L1 samenwerking binnen een team

LES 1
Week: 1

School: Business & Retail
Crebo: 25724 - Assistant Business Services
Leerweg: BOL & BBL & GIT
Kerntaak: B1-K1: Voert taken uit binnen de zakelijke dienstverlening
Werkproces: B1-K1-W4 Samenwerking


Docent: dhr. R. Dewkali
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LES 1
Week: 1

School: Business & Retail
Crebo: 25724 - Assistant Business Services
Leerweg: BOL & BBL & GIT
Kerntaak: B1-K1: Voert taken uit binnen de zakelijke dienstverlening
Werkproces: B1-K1-W4 Samenwerking


Docent: dhr. R. Dewkali

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij Business Services
Welkom bij
Business Services

Slide 2 - Tekstslide

DEZE LES
  • Terugblik
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Aan het werk
  • Lesafsluiting


AFSPRAKEN
  1. Je bent op tijd in de les.
  2. Je neemt een eigen device mee naar mijn les.
  3. Je maakt opdrachten en levert deze op tijd in.
  4. Jas uit, pet/muts etc. af.
  5. In het lokaal mag je alleen water drinken, niet eten.
  6. Telefoons op zacht en in je tas (niet in je zak).

Slide 3 - Tekstslide

LESDOELEN
Aan het einde van deze les weet je meer over...
  1. het creëren en behouden van een succesvol team;
  2. het maken van goede werkafspraken;
  3. de verschillende soorten conflicten die voor kunnen komen op de werkvloer.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Samenwerken
Je hebt geleerd dat er binnen een bedrijf verschillende afdelingen zijn. Iedere afdeling heeft eigen functionarissen die eigen werkzaamheden uitvoeren.
Heb jij een (bij)baan? Dan heb je vast ook contact met verschillende collega's in verschillende functies. Vandaag kruip je in de huid van medewerkers bij drie verschillende bedrijven en ga je kijken met welke functionarissen zij samenwerken.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Opdrachten  A - B - C
Bekijk het filmpje Een dag als kantoormedewerker
Beantwoord de vraag aan het einde van de video correct
Opslaan als kantoormedewerker in BW4 Samenwerking

Bekijk het filmpje Het werk van een marketingmedewerker bij Kramp
Beantwoord de vraag aan het einde correct
Opslaan als marketingmedewerker in BW4 Samenwerking

Bekijk het filmpje Fietsdepot medewerkers, wat doen zij precies?
Beantwoord de vraag aan het einde van de video correct
Opslaan als fietsdepot in BW4 Samenwerking

Slide 8 - Tekstslide

Succesvol samenwerken
  • gemeenschappelijk meetbaar einddoel
  • regelmatig overleg
  • leden kunnen en willen samenwerken
  • open communiceren
  • tussen 4 en 15 medewerkers
  • leden moeten flexibel zijn
  • professionele beroepshouding
Doel dat gecontroleerd kan worden (aantal, bedrag).
Respectvol met elkaar communiceren, elkaar van de juiste informatie voorzien, luisteren naar elkaar, op tijd met elkaar communiceren.
Een instelling waarbij je niet alleen aan jezelf denkt, maar je voegt in de organisatie. Als het druk is blijf je langer, als iemand ziek is neem je wat werk over.

Slide 9 - Tekstslide

Werkafspraken
Regels en richtlijnen


Werkbare omgeving creëren


Voorkomen onduidelijkheid en irritatie

  1. Je bent op tijd in de les.
  2. Je neemt een eigen device mee naar mijn les.
  3. Je maakt opdrachten en levert deze op tijd in.
  4. Jas uit, pet/muts etc. af.
  5. In het lokaal mag je alleen water drinken, niet eten.
  6. Telefoons op zacht en in je tas (niet in je zak).

Slide 10 - Tekstslide

Ongeschreven regels
Normen
Naast de werkafspraken gelden op de werkplek ook ongeschreven regels waarvan wordt verwacht dat iedereen deze naleeft.

  • Je gaat nooit naar huis  als je collega's nog niet klaar zijn.
  • Je trakteert de collega's als je jarig bent.

