Werkvormen: Demaskarade

Werkvormen: Waarom ik?
Demaskarade
Werkvormen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsGeschiedenis+15BasisschoolMiddelbare schoolPraktijkonderwijsSpeciaal OnderwijsVoortgezet speciaal onderwijsMBO

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Introductie

Demaskarade is een speelse werkvorm waarbij leerlingen raden wie of wat er wordt omschreven aan de hand van drie tot vijf hints – van vaag naar herkenbaar. De naam verwijst naar het afvallen van het masker: het kan gaan om een klasgenoot, maar net zo goed om een land, historisch figuur of lesbegrip.

Instructies

Demaskarade – onthullen, verbinden, verdiepen

Wat is Demaskarade?
Demaskarade is een speelse werkvorm waarin leerlingen raden wie of wat er wordt omschreven aan de hand van drie of meer hints. De eerste hint is vaag of verrassend, de tweede maakt het iets duidelijker en bij de derde valt vaak het kwartje.
De naam is een knipoog naar ‘maskerade’ (vermommen) en ‘demasqué’ (ontmaskering). In elke ronde valt stukje bij beetje het masker af: dat van een klasgenoot, een historische figuur, een land of welk onderwerp je maar wilt.

Het unieke is: de leerlingen bedenken zélf de kenmerken. Dat is niet alleen leuk, maar ook didactisch krachtig.

Zo werkt het.
  1. Binnen het thema dat jij aangeeft, bedenken de leerlingen wie of wat ze zijn. Hiervan omschrijven zij 3 tot 5 kenmerken, die oplopen van vaag naar duidelijk.
  2. De eerste hint is iets dat weinig mensen weten. 
  3. De tweede hint maakt al iets duidelijk. 
  4. De derde is typisch of herkenbaar.
  5. Je leest de eerste hint voor. Leerlingen raden wie of wat er wordt bedoeld. Zij schrijven hun antwoord op of zetten het in een woordweb in LessonUp.
    Zet dezelfde antwoorden bij elkaar. Dat geeft je meteen een mooi beeld van de overtuiging van de leerlingen; houden ze voet bij stuk of laten ze zich beïnvloeden door de rest van klas?
  6. Bij elke volgende hint wordt het makkelijker. Je speelt net zo lang als leuk of relevant is.
Is de groep competitief? Dan zou je een puntentelling kunnen toevoegen. Wie het meteen raadt, krijgt de meeste punten. Bij elke volgende hint wordt het makkelijker, en dus de score lager.

Wat is de didactische kracht van Demaskarade?
Demaskarade combineert activerend leren met sociaal leren.
De waarde van deze werkvorm zit in het feit dat leerlingen zélf de hints bedenken.
  • Ze oefenen met actief ophalen van kennis (retrieval practice).
  • De hints zijn stapsgewijs opgebouwd (ondersteunend leren).
  • Ze leren de kern van een begrip vangen in eigen woorden (diep leren).
  • Ze denken na over wat écht belangrijk is (metacognitie).
  • En ze zijn gemotiveerd, omdat het spelvorm is én persoonlijk mag zijn.
Kortom: door zélf kenmerken te formuleren, verdiepen leerlingen hun begrip en leren ze de stof écht kennen.

In welke lesfase zet je Demaskarade in?
Demaskarade is flexibel. Je kunt hem inzetten in verschillende fasen van je les:
  • Begin van het jaar: om elkaar te leren kennen en een veilige groepssfeer te creëren.
  • Einde van een les of thema: als speelse manier om leerstof te herhalen of te verwerken. Maar speel ook het kennismakingsspel nog eens! Wat heeft de klas in de loop van het jaar met elkaar gedeeld en hoe goed kennen zij elkaar?
  • Tussendoor: als energizer of overgangsmoment tussen twee blokken.
  • Als formatieve evaluatie: ontdek wat leerlingen weten of onthouden hebben — zonder toetsdruk.
Aan te passen naar nagenoeg iedere lesinhoud:
De kracht van Demaskarade zit in de eenvoud én de aanpasbaarheid. Enkele voorbeelden:
  • Aardrijkskunde: laat leerlingen doen alsof ze een land zijn. Hint 1: "Ik heb veel vulkanen", Hint 2: "Ik ben lang en smal", Hint 3: "Mijn hoofdstad is Santiago."
  • Geschiedenis: beschrijf een historische figuur of gebeurtenis. Laat leerlingen raden wie of wat.
  • Frans: laat leerlingen Franse woorden, uitdrukkingen of bekende personen omschrijven met hints in het Frans of Nederlands.
  • Ook bij thema’s als burgerschap, beroepenoriëntatie of actualiteit kun je Demaskarade inzetten.
Hoe maak je het?
  • Zonder devices is de werkvorm eenvoudig in te zetten. Een centrale informatieve slide met hotspots per kenmerk geeft de leerlingen houvast in het noteren van de kenmerken. Voeg een spinner toe om willekeurig een leerling te kiezen die de kenmerken een voor een mag oplezen.
    De leerlingen schrijven na ieder kenmerk hun antwoord op.
    Maak de les actief door post-its te gebruiken en antwoorden te laten groeperen. 
  • Werk je met devices, dan kan je naast de informatieve slide een woordweb inzetten. De antwoorden in het woordweb blijven zichtbaar en zijn aan te vullen zolang je de invoer niet sluit. Zo kan je per kenmerk de antwoorden laten geven en groeperen.
    Een drietal open vragen geeft leerlingen ook de mogelijkheid na ieder kenmerk een antwoord te geven.
  • Maskeer je zelf een personage of onderwerp, dan zou je met een poll ook kunnen testen in hoeverre de klas weet wat er gedemaskeerd moet worden. Maak voor ieder kenmerk een nieuwe poll. Door steeds weer de verdeling van stemmen in het diagram te laten zien, kunnen leerlingen al dan niet bepalen mee te gaan met de rest van de groep. Het zet ze in ieder geval aan tot denken; waarom ben ik overtuigd van antwoord a, terwijl bijna iedereen kiest voor c? 
  • Sluit de werkvorm af met een aantal reflectievragen: laat leerlingen nadenken over wat ze hebben geleerd of herkend. Was het terecht dat ze hun klasgenoten volgden of hadden zij bij hun eigen standpunt moeten blijven? Wat leert je dat?
Tot slot
Demaskarade is veel meer dan een ‘leuk spelletje’. Het is een krachtige, flexibele werkvorm die uitnodigt tot verbinding, verdieping en verwondering. En het mooie is: je kunt er morgen al mee starten. Een blanco kaart, drie hints, en je hebt een les waar leerlingen nog even over doorpraten.

Wil je deze werkvorm direct toepassen? In deze les staan voorbeelden voor de vakken: Mentorles, Geschiedenis en Aardrijkskunde. Zet deze direct in, in jouw les of laat je inspireren. Sla jouw favoriete slide op via de 'Bewaar' knop en pas de lesslides eenvoudig aan voor jouw les.

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Werkvormen: Waarom ik?
Demaskarade
Werkvormen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkvormen: Waarom ik?
Achter elke kaart schuilt een persoon, een plek of een voorwerp – en het is aan jullie om te ontdekken wie of wat er schuilgaat achter de hints.
Bij elke ronde valt er een tipje van het masker. Hoe snel ontmasker jij het geheim van je klasgenoot?

Welkom bij de Demaskarade.
Demaskarade

Slide 2 - Tekstslide

Introductie
Leg de werkvorm kort uit
Gebruik deze slide en beschrijf de bedoeling van het spel in 2-3 zinnen.
Leg uit dat leerlingen straks hints krijgen en moeten raden over wie of wat het gaat.

Instructie
Verzamel de input van leerlingen door hen op een velletje papier (gebruik hiervoor eventueel het PDF in de bijlage).
Vraag leerlingen om 3 eigenschappen over een persoon, plek of voorwerp in te vullen.
Laat ze beginnen met een kenmerk dat moeilijk te raden is en eindigen met iets wat het raden van het personage, plek of voorwerp makkelijk(er) maakt. 

Speel het spel
- Trek een formulier van 1 van de leerlingen en lees de eerste hint voor. 
- De leerlingen schrijven óf hun antwoord op een vel papier óf geven het antwoord in het woordweb in de volgende slide.
Onthul de antwoorden, want dat draagt bij aan de lol. Kan de persoon om wie het gaat zijn 'masker' ophouden? Of verraad deze zichzelf?
- Herhaal deze stappen tot je alle drie de kenmerken hebt opgelezen.
- Is de groep na deze drie rondes unaniem? Of is er nog twijfel? 
- Vraag aan de persoon om wie het gaat het 'masker' af te gooien en zichzelf kenbaar te maken.

