bloed


Bloed
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Bloed

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling
  • Bloedcellen:
    - Rode bloedcellen
    - Witte bloedcellen
    - Bloedplaatjes
  • Bloedplasma (=serum)
    - Plasma-eiwitten
    - Water
    - Opgeloste stoffen (mineralen) (voedingsstoffen en afvalstoffen)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedcellen
  • Rode bloedcellen - vervoeren zuurstof
  • Witte bloedcellen - belangrijk bij de afweer
  • Bloedplaatjes - bloedstolling 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcellen
  • Bestrijden ziekteverwekkers
  • Witte bloedcellen type 1: Eten de ziekteverwekkers op
  • Witte bloedcellen type 2: Maken afweerstoffen (antistoffen)
  • ENIGE BLOEDCEL MET EEN KERN !!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rode bloedcellen
Functie:  vervoert zuurstof

Let op: geen KERN

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplaatjes
Functie: 
zorgt voor bloedstolling
vorm: 
geen vaste vorm
kern:
geen celkern

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedvaten

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

alle bloedvaten
als je goed op de afbeelding kijkt zie je dat de bloedvaten twee verschillende kleuren hebben.
rode bloedvaten zijn zuurstofrijk
blauwe bloedvaten zijn zuurstofarm.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slagaders
- Slagaders bewegen het bloed van het hart af.
- Bloed in de slagaders bevat veel zuurstof.
- De bloedruk in de slagaders is hoog. 
- De wanden van de slagaders zijn dik en elastisch.
- Slagaders liggen diep in het lichaam.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Haarvat

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aders
Door de aders stroomt het bloed van de organen weg terug naar het hart.


- liggen minder diep in je lichaam dan de
  slagaders
- bevatten aderkleppen

Aderkleppen zorgen ervoor dat het bloed in de aders niet terugstroomt naar de organen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Niet zo'n gespierde wand
Overal kleppen
Kleppen bij het hart

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 9
Hiernaast zie je een tekening van een nier met de drie soorten bloedvaten.
Hoe heten de bloedvaten 1, 2 en 3?

Slide 15 - Tekstslide

Hw bespreken
kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kleine bloedsomloop
Grote en kleine bloedsomloop

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kleine bloedsomloop
- Kleine bloedsomloop 

  • rechterkamer
  • longslagader
  • haarvaten in de longen
  • longader
  • linker boezem

zuurstofarm   zuurstofrijk

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine bloedsomloop

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De grote bloedsomloop
- Grote bloedsomloop 
  • Linkerkamer
  • Aorta
  • Haarvaten in de organen
  • Holle ader
  • Rechterboezem

zuurstofarm   zuurstofrijk

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het hart
Je ziet hier het buitenaangezicht van het hart.

Het hart = een holle spier

Om het hart lopen kransslagaders om zuurstof aan het hart te geven.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het hart

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hart
Pompen van hart

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de onderdelen naar het hart. Gebruik alle woorden
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Zuurstof rijk
Zuurstof rijk
Zuurstof arm
Zuurstof arm
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart uit
Bloed stroomt het hart uit

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de onderdelen naar het hart. Gebruik alle woorden
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Zuurstof rijk
Zuurstof rijk
Zuurstof arm
Zuurstof arm
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart uit
Bloed stroomt het hart uit

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitscheiding
 het kwijtraken van afvalstoffen =
Uitscheiding 

Longen 
Huid
Nieren

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nieren
verwijderen van 
afvalstoffen .



= uitscheiding

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitscheiding door de nieren

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieren
Een nier bestaat uit: 
  • Nierschors 
  • Niermerg
  • Nierbekken
Nierschors en