3.7 Verwantschap

3.7 Verwantschap
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

3.7 Verwantschap

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Uitleg 3.7 Verwantschap (10 min)
quiz vragen / oefening
Aantekening
Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt toelichten wat fossielen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie. 

Je kunt toelichten dat overeenkomsten in de bouw van organen, de bouw van cellen en de samenstelling van stoffen in cellen duiden op verwantschap. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Fossielen

Versteende afdrukken

of

Versteende organismen (fossielen)

Slide 5 - Tekstslide

Argumenten voor evolutie
  • Fossielen

  •     soorten zijn ontstaan, veranderd of verdwenen.

Slide 6 - Tekstslide

Verwantschap
  •  Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap

Zoeken naar verwantschap door te kijken naar overeenkomst in:
  • de bouw van organen
  • processen in cellen 
  • samenstelling van stoffen in cellen

Slide 7 - Tekstslide

Overeenkomsten
Overeenkomsten in bouw;
Rudimentaire organen ; 
Celprocessen (is vaak gelijk)

Slide 8 - Tekstslide

Rudimentaire organen
= Organen die geen functie meer hebben en nauwelijks tot ontwikkeling komen
  • Bewijs dat verschillende soorten een gemeenschappelijke voorouder hebben
 

Slide 9 - Tekstslide

Overeenkomst in embryonale ontwikkeling

Slide 10 - Tekstslide

Stoffen uit cellen
Hoe meer stoffen (zoals DNA en eiwit) overeenkomen bij twee soorten, des te korter geleden hebben ze een gemeenschappelijke voorvader gehad. 

Dit kan steeds nauwkeuriger bepaald worden.

Slide 11 - Tekstslide

Stamboom
- Door DNA te vergelijken kan je een stamboom maken. Dit heet een evolutionaire stamboom.

- Hoe verder naar beneden, hoe langer geleden.


Slide 12 - Tekstslide

Stambomen

Slide 13 - Tekstslide

Stamboom

Slide 14 - Tekstslide

Dus... Aantekening
verwant(schap): Soorten met een gemeenschappelijke voorouder. Kijken naar: bouw van organen, processen in cellen en samenstelling van stoffen in cellen. 
Rudimentaire organen: 'overblijfselen' van organen


Slide 15 - Tekstslide

opdrachten
3.7 Lees bladzijde 205 t/m 212
Maak opdracht 1, 2, 3, 5, 6 
en opdr. 4 of 7, 8

Slide 16 - Tekstslide

Met welk dier heeft de giraffe het meeste verwantschap?
A
Dwergherten
B
Nijlpaarden
C
Tandwalvissen
D
Baleinwalvissen

Slide 17 - Quizvraag

Welke soorten hebben de meeste verwantschap?
A
Het paard en de hond
B
De hond en de kat
C
Weet niet
D
De kat en het paard

Slide 18 - Quizvraag

Met wie heeft soort B de meeste verwantschap?
A
A
B
C
C
D
D
E

Slide 19 - Quizvraag

Verwantschap is...
A
binnen één soort vergelijkbare eigenschappen hebben
B
het veranderen van een bestaande soort in een nieuwe soort
C
dieren die in dezelfde groep leven en bij elkaar blijven
D
een vergelijkbare eigenschap van een gemeenschappelijke voorouder krijgen

Slide 20 - Quizvraag

Wie heeft de meeste verwantschap met de gorilla?
A
Apen van de nieuwe wereld
B
Chimpansees
C
Orang-oetans
D
Gibbons

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een rudimentair orgaan
A
Een orgaan dat je voorouders ook hadden
B
Een orgaan dat je niet langer nodig hebt
C
Een orgaan waar je niet buiten kunt

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een rudimentair orgaan van de mens
A
Hersenen
B
Dikke darm
C
Blinde darm
D
Kleine teen

Slide 23 - Quizvraag

Welke zijn het meest met elkaar verwant?
A
Walvisachtigen en herten
B
Kameelachtigen en varkens
C
Herten en holhoornigen
D
Dwergherten en herten

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een rudimentair orgaan
A
Een orgaan dat je voorouders ook hadden
B
Een orgaan dat je niet langer nodig hebt
C
Een orgaan waar je niet buiten kunt

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een rudimentair orgaan van de mens
A
Hersenen
B
Dikke darm
C
Blinde darm
D
Kleine teen

Slide 26 - Quizvraag

Welke zijn het meest met elkaar verwant?
A
Walvisachtigen en herten
B
Kameelachtigen en varkens
C
Herten en holhoornigen
D
Dwergherten en herten

Slide 27 - Quizvraag