Nabespreken
- Loop eventueel de antwoorden na. Wie had het antwoord meteen goed? Wie kan uitleggen waarom ze voor deze klasgenoot gekozen hadden?
- Wie is er verrast over deze kenmerken? Wat vindt de groep het meest opmerkelijk?

Tips:
- Doe zelf ook mee met dit spel. 
Wijs eventueel per ronde een nieuwe quizmaster aan om het spel extra aan te zetten.
- Laat de leerlingen i.p.v. een voorwerp, persoon of plaats eens zichzelf in drie kenmerken omschrijven. Hoe goed kent de klas elkaar?
- Je kan de te raden onderwerpen ook thematiseren. Denk aan sport, boek & film, (strip-)helden, actualiteit, etc.
Werkvormen: Waarom ik?
Demaskarade
Schrijf 3 kenmerken op van een persoon, voorwerp of plek. 

Kenmerk 1:
Een een verrassend of onbekend feitje dat maar weinig mensen weten over dit onderwerp.
Kenmerk 2:
Een kenmerk dat al wat duidelijker maakt waar of over wie het gaat.
Kenmerk 3:
Een herkenbaar punt waardoor de meeste mensen het wel kunnen raden.


Kenmerk #1
Kenmerk #2
Kenmerk #3

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit kenmerk vertelt iets over ... 

Slide 4 - Woordweb

Werkwijze

Met devices
  • Trek een van de briefjes en lees het eerste kenmerk voor.
  • Alle leerlingen vullen in wat zij denk dat ontmaskerd moet worden. 
  • Sleep dezelfde antwoorden naar elkaar.
  • Houd het woordweb open, lees het tweede kenmerk en sleep wederom dezelfde antwoorden naar elkaar.
  • Doe hetzelfde na het derde kenmerk.
  • Speel het spel zo lang de klas het aankan.
Kennismaken
Hobby
Huisdier
Film
Boek
Muziek
Sport
Talent
Huisgenoten
Uiterlijk
Kleding
Eten
Game

Slide 5 - Tekstslide

Voor de docent:
Deze opdracht kan zowel aan het begin als aan het eind van het jaar gespeeld worden. Wat weten de leerlingen van elkaar? Welke informatie hebben ze gedurende het jaar gedeeld met elkaar? Kunnen ze aan de hand van de kenmerken elkaar ontmaskeren?

Reisgenoten raden:
Voorbereiding:
  • Print de PDF uit de bijlage uit zodat je voor iedere leerling (en jezelf) een kaart hebt. 
  • Laat de kaarten uitknippen.
  • Iedereen vult op een kaart 5 eigenschappen van zichzelf in. Je start met de moeilijkst te raden eigenschap en maakt het steeds makkelijker.
  • Hebben de leerlingen moeite met het invullen van de kaart, laat ze dan in het woordweb zoeken naar onderwerpen die hen aanspreken.
  • Vul zelf ook een kaart in, want je bent net zo goed een onderdeel van de groep.
Spelregels:
  • Schud de kaarten.
  • Trek de bovenste kaart.
  • Lees de bovenste eigenschap voor en vraag wie weet over wie deze kaart gaat?
  • Vingers worden opgestoken.
  • Weten meer leerlingen om wie het gaat? Laat ze hun antwoord opschrijven. 
  • Iedereen die bij de eerste hint al weet om wie het gaat, krijgt 50 punten.
  • Bij het raden na de tweede hint 40, enz.
  • De speler met de meeste punten wint.
  • Speel zoveel kaarten als de groep het leuk vindt. 
Tips:
  • Laat de leerlingen na ieder kenmerk in het woordweb in de volgende slide de naam van de klasgenoot invullen waar zij aan denken.
  • Speel het spel een paar keer in het schooljaar. Bepaal zelf in hoeverre de kaarten opnieuw ingevuld moeten worden, wanneer elkaars eigenschappen kennen.
  • Vul nieuwe kaarten in met een specifiek thema; school, vrije tijd, wensen, etc.
Kenmerk 1
Kenmerk 2
Kenmerk 3
Kenmerk 4
Kenmerk 5

