H2 Taalverzorging leestekens

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

H1 Taalverzorging formuleren

Ik kan leestekens correct gebruiken.
startopdracht, filmpje, groene blok
lessonup
H2 Taalverzorging spelling opdracht 1 t/m 4 en 6
Nederlands 2 
maken H2 Taalverzorging spelling opdracht 1 t/m 4 en 6
Klaar? laten zien, nakijken, verbeteren, laten zien
Lezen in leesboek

Doel behaald?
Vragen?
afmaken H2 Taalverzorging spelling opdracht 
Leesboek mee!

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdletters
Je schrijft een hoofdletter:
  • aan het begin van een zin.
  • bij bijvoeglijke naamwoorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid. 
  • bij eigennamen
Kleine letters
Je gebruikt een kleine letter:  

  • bij samenstellingen met religieuze feesten:
  • bij religies, stromingen en afleidingen daarvan:
  • bij windstreken;
  • bij namen van seizoenen, maanden en periodes. 

Slide 3 - Tekstslide

mevrouw H. de Jong
mevrouw De Jong
mevrouw Hennie de Jong

(de eerste letter van een naam schrijf je met hoofdletter)
Let op het verschil

Slide 4 - Tekstslide

Punt, uitroepteken, vraagteken
De bekendste leestekens zijn die aan het eind van de zin:

- de punt bij gewone zinnen.
- het vraagteken als er een letterlijke vraag wordt gesteld.
- het uitroepteken als er sprake is van een bevel of uitroep.

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg komma
Een komma gebruik je om de zin beter leesbaar te maken.
Je plaats een komma:
  • tussen twee persoonsvormen;
       Als jij de groente snijdt, bak ik het vlees.

  • voor een voegwoord;
        voor maar, doordat, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat, zodra

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg komma
Je plaats een komma:
  • tussen delen van een opsomming;
       Rianne spreekt Nederlands, Frans, Engels en Duits.

  • tussen een naam of een uitroep en de rest van de zin.
        Stop eens, ik heb een lekke band!
        Heb jij je huiswerk al af, Ewoud?

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag:
Maak opdracht:
1 t/m 4 en 6

Slide 8 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide