3BBL H4 P4 Is er werk voor jou?

Lessonup

Stap 1: ga naar lessonup.app
Stap 2: log in
Stap 3: klik op "Ja" om mee te doen met de les

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lessonup

Stap 1: ga naar lessonup.app
Stap 2: log in
Stap 3: klik op "Ja" om mee te doen met de les

Slide 1 - Tekstslide

Lessonup regels

Regel 1: tijdens de uitleg kijk je naar het grote bord
Regel 2: quizvragen beantwoord je op je eigen scherm
Regel 3: tijdens het beantwoorden van quizvragen ben je stil

Slide 2 - Tekstslide

H4 P4 Is er werk voor jou?
Bladzijde 112 t/m 115

Slide 3 - Tekstslide

Agenda
1.  Weet je het nog?
2. Leerdoelen
3. Voorkennis
4. Instructie
5. Samen oefenen
6. Quiz
7. Zelfstandig oefenen

Slide 4 - Tekstslide

1. Weet je het nog
Herhaling vorige les:

Één sleepvraag op je eigen scherm

Slide 5 - Tekstslide

Arbeidsmarkt
Werknemer
Werkgever
Aanbod
Vraag
Beroepsbevolking
Werkgelegenheid

Slide 6 - Sleepvraag

2. Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat werkloosheid is
2. Je kunt uitleggen wat voor soorten werkloosheid er zijn

Slide 7 - Tekstslide

3. Voorkennis
Een sleepvraag op je eigen scherm

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer ben je "werkloos"

Slide 9 - Open vraag

4. Werkloosheid
Je bent werkloos wanneer je

1. tussen de 15 jaar en pensioenleeftijd bnent
2. geen baan hebt
3. wel een baan zoekt

Slide 10 - Tekstslide

Wat is geen kenmerk van werkloos zijn?
A
15 jaar t/m pensioenleeftijd
B
geen baan
C
op zoek naar werk
D
minder dan 20 uur per week werken

Slide 11 - Quizvraag

4. Geregistreerd/verborgen
Geregistreerde werkloosheid = ingeschreven bij het UWV
--> recht op een uitkering

Verborgen werkloosheid = niet ingeschreven bij het UWV
--> geen recht op een uitkering

Slide 12 - Tekstslide

Werkzoekenden die niet bij het UWV staan ingeschreven, noem je de …............… 
geregistreerde werkloosheid 
verborgen werkloosheid 
werkgelegenheid
werkloosheid

Slide 13 - Sleepvraag

Als er veel bedrijven failliet gaan, dan neemt de 
 …............…........................   af. 
geregistreerde werkloosheid 
verborgen werkloosheid 
werkgelegenheid
werkloosheid

Slide 14 - Sleepvraag

4. Oorzaken werkloosheid
Er zijn VIJF oorzaken voor werkloosheid

1. Conjuncturele werkloosheid
2. Structurele werkloosheid
3. Frictiewerkloosheid
4. Seizoenwerkloosheid
5. Regionale werkloosheid

Slide 15 - Tekstslide

4. Conjuncturele werkloosheid
De vraag naar goederen en diensten daalt (= tijdelijk)

Voorbeeld: mensen hebben geen geld meer om hun huis te verbouwen

Slide 16 - Tekstslide

4. Structurele werkloosheid
Er verandert iets in het aanbod van goederen en diensten (= langdurig)

Voorbeeld: Philips verhuist haar fabriek van Eindhoven naar Polen

Slide 17 - Tekstslide

Tesla schaft robots aan die het werk kunnen doen en ontslaat 500 fabrieksarbeiders
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid

Slide 18 - Quizvraag

De koopkracht daalt. Mensen kopen minder spullen dan voorheen
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid

Slide 19 - Quizvraag

4. Frictiewerkloosheid
Het duurt even voordat je een baan gevonden hebt (= tijdelijk)

Voorbeeld: Na je studie duurt het 4 maanden voordat je een baan gevonden hebt

Slide 20 - Tekstslide

4. Seizoenwerkloosheid
Werkzaamheden kun je alleen in een bepaald seizoen doen (= tijdelijk)

Voorbeeld: Een ijsverkoper heeft in de winter geen werk

Slide 21 - Tekstslide

4. Regionale werkloosheid
In een bepaald gebied is de werkloosheid hoger (= langdurig)

Voorbeeld: De mijnen in Zuid-Limburg zijn al jaren gesloten

Slide 22 - Tekstslide

Na mijn ontslag, had ik pas na 8 maanden een andere baan
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Frictiewerkloosheid
D
Regionale werkloosheid

Slide 23 - Quizvraag

Omdat het slecht gaat met de economie, geven mensen minder geld uit
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Frictiewerkloosheid
D
Regionale werkloosheid

Slide 24 - Quizvraag

In Oost-Groningen is er weinig werk
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Frictiewerkloosheid
D
Regionale werkloosheid

Slide 25 - Quizvraag

Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Kies de juiste omschrijving bij de juiste soort werkloosheid
Werkloosheid die ontstaat door blijvende veranderingen.
Werkloosheid als gevolg van dalende bestedingen
Werkloosheid die in een bepaald gebied hoger is
Werkloosheid vanwege de tijd die het kost om te solliciteren
Werkloosheid omdat er maar een deel van het jaar werk is
Werklozen die zich hebben ingeschreven bij het UWV
Werklozen die zich niet hebben ingeschreven bij het UWV
Structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Regionale werkloosheid
Frictie werkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Geregistreerde werkloosheid
Verborgen werkloosheid

Slide 26 - Sleepvraag

7. Aan de slag (huiswerk)
Maak:
Hoofdstuk 4 paragraaf 4

blz 112 t/m 115

Slide 27 - Tekstslide