Ch. 3 H + schrijven 23/1/25

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bienvenue dans la classe de Français!

Le programme d'aujourd'hui:

• On va parler de la grammaire
• On va exercer pour la répétition

Le but de ce cours: Je bent klaar voor de repetitie!

Naar de les Frans neem je ALTIJD mee:

• Ton livre (je boek) (attention: boek A!)
• Ton cahier (je schrift) 
• Un stylo bleu et rouge (een blauwe/rode pen)
• Tes écouteurs (je oortjes) 

Les règles de classe:

• Jas, eten & gamen: Buiten de les!! 
• We zorgen goed voor het lokaal en de spullen die erin staan.
• We praten vriendelijk met/tegen elkaar.
• We luisteren naar elkaar en wanneer ik jullie aandacht wil, zijn jullie stil.
• Wanneer je iets wilt vragen/zeggen -> vinger omhoog. 
• Let op het stoplicht!! ->

Het bezittelijke voornaamwoord.

Welke franse bezittelijke voornaamwoorden zijn er? 

Wanneer we deze toepassen, waar moeten we dan op letten?

Er is één uitzondering in het gebruik van een bez.vnw, wie weet welke?

Les devoirs

Apprends bron H ch. 3 + je aantekeningen (page 133) + fais ex. 30c, d, e, 31a (page 127)

(jouw) ....... classe est sympa?

1. ma
2. tes
3. ta
4. ton

(zijn) ....... soeur est sévère.

1. son
2. sa
3. ses
4. ton

(hun) ....... parents sont divorcés

1. nos
2. ses
3. vos
4. leurs

J'aime (mijn)....... amie!

1. ton
2. mon
3. ma
4. sa

(onze)...... prof est sympa!

1. nos
2. votre
3. notre
4. leur

(jullie) ....... école est ici?

1. votre
2. notre
3. vos
4. nos

(haar) ....... livres sont fermés.

1. son
2. ton
3. tes
4. ses

Exercer pour la répétition....

écris dans ton cahier:

Écrire

Quoi (wat):fais un texte: in welke klas zit je, welke docent, leuk/niet leuk, welke dag en tijd heb je je lievelingsdocent?

fais 5 phrases entières!! 

comment: seul

Aide (hulp): Bronnen C + G

Temps: 10 minutes

Prêt (klaar): apprends pour la répétition

Volgende Repetitie (ch. 3): Le 24 janvier 

Alle bronnen van ch. 3 (pages 130-133) 

Dans la répétition:

1. écouter

2. traduis les mots

3. grammaire bv ->  Elise (is).... dans la classe / Tu aimes (jouw)....... prof?

4. stukje schrijven: in welke klas zit je, welke docent, leuk/niet leuk, welke dag en tijd heb je je lievelingsdocent?

5. Lire un texte

6. combine les mots bv. la biologie / les maths (horen bij elkaar)

Fin du cours

Le but de ce cours... 

À la prochaine fois!!

le dos

la gorge

le ventre

la jambe

la main

le pied

la tête

le bras

accro

mauvais(e)

de rug

de keel

de voet

de hand

het been

het hoofd

de buik

de arm

verslaafd

slecht