In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Moeilijke woorden praktijk
Nieuwe praktijkwoorden.
Sector: Dier
Sector: Groen
Sector: Zorg
Sector: Horeca
Slide 1 - Tekstslide
de diervoeding de dierenarts
de kinderboerderij de dierentuin
Slide 2 - Tekstslide
diervoeding-dierenarts-kinderboerderij-dierentuin
Kees: 'Morgen gaan we met de klas naar de ...........................'
Daar zien we schapen, geiten, varkens en koeien.
Samia:'Kun je daar ook olifanten zien?
Kees:'Haha, nee joh, die leven in de .....................................!
Samia:'Mijn oom werkt in de dierentuin. Hij is ..........................
Ik mocht een keer mee om de dieren eten te geven. Er was een zieke tijger. Hij kreeg speciale .......................................
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
snoeien zaaien
verplaatsen plukken (aug t/m okt)
Slide 5 - Tekstslide
zaaien - snoeien - plukken - verplaatsen
Mijn oom heeft een grote tuin. In die tuin staan appelbomen. Elk jaar moet hij die bomen...........................Dit doet hij, omdat ze dan beter groeien. Hij knipt takjes korter. Hij moest een keer 1 boom....................want de boom stond niet goed in de zon. In augustus mag ik appels ......................... uit de boom. Daarmee bak ik een appeltaart. Mmmm. In mijn eigen tuin wil ik bloemen. Dan moet ik eerst zaadjes ..............................in de grond.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
hygiene
de schoonmaakmiddelen giftig
Slide 8 - Tekstslide
Hygiene - schoonmaakmiddel - giftig
Soufian:'Hey Tarik, ga je mee voetballen?
Tarik:'Nee man, ik kan niet. Ik moet schoonmaken en cif kopen. het spul ruikt lekker, maar is erg .........................
Soufian:'Huh, wat is dat dan?
Tarik:'Dat is een ...............................................Mijn moeder durft niet eens op mijn kamer te komen haha! Ze zegt dat ik beter moet letten op mijn ..................................
Soufian:'Je moeder heeft gelijk haha. Kun je morgen?'
Op donderdag koken we met de klas. Meneer Tjerk heeft een ................................bedacht. Dat moeten we goed doorlezen. Stap voor stap. Ook controleren we of we alle ...................................hebben. Is het eten niet bedorven? We letten extra goed op de ..................................................Als het eten te oud is, kunnen we ziek worden. Ons meest gebruikte ................................... zijn de pannen, messen en de spatels.