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De-maskarade
Weet jij welk masker je klasgenoot heeft opgezet?
Luister naar de kenmerken en ontmasker het historische personage.
Kenmerk 1
Geef een hint over de tijd waarin deze figuur leefde. Denk daarbij aan jaartallen, een gebeurtenis of andere bekende figuren die in dezelfde tijd leefden.
1
Kenmerk 2
Geef een hint over het land waar deze persoon leefde.
2
Kenmerk 3
Geef een hint over de invloed van deze persoon op de geschiedenis. Was deze positief of negatief? Welke verandering bracht dit personage op gang? Of wie waren bondgenoten of juist tegenstanders?
3
Kenmerk 4
Omschrijf het personage. Denk aan kenmerken als; is het een man of een vrouw, zijn er uiterlijke eigenschappen of attributen kenmerkend voor deze figuur, leeftijd, culturele achtergrond, uitspraken, etc?
4
Kenmerk 5
Om welke specifieke gebeurtenis is dit personage wereldberoemd geworden? Denk aan uitvindigen, daden, uitspraken of nalatenschap.
5
Draai de spinner om te bepalen wie wordt ontmaskerd:

Slide 7 - Tekstslide

De-maskarade

Uitleg:
  1. De leerlingen nemen een historisch figuur in hun hoofd en omschrijven deze persoon aan de hand van de 5 kenmerken onder de hotspots.
  2. De spinner bepaalt wie ontmaskerd gaat worden.
  3. Een voor een leest deze leerling de kenmerken voor. Na ieder kenmerk mag de klas raden om welk personage het gaat.
  4. Speel zoveel rondes als de klas aan kan.
Tip
  • Laat leerlingen in groepjes vier personages uitwerken en op papier zetten. Vervolgens wisselen de groepjes van blaadjes en gaan ze speuren naar elkaars gemaskerde, historische personages.
  • Werk je met devices? Laat de leerlingen per kenmerk hun antwoord in het hieropvolgende woordweb invullen.
    Houden de leerlingen vast aan hun eerste antwoord? Sleep dat antwoord door naar kenmerk 2.
    Willen de leerlingen hun antwoord aanpassen? Laat ze dan een nieuw antwoord geven.
Kenmerk 1
Kenmerk 2
Kenmerk 3
Kenmerk 4
Kenmerk 5

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De-maskarade
Herken jij het land dat is gemaskeerd?
Luister naar de kenmerken en ontmasker het land.
Kenmerk 1
Vertel een feitje over het land dat bijna niemand weet.
Denk aan een bekend personage, een gebouw, een traditie of een uitspraak.
1
Kenmerk 2
Geef aan in welk continent dit land ligt.
2
Kenmerk 3
Noem iets over een natuurverschijnsel, het klimaat of bevolking voor dit land.
3
Kenmerk 4
Wat is een heel bekend persoon, produkt, toeristische trekpleister of gebruik uit dit land?
4
Kenmerk 5
Benoem een kenmerk waardoor niemand meer om het land heen kan. Denk aan bijvoorbeeld de hoofdstad, een nationaal produkt, de vlag of een recente gebeurtenis.
5
Draai de spinner om te bepalen welk land wordt ontmaskerd

Slide 9 - Tekstslide

De-maskarade

Uitleg:
  1. De leerlingen nemen een land in hun hoofd en omschrijven het aan de hand van de 5 kenmerken onder de hotspots.
  2. De spinner bepaalt wiens land ontmaskerd gaat worden.
  3. Een voor een leest deze leerling de kenmerken voor. Na ieder kenmerk mag de klas raden om welk land het gaat.
  4. Speel zoveel rondes als de klas aan kan.
Tip
  • Laat leerlingen in groepjes werken. Ieder groepje krijgt een landkaart en drie pionnen. De leerlingen zetten na ieder kenmerk een pion op de kaart in het land dat zij denken te ontmaskeren. 
  • Werk je met devices? Laat de leerlingen per kenmerk hun antwoord in het hieropvolgende woordweb invullen.
    Houden de leerlingen vast aan hun eerste antwoord? Dan hoeven ze geen antwoord meer in te vullen.
    Willen de leerlingen hun antwoord aanpassen? Laat ze dan een nieuw antwoord geven en versleep dat naar het vak van het desbetreffende kenmerk.
Kenmerk 1
Kenmerk 2
Kenmerk 3
Kenmerk 4
Kenmerk 5

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Werkvormen: Waarom ik?
Vind meer inspiratie op ons Inspiratiekanaal.
Alle werkvormen van LessonUp vind je op het kanaal WoW. 
Werkvormen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer lessen zoals deze