5.3 Lezen les 3 1KGT

  • Pak je leesboek en ga rustig lezen
  • Werkboek en etui op tafel
  • Je zit op je vaste plek
5.3 Lezen
timer
12:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

  • Pak je leesboek en ga rustig lezen
  • Werkboek en etui op tafel
  • Je zit op je vaste plek
5.3 Lezen
timer
12:00

Slide 1 - Tekstslide

  • Onderwerp toets spreekvaardigheid?
  • Bespreken huiswerk
  • Tekstdoelen
5.3 Lezen
Vandaag:

Slide 2 - Tekstslide

  • De tekstdoelen overtuigen en activeren herkennen.
  • Dit zijn de laatste twee tekstdoelen die je dit jaar leert. 
5.3 Lezen
In deze paragraaf leer je:

Slide 3 - Tekstslide

  • Dat de lezer het met de schrijver eens is. 
5.3 Lezen - herhalen
Wat wil een schrijver met het tekstdoel 'overtuigen'?
Dit hotel krijgt van mij 5 sterren
Het acteerwerk in de film is echt subliem! 

Slide 4 - Tekstslide

  • Dat de lezer iets gaat doen (kopen of aanmelden). 
5.3 Lezen - herhalen
Wat wil een schrijver met het tekstdoel 'activeren'?
Schrijf je nu in en ontvang de eerste 3 maanden gratis.
2 voor de prijs van 1
Word vrijwilliger en ontvang deze outfit.

Slide 5 - Tekstslide

5.3 Lezen - Tekstdoelen  2 blz. 107
Je weet al dat een schrijver een tekst altijd met een bepaalde bedoeling schrijft: het tekstdoel. Eerder leerde je over de tekstdoelen informeren en amuseren. In deze paragraaf leer je over twee nieuwe tekstdoelen: overtuigen en activeren.

  • Een tekst die je wil overtuigen of activeren, heeft bijna altijd meer dan één
     tekstdoel. De schrijver van een filmbespreking zal bijvoorbeeld altijd
     informatie geven over een film. 
  • Maar hij wil je toch vooral overtuigen dat je wel of juist niet naar de film
     moet gaan. Hij geeft daarom zijn mening over de film.

Slide 6 - Tekstslide

5.3 Lezen - Tekstdoelen  2 blz. 107
Ook in een advertentie staat meestal informatie over een product. Maar de schrijver van de advertentie wil vooral dat je het product koopt.

Als in een opdracht gevraagd wordt wat het tekstdoel is, noteer je altijd het belangrijkste tekstdoel.

  • Let op: Vraag je bij een overtuigende of activerende tekst altijd af of je het
     eens bent met de mening in de tekst. 
  • Vraag je verder vooral bij reclameteksten af of alles wat je leest waar is.
     In de teksten staan meestal alleen positieve eigenschappen van producten.

Slide 7 - Tekstslide

5.3 Lezen - de 4 tekstdoelen
tekstdoel
wat wil de schrijver
voorbeeld
informeren
de lezer informatie geven over een onderwerp
nieuwbericht (ook website), krant, brief, handleiding, lesboek
amuseren
de lezer vermaken
(plezier laten hebben)
leesboek, strip, songtekst
overtuigen
dat de lezer het met hem eens is
film- of boekbespreking, review/beoordeling van een hotel of restaurant
activeren
dat de lezer iets gaat doen
advertentie, reclamefolder, lid worden een club, donor worden.

Slide 8 - Tekstslide

      informeren      amuseren        overtuigen        activeren                 
5.3 Lezen - de 4 tekstdoelen

Slide 9 - Tekstslide

  • Maak opdracht 2, 3, 4 en 5 op blz. 106-108
  • Bespreken antwoorden 
5.3 Lezen
Zelfstandig werken
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

  • Ga rustig zitten, en luister terwijl ik voorlees.
  • Werkboek en etui op tafel
  • Je zit op je vaste plek
5.3 Lezen

Slide 11 - Tekstslide

5.3 Lezen
Werk samen
Signaalwoorden : opsomming (blz. 179)
als eerste, daarna, bovendien, ook, daarnaast, verder, tot slot
  • Maak opdracht 9 en 10 op blz. 110
  • Bespreken antwoorden 
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

5.3 Kijken en luisteren - werk in tweetallen
  • Je hebt pen en papier nodig.
  • Kijk en luister (5,5 minuut) naar het 8-uur journaal
     van vandaag.
  • Bedenk drie vragen bij de onderwerpen?
      Zorg ook dat je de antwoorden weet.
  • Bespreek de vragen met een ander groepje.

Slide 13 - Tekstslide

5.3 Lezen
Huiswerk

Slide 14 - Tekstslide