Week 42 Nederlands 1HM H.4 spelling

Nederlands 1HM week 42
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 1HM week 42

Slide 1 - Tekstslide

Nederlands 1HM week 42

Slide 2 - Tekstslide

Nieuwe week & nieuwe taak

Slide 3 - Tekstslide

Week 42  - 12 oktober t/m 
16 oktober 2020

  • Herhaling werken met weekplanners. Uitleg basis, de Brug en uitdaging. Computer: thuis.
  • Nakijken weektaak.
  • Maken opdrachten spelling hoofdstuk 3: meervouden op -es en voltooid/onvoltooid deelwoord
  • Boekentoets

Slide 4 - Tekstslide

Kies een boek voor je opdracht!

Slide 5 - Tekstslide

Lees nu 10 minuten in je leesboek. Dat doe je natuurlijk elke dag 

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze week leer je:

  • de verleden tijd van sterke werkwoorden correct moet spellen
  • doel m.b.t. fictie formuleren

Slide 7 - Tekstslide

Herhaling vorige les

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken weektaak
Controleer zelf je weektaak. 

De antwoorden staan aan het eind van de les.

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg theorie
Op de volgende dia volgt uitleg over je leerdoelen voor deze week.

Slide 10 - Tekstslide

Verleden tijd van sterke werkwoorden correct spellen (bladzijde 97)
Bij sterke werkwoorden verandert de klank in de verleden tijd:

– bied → bood, denk → dacht, zwemmen → zwommen, blazen → bliezen

Je schrijft de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd (pvtt) zo kort en eenvoudig mogelijk.

Slide 11 - Tekstslide

Verleden tijd van sterke werkwoorden correct spellen (bladzijde 97)
Zo schrijf je de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd

1 Gebruik de verlengproef om erachter te komen of een woord op een -d of een -t eindigt.

Let op: een persoonsvorm verleden tijd eindigt nooit op -dt.

2 Schrijf het woord zo kort en eenvoudig mogelijk. Gebruik nooit twee dezelfde klinkers of medeklinkers achter elkaar (dus ook geen -dd- of -tt-), behalve als dat voor de uitspraak nodig is.

Bekijk ook het schema werkwoordspelling.

Slide 12 - Tekstslide

Nieuw Nederlands online
  • https://nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl/plp#/book/91e5b276-5b20-492f-8794-cefa2c29863f/chapter/ca129581-0b6d-4bd0-a738-716fbd548d13/paragraph/c8815e63-78f7-4f63-8978-f5d988e0c43e/lesson/5ff112ee-5c1a-4519-a6f7-3b4c97386c1b

  • Als je de filmpjes nogmaals wilt bekijken kan dat op Nieuw Nederlands online. Let op: op je mobiel zal dat waarschijnlijk niet lukken.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Maken

Basis spelling
Startopdracht en opdracht
1 en 2  
bladzijde 96/97



Extra oefenen spelling
Opdracht 5 en 6 bladzijde 262


Uitdaging spelling
Opdracht 3 op bladzijde 97



Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Evaluatie
Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?

Weet je...

  • hoe je de verleden tijd van sterke werkwoorden correct moet spellen?

  • hoe je het onderwerp van een tekst vindt?

Slide 17 - Tekstslide

Nakijken weektaak
Aan het eind van de lesweek kijken we samen naar je weektaak.

De week daarna controleer je je zelf je gemaakte oefeningen.

Slide 18 - Tekstslide

Maken

Basis spelling
Startopdracht en opdracht
1 en 2  
bladzijde 96/97



Extra oefenen spelling
Opdracht 5 en 6 bladzijde 262


Uitdaging spelling
Opdracht 3 op bladzijde 97



Slide 19 - Tekstslide

Spelling startopdracht en opdracht 1 bladzijde 94
1/2 appelflappen – danspassen: verdubbeling laatste letter (+ –en toevoegen)
toverstaven – verjaardagsbrieven: f wordt v (+ –en toevoegen)
feestneuzen – slagroomsoezen: s wordt z (+ –en toevoegen)
geluidsboxen – partytenten: alleen –en toevoegen
toespraken – waterpistolen: klinker verdwijnt (+ –en toevoegen)


Slide 20 - Tekstslide

Spelling startopdracht en opdracht 1 bladzijde 94

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 4 bladzijde 95

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 5 bladzijde 95

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 1 bladzijde 258

Slide 24 - Tekstslide

Weektaak 42 afgerond

Slide 25 - Tekstslide