Week 1: stijlfouten en stijlfiguren

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent de uitdrukking 'te veel hooi op je vork nemen?'

Slide 2 - Open vraag

Wat betekent de uitdrukking 'Iets op je kerfstok hebben?'

Slide 3 - Open vraag

Week 1: inhoud van de les
  • 1) 5 x dubbelop-fouten
  • 2) 4 stijlfiguren 
  • Korte opdrachten en quizvragen tussendoor

Slide 4 - Tekstslide

Vijf vormen van 'dubbelop'

Slide 5 - Tekstslide

Onjuiste herhaling
Twee of meer keer wordt hetzelfde woord onterecht herhaald:
  • Ik heb geen geld, maar ik heb er ook geen tijd voor ook.
  • Aan dat gepraat over voetbal op zondagavond heb ik een hekel aan.
  • Op zo’n partij zou je ook niet op moeten stemmen.
  • Over het gedrag van die jongen heb ik niet veel goeds over gehoord.

Slide 6 - Tekstslide

Pleonasme
Bij een pleonasme wordt een eigenschap die al onlosmakelijk aan een begrip verbonden is, ook benoemd door een ander woord. Voorbeelden van pleonasmen zijn een houten boomstam, gele boterbloemen, de hete zon en de uiterste limiet.
Het gaat meestal om een combinatie van een bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord, maar ook combinaties als weer hervatten, een verbetering ten goede, verplicht zijn autogordels te moeten dragen, in staat zijn een brief te kunnen schrijven en gehandhaafd blijven worden pleonastisch genoemd.

Slide 7 - Tekstslide

Tautologie
Bij een tautologie wordt hetzelfde begrip tweemaal genoemd. Vaak gaat het daarbij om twee BN, twee ZN of twee BW. Voorbeelden:
Misschien hebben ze wellicht een oplossing.
Natuurlijk zullen we vanzelfsprekend snel reageren.
Vermoedelijk moet je misschien een ander nummer bellen.
Ik ben haast bijna op kantoor.
Voordat u zich inschrijft, moet u eerst de voorwaarden lezen.
Maar dat is echter niet waar.
Tot dusver hebben we dit niet eerder gezien.


Slide 8 - Tekstslide

Ingeburgerde tautologieën
Altijd en eeuwig, blij en verheugd, eenzaam en verlaten, enkel en alleen, geheel en al, gratis en voor niets, never nooit (niet), nooit ofte nimmer, open en bloot, met pracht en praal, vast en zeker, wikken en wegen.

Slide 9 - Tekstslide

Niet fout
Pleonasmen en tautologieën zijn lang niet altijd ‘fout’. Een schrijver gebruikt ze vaak bewust als stijlfiguur of om ergens extra nadruk op te leggen. Voorbeelden van gangbare combinaties die in zekere zin pleonasmen zijn:

aanwezige bezoekers, achteraf evalueren, als eerste beginnen, beoogde doelgroep, bestaande gewoonten/rituelen, blauwe smurf, bloeiende bloesem, gratis cadeau/geschenk, grote reus, hardop voorlezen, houten plank, lange slungel, mondeling bespreken, nieuwe aanwinst.

Slide 10 - Tekstslide

Contaminatie
Een contaminatie is een verhaspeling van twee begrippen. Voorbeelden van constructies die als contaminaties worden beschouwd zijn: 
'Tot een van de weinigen behoren'
 'Die koffer weegt zwaar'
 'Nachecken' 
 'Dat kost duur'

Slide 11 - Tekstslide

Dubbele ontkenning
Bij werkwoorden waar al een ontkenning in zit, moet je oppassen dat je die ontkenning niet ergens anders in de zin onderuit haalt. Een paar voorbeelden van foute zinnen:
  • Het is verboden hier geen fietsen te plaatsen. 
  • Ik wil met een alcoholslot voorkomen dat hun auto niet start.
  • Wij hebben nooit geen problemen.
  • De schoolleiding wil voorkomen dat er geen introducees op het feest komen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

1) De coach besloot om na de nederlaag het team opnieuw te herschikken.

A
tautologie
B
pleonasme
C
dubbele ontkenning
D
contaminatie

Slide 14 - Quizvraag

Verbeter de zin: de coach besloot om na de nederlaag het team opnieuw te herschikken.

Slide 15 - Open vraag

2) Waarschijnlijk wordt deze president vermoedelijk niet herkozen bij de volgende verkiezingen.​
A
tautologie
B
pleonasme
C
dubbele ontkenning
D
contaminatie

Slide 16 - Quizvraag

Verbeter de zin: waarschijnlijk wordt deze president vermoedelijk niet herkozen bij de volgende verkiezingen.

Slide 17 - Open vraag


3) Nadat Jan Janssen was aangesteld als voorzitter, escaleerden de zaken uit de hand.

A
tautologie
B
pleonasme
C
dubbele ontkenning
D
contaminatie

Slide 18 - Quizvraag

Verbeter de zin: Nadat Jan Janssen was aangesteld als voorzitter, escaleerden de zaken uit de hand.

Slide 19 - Open vraag


4) Het hek voorkwam dat de kinderen niet van de trap konden vallen.

A
tautologie
B
pleonasme
C
dubbele ontkenning
D
contaminatie

Slide 20 - Quizvraag

Verbeter de zin: Het hek voorkwam dat de kinderen niet van de trap konden vallen.

Slide 21 - Open vraag

Vier stijlfiguren
Hyperbool, understatement, eufemisme, litotes

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video


1) Dat heb je niet onaardig gedaan. (tegen een jongen die een 10 had voor zijn toets)


A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 24 - Quizvraag


2) Ik verveel me dood.


A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 25 - Quizvraag


3) Mijn oom bezit een stulpje in Monte Carlo.



A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 26 - Quizvraag


4) We hebben onze hond in moeten laten slapen.


A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 27 - Quizvraag

Hyperbool
Understatement
Eufemisme
Litotes
Dat vind ik echt geen verkeerd plan!
Tekenen is niet mijn grootste talent.
In Nederland regent het 320 van de 365 dagen.
Karin werkt als interieurverzorgster.

Slide 28 - Sleepvraag

Slide 29 - Video

Slide 30 - Link