Slide 11 - Tekstslide

Samenwerken in een magazijn
Samenwerken gaat beter als je goede afspraken maakt. Zo kan een afspraak zijn dat de werknemers bij Bidfood tien minuten voor aanvang van hun werktijd aanwezig moeten zijn. Als een werknemer zich daar niet aan houdt en een uur te laat op zijn werk verschijnt, hebben zijn collega's daar last van.
Afspraken werken natuurlijk alleen als iedereen het belang ervan inziet én zich eraan houdt!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Opdracht A  Afspraken Bidfood
  1. Maak de quiz Situaties in het magazijn
  2. Maak een print screen van het resultaat
  3. Opslaan als situaties in het magazijn in BW4 Samenwerking

Slide 14 - Tekstslide

Soorten conflicten 
Er bestaan verschillende soorten conflicten. Om het conflict goed op te lossen zal de leider van het team eerst moeten weten over wat voor soort conflict het gaat.
Als twee of meer partijen het niet eens kunnen worden.

Slide 15 - Tekstslide

Emotioneel conflict
Als iemand is geraakt en zich niet meer op zijn gemak voelt.

Slide 16 - Tekstslide

Machtsconflict
Als iemand meer macht naar zich toetrekt dan toegeschreven is.

Slide 17 - Tekstslide

Afspraakconflict
Als iemand zich structureel niet aan bepaalde afspraken houdt.

Slide 18 - Tekstslide

Stelling 1: Een medewerker heeft verschillende werkzaamheden, die onder te verdelen zijn in taken.
Stelling 2: Een functie kan bestaan uit verschillende taken.
Wat is juist?
A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
B
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.
C
Stelling 1 en 2 zijn juist.
D
Stelling 1 en 2 zijn onjuist.

Slide 19 - Quizvraag

Welke van onderstaande afspraken behoort tot de normen?
A
Aan het eind van de dag ruimt iedereen zijn eigen werkplek op.
B
Materialen die aanwezig zijn voor gemeenschappelijk gebruik worden na gebruik weer op de vaste plaats teruggezet.
C
Er wordt alleen koffie en thee gedronken tijdens de vastgestelde pauzes.
D
Je gaat nooit naar huis als je collega’s nog niet klaar zijn.

Slide 20 - Quizvraag

Lees het voorbeeld.
‘Het team moet deze maand zoveel mogelijk reserveringen maken’.
Welke van onderstaande zaken mist in dit doel?
A
Het is geen gemeenschappelijk doel.
B
Het is geen einddoel.
C
Het is niet meetbaar.
D
Het is niet realistisch.

Slide 21 - Quizvraag

Uit hoeveel teamleden bestaan de meeste teams?
A
Uit twee tot drie medewerkers.
B
Uit vier tot vijftien medewerkers.
C
Uit zestien tot twintig medewerkers.
D
Meer dan twintig medewerkers.

Slide 22 - Quizvraag

Lees het voorbeeld.
‘Technologische veranderingen kunnen ervoor zorgen dat jouw werk verandert.’
Waar is in dit voorbeeld sprake van?
A
Flexibele instelling.
B
Professionele beroepshouding.
C
Met elkaar willen samenwerken.
D
Open communicatie.

Slide 23 - Quizvraag

Stelling 1: Een team moet, om succesvol te zijn, niet groter zijn dan vijftien personen.
Stelling 2: Ieder conflict op de werkvloer moet worden opgelost.
Wat is juist?
A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
B
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.
C
Stellingen 1 en 2 zijn juist.
D
Stellingen 1 en 2 zijn onjuist.

Slide 24 - Quizvraag

Roos werkt bij een bloemist. Als de eigenaar van de zaak afwezig is maken Chris en Maud (haar collega’s) telkens grapjes over de beugel van Roos. Roos geeft bij haar leidinggevende aan onzeker te worden door de grapjes.
Om welk soort conflict draait het in deze situatie?
A
Machtsconflict
B
Emotioneel conflict
C
Afspraakconflict

Slide 25 - Quizvraag

Fleur is 2 weken geleden begonnen met werken bij een bakker. Haar collega’s Joyce en Markt werken al 3 jaar bij de bakkerij. Joyce en Mark bepalen steeds dat Fleur de ‘vervelende’ klusjes moet doen.
Om welk soort conflict draait het in deze situatie?
A
Machtsconflict
B
Emotioneel conflict
C
Afspraakconflict

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide