Woordenschat 4.3 & Taalles 7.2

Taal woordenschat
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Taal woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Let op!
Kijk goed op alle slides wat je moet doen. Het is een combinatieles van woordenschat en taal!

Slide 2 - Tekstslide

Woordenschat les 4.3
Lees eerst de woordenlijst door op de volgende slides.


Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

woordenlijst deel 1
Avontuurlijk: iemand die van avonturen en onverwachte dingen houdt, is avontuurlijk.
De Amerikaan: iemand die uit Amerika komt.
De bestemming: de plek waar je naar toe gaat.
De bezienswaardigheid: iets dat leuk is om te bekijken in een bepaald gebied, zoals een plein of een kasteel.
De dagtocht: een uitstapje dat één dagje duurt.
De Engelsman: iemand die uit Engeland komt.

Slide 5 - Tekstslide

woordenlijst deel 2
De rondleiding: van alles laten zien op een bepaalde plek en er informatie over geven.
De route: de weg die je moet volgen om ergens te komen.
De vakantieganger: iemand die op vakantie gaat.
Heimwee: heel graag naar huis toe willen.
Het buitenland: alle landen buiten het land waar je woont noem je het buitenland.
Overnachten: ergens blijven slapen.

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat les 4.3
Maak de woordenschatles op snappet en kom daarna terug op lessonup voor de taalles.


Slide 7 - Tekstslide

Taal

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg
Je moet in deze les de woorden steeds in het juiste rijtje plaatsen.

Slide 10 - Tekstslide

Maak de les
De opgaven die je samen met een maatje moet doen, mag je overslaan. Maar je mag deze opgaven natuurlijk ook met  iemand doen die bij jou in huis is.  Het gaat om opgave 6c t/m e en om opgave 7c + d. Succes!!!!                                                                    

Slide 11 - Tekstslide