Met een lens wordt een afbeelding van een bloem gemaakt. Om te bepalen waar het beeld van de bloem komt zijn vanaf de bovenkant van de bloem drie lichtstralen getekend. Deze lichtstralen zijn op zo’n manier gekozen dat makkelijk te bepalen hoe ze door de lens worden afgebogen. Bepaal voor elk van de drie lichtstralen hoe ze verder lopen en bepaal hiermee de plaats van het beeld van de bloem.