Elektriciteit en magnetisme Pabo

Waar denk je aan bij Elektriciteit?
1 / 43
volgende
Slide 1: Woordweb
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Waar denk je aan bij Elektriciteit?

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Video

Wat staat er altijd aan in een elektriciteit centrale ?
A
water
B
vuur
C
stoom
D
gas

Slide 3 - Quizvraag

Hoe heten die kleine bolletjes
A
leukotronen
B
neutronen
C
protonen
D
elektronen

Slide 4 - Quizvraag

Stroomkringen

Een stroomkring is een klein cirkeltje van een +pool naar een -pool. Kijk maar naar de batterij hiernaast. 

Om het lampje te laten branden heb je een spanningsbron, weerstand en elektriciteitsdraden nodig.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Serie?                                 Parallel?

Slide 7 - Tekstslide

Serie-schakeling ----- Parallel-schakeling
x

Slide 8 - Tekstslide

Voor een stroomkring heb ik nodig;
A
Elektriciteitsdraad
B
Een weerstand
C
Spanningsbron
D
Alle drie

Slide 9 - Quizvraag

Een stroomkring loopt van de...
A
-pool naar de +pool
B
+pool naar de -pool

Slide 10 - Quizvraag

 Schakelaars

Een stroomkring moet dus dicht zitten om een lampje te laten branden. Een schakelaar zorgt ervoor dat de stroomkring even onderbroken wordt, waardoor het lampje uit gaat. De stroom kan dan niet van de +pool naar de -pool gaan.

Slide 11 - Tekstslide

Serie of parallel schakeling?
A
Serie
B
Parallel

Slide 12 - Quizvraag

Kees wilt drie lampjes parallel schakelen. Hierbij wilt hij dat ieder lampje apart aan of uit te zetten is door een schakelaar. Welk schakelschema moet Kees gebruiken?
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Geleiders
Geleiders.

Geleiders zijn stoffen waar elektrische energie doorheen kan 'lopen'. Alle metalen zijn geleiders voorbeelden hiervan zijn: koper, aluminium, staal, zilver, goud enz enz. Maar ook je potlood is een goede geleider. In potlood zit grafiet. 

Slide 14 - Tekstslide

ISOLATOREN 

Isolatoren zijn stoffen waar geen elektrische energie doorheen kan 'lopen'.  Denk aan plastic, glas, hout, lucht, rubber en de 
niet metalen zoals: zuurstof, stikstof, chloor

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

LES 3: Elektriciteit en Magnetisme

Slide 19 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen zijn spanningsbronnen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Noem minstens één reden waarom fossiele brandstoffen geen duurzame energiebronnen zijn:

Slide 21 - Open vraag

Gaat het lampje branden?
A
Ja, want de stroomkring is gesloten
B
Ja, want de stroomkring is gesloten en een gum is een geleider
C
Nee, een gum is een isolator dus er gaat geen stroom lopen
D
Nee, want de spanning van de batterij is te laag

Slide 22 - Quizvraag

Hopelijk ging dat goed!

Deze les gaat over:  Elektriciteit en Magnetisme   
 

Slide 23 - Tekstslide

Dan gaan we nu beginnen aan het volgende onderwerp: 
"Elektriciteit en Magnetisme"

Vul op de volgende slide in waar je aan denkt bij magnetisme

Slide 24 - Tekstslide

Magnetisme

Slide 25 - Woordweb

Slide 26 - Video

Zet de naam van de magneet bij de juiste afbeelding. Als je het niet weet, kijk dan op blz. 153 van je tekstboek
 
Naaldmagneet
Hoefijzermagneet
Staafmagneet

Slide 27 - Sleepvraag

Hoe werkt een magneet?
Een magneet heeft een Noord- en Zuidpool

Noord + Zuid = aantrekken
Noord + Noord = afstoten
Zuid + Zuid = afstoten


Slide 28 - Tekstslide

Onthoud: 

Bij een magneet stoten gelijke polen elkaar af en ongelijke polen trekken elkaar aan.   

Een magneet heeft altijd deze twee polen! Wanneer je een magneet in tweeën breekt, krijg je twee magneten met beide een Noord- en Zuidpool. 

 

Slide 29 - Tekstslide

In een magnetisch veld ordenen magnetische deeltjes zich:  Aan de noordkant van de magneet liggen deeltjes met hun zuidpool gericht op de magneet. Aan de zuidkant is dit andersom. Wanneer je de magneet omdraait, draait het veld zich dus ook om. 

Slide 30 - Tekstslide

Een magneet kan je aanzetten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Onjuist! Een magneet is altijd magnetisch, je kan een magneet dus niet aan of uitzetten. 

Slide 32 - Tekstslide

Met behulp van elektriciteit kunnen we wel een magneet maken die aan en uit kan. Dat noemen we een elektromagneet. 
Met behulp van elektriciteit kunnen we een magneet maken die aan en uit kan worden gezet. Dat noemen we een elektromagneet. 

Slide 33 - Tekstslide

Waar denk jij dat elektromagneten voor gebruikt kunnen worden?

Slide 34 - Open vraag

Elektromagneten kunnen worden gebruikt bij het sorteren van afval:
Voor elektrische deursloten worden
ook elektromagneten gebruikt
De elektromagneet "vist" de magnetische spullen uit het afval en kan ze weer ergens anders loslaten door de magneet uit te zetten

Slide 35 - Tekstslide

Maar hoe werkt een elektromagneet? Kijk daarvoor het volgende filmpje!

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Wanneer er een stroom door een draad loopt ontstaat er ook een magnetisch veld. Dit veld kan versterkt worden. Wanneer je de elektrische stroom weer uitzet gaat de magneet ook weer uit. 

Slide 38 - Tekstslide

De sterkte van de elektromagneet hangt af van:
- aantal windingen spoel
>> hoe meer windingen (windingen = aantal "rondjes" dat het draad maakt); hoe sterker de elektromagneet
- grote van stroom door spoel
>> hoe groter de stroom; hoe sterker
de elektromagneet
- ijzeren kern in spoel
>> hoe dikker deze ijzeren kern (spijker in
de foto hiernaast); hoe sterker de elektro-
magneet

Slide 39 - Tekstslide

De elektromotor
Met een elektromagneet kunnen we elektriciteit omzetten in beweging. Dat is heel erg handig, denk maar aan de elektrische fiets en auto, de elektrische tandenborstel, mixers en boren. 

In het volgende filmpje zie je hoe zo'n elektromotor werkt! 

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video


Op de volgende pagina nog een fimpje van een simpele elektromotor. Kijk naar het filmpje en probeer te snappen wat er gebeurt.

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video