H9.4 Oplossen met inklemmen deel 1

Planning
Huiswerk nakijken 
H9.3 maken 25 27 28 29 30 32 33 34 en 35 blz 168 tm 171

Uit
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning
Huiswerk nakijken 
H9.3 maken 25 27 28 29 30 32 33 34 en 35 blz 168 tm 171

Uit

Slide 1 - Tekstslide

 Oplossen met grafieken

Slide 2 - Tekstslide

Oplossen met grafieken

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel is x in deze vergelijking?
3x + 20 = 35
A
x = 3
B
x = 5
C
x= 4
D
x = 6

Slide 4 - Quizvraag

Lesdoelen
  • Je leert oplossingen te vinden door in te klemmen.
  • Je leert de afspraken die nodig zijn om op de juiste manier antwoorden te vinden met inklemmen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Oplossen met inklemmen

Slide 7 - Tekstslide

Vergelijkingen oplossen met Inklemmen
Aan het eind van de les begrijp je hoe je een vergelijking moet oplossen door inklemmen.

Slide 8 - Tekstslide

Waarom met inklemmen?
  • Proberen tot je het juiste getal gevonden hebt

  • Invoer en uitkomst opschrijven in een inklemtabel

  • Let op het aantal decimalen


  • Altijd één getal erboven en één eronder proberen


Slide 9 - Tekstslide

Inklemmen
. Vergelijking:


Inklemmen:


Oplossing: 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 12 - Tekstslide

Los op met inklemmen betekent:
A
Getallen invullen in de formule
B
Getallen opschrijven zonder tabel
C
Een oplossing zoeken door de grafiek te tekenen
D
Geen enkel antwoord is goed

Slide 13 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2,50 + 0,50f = 15
A
f = 5
B
f = 30
C
f = 10
D
f = 25

Slide 14 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2 + 3,50t = 37
A
t = 11
B
t = 10
C
t = 12
D
t = 8

Slide 15 - Quizvraag


Het aantal boeren in Nederland daalt sterk.
De formule die erbij hoort is:
aantal boeren = 98 000 - 3 000 x tijd in jaren
In een krantenartikel wordt vermeld dat het aantal boeren is gedaald tot 80 000. Welke vergelijking hoort hierbij?
A
A = 80 000 - 3 000 x t
B
A= 98 000 - 80 000 x t
C
98 000 - 3 000 x t = 80 000
D
80 000 - 3 x t = 0

Slide 16 - Quizvraag


98 000 - 3 000 x t = 80 000
t: tijd in jaren
Bereken na hoeveel jaar het aantal boeren is gedaald  
naar 80 000.
Los de vergelijking op met inklemmen.

A
t = 20
B
t = 12
C
t = 10
D
t = 6

Slide 17 - Quizvraag


Los de vergelijking a2 + 3a = 418 
op met behulp van inklemmen
A
a = 17
B
a = 7,3
C
a = 83,2
D
a = 19

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk
blz. 174
Opgaven 37, 38, 39, 40, 41, 43, 44

Slide 19 - Tekstslide