Leidinggeven hoofdstuk 1

Verwerkingsopdrachten hoofdstuk 1 
 1 tot en met 4 Blz 28
timer
1:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Verwerkingsopdrachten hoofdstuk 1 
 1 tot en met 4 Blz 28
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

1a. Is hier sprake van een lijnorganisatie, een lijn-staforganisatie, een projectorganisatie of een matrixorganisatie? Leg uit

Slide 2 - Open vraag

1b. Er wordt een juridisch adviseur aangenomen om alle afdelingen te helpen met hun contractuele vragen. Van welk soort organisatie is er nu sprake?

Slide 3 - Open vraag

Teken het organogram van het bedrijf van Mieke.

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

3A. Teken het organogram van het bedrijf Chernoh

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

3B. Welk soorten taakverdeling herken je in het organogram van Chernoh's leerbedrijf?
A
Vertikaal
B
Horizontaal
C
Diagonaal
D
Zowel A als B

Slide 8 - Quizvraag

3C. Hoeveel hierarchische niveaus zijn er in het leerbedrijf van Chernoh?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

4a Is de nieuwe structuur platter dan de oude structuur? Leg uit

Slide 10 - Open vraag

4b Is de nieuwe assistent van Chernoh's praktijkopleider een lijnfuctionaris of een staffunctionaris? Leg uit

Slide 11 - Open vraag

Uit de praktijk
blz 9
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoe ziet het organogram van de organisatie Efflish b.v. eruit? Teken dit op een apart vel papier.

Slide 14 - Open vraag

Organogram

Slide 15 - Tekstslide

Hoe noem je een organisatiestructuur als die van Efflisch B.V.?

Slide 16 - Open vraag

Welk type horizontale taakverdeling gebruikt Efflish bv?

Slide 17 - Open vraag

Van hoeveel niveaus is sprake als je kijkt naar de depth of control?

Slide 18 - Open vraag

Bij Efflish bv is het maken van omzet van groot belang. In de besluitvorming staan
de bedrijfsdoelen voorop.
Welke organisatiecultuur typeert dit bedrijf?

Slide 19 - Open vraag

Controlevragen hoofdstuk 1 
Blz 31

Slide 20 - Tekstslide

Wat verstaan we onder taakverdeling?
A
verdeling van taken in deeltaken die door verschillende personen en/of afdelingen worden uitgevoerd.
B
Uitdelen van taken
C
Aansturen van mensen
D
Geven van orders

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het onderscheid tussen een
1. verticale en 2. horizontale taakverdeling
A
Geen verschil
B
1) verdeling van de taken over verschillende medewerkers die op hetzelfde niveau zitten 2) taken verdeeld over verschillende machtsniveaus
C
1)taken verdeeld over verschillende machtsniveaus: 2)verdeling van de taken over verschillende medewerkers die op hetzelfde niveau in de organisatie werkzaam zijn.

Slide 22 - Quizvraag

Welk nadeel hoort bij welke taakverdeling? Kies uit F /P of G indeling
Het is moeilijk voor medewerkers om expertise te delen met collega's met dezelfde functie
A
P indeling
B
F indeling
C
G indeling
D
Zowel A als C

Slide 23 - Quizvraag

Welk nadeel hoort bij welke taakverdeling? Kies uit F /P of G indeling
Elke medewerker denkt vanuit zijn eigen specialisatie
A
P indeling
B
F indeling
C
G indeling
D
Zowel A als C

Slide 24 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met depth of control?
A
Het aantal leidinggevende binnen een bedrijf
B
Het aantal mensen binnen een bedrijf
C
Het aantal niveaus in een organisatie structuur

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een (1) Lijnorganisatie en een (2)lijn-staforganisatie?
A
1) Medewerkers worden ondersteund en/of geadviseerd. 2) Elke medewerker heeft 1 leidinggevende
B
1) Elke medewerker heeft 1 leidinggevende 2) Medewerkers worden ondersteund en/of geadviseerd.
C
Er is geen verschil

Slide 26 - Quizvraag

Aan wie rapporteren medewerkers in een matrixstructuur?
A
Lijnmanager
B
Projectmanager
C
Directeur
D
Zowel A als B

Slide 27 - Quizvraag

Als een organisatie werkt met projecten, hebben medewerkers geen lijnmanagers
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het risico als de spanwijdte kleiner is dan het omspanningsvermogen?
A
Manager heeft tijd over en gaat onbelangrijke dingen doen
B
Is niet erg
C
Manager krijgt het veel te druk

Slide 29 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de organisatie cultuur van een bedrijf?
A
Normen en waarden
B
Rituelen
C
Symbolen
D
Taakverdeling

Slide 30 - Quizvraag

Organisaties zijn in de afgelopen jaren veranderd. Beschrijf 1 nieuwe verandering die invloed heeft op de inrichting van organisaties

Slide 31 - Open vraag