ 
(A) Een dierentuin is heel erg zielig voor de dieren.

(U) Dieren in dierentuinen hebben weinig ruimte, want ze zijn opgesloten. De dieren kunnen niet doen wat ze in de vrije natuur zouden willen doen. Daardoor worden ze ongelukkig. Dat is erg, omdat mensen nu blij worden van ongelukkige dieren.

(B) Een voorbeeld van gedrag dat ongelukkige dieren laten zien, is het eindeloos heen-en-weer lopen in hun hok of proberen te ontsnappen. Dat doen ze omdat ze ongelukkig zijn.

           Een label voor dit argument kan zijn: ‘zielig voor dieren

Slide 8 - Tekstslide

Wat is labelen en waarom passen we het toe?
Labelen is het bedenken van één of een paar woorden die een argument op een duidelijke en sprekende manier samenvatten.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is labelen en waarom passen we het toe?
Labelen is het bedenken van één of een paar woorden die een argument op een duidelijke en sprekende manier samenvatten.

Dit werkt goed voor een betoog op papier, maar natuurlijk ook voor een speech of tijdens een debat. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is labelen en waarom passen we het toe?
Labelen is het bedenken van één of een paar woorden die een argument op een duidelijke en sprekende manier samenvatten.

Dit werkt goed voor een betoog op papier, maar natuurlijk ook voor een speech of tijdens een debat. 

Labels zorgen er namelijk voor dat je verhaal goed te volgen is, zowel voor de lezer/toehoorder als voor jezelf.

Slide 11 - Tekstslide

Kijkersvragen
1. Welke drie labels gebruikt de eerste spreker?

2. Hoe vaak gebruikt hij deze labels en op welke momenten?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Kijkersvragen
1. Welke drie labels gebruikt de eerste spreker?
Antwoord: 1. Leerzaam, 2. Baan voor later, 3. Zelfvertrouwen.

2. Hoe vaak gebruikt hij deze labels en op welke momenten?
Antwoord: In de kop / het begin, in de romp / middenstuk als hij de argumenten verder uitlegt en in de staart / einde herhaalt hij ze nog een keer. Hij noemt de labels dus in totaal drie keer.

Slide 14 - Tekstslide

Kijkersvragen
1. Welke drie labels gebruikt de spreker in het volgende fragment?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Kijkersvragen
1. Welke drie labels gebruikt de spreker?
1. Dromen
2. Overwinnen van angsten
3. Liefde (en passie)

Slide 17 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Vul het werkblad in. 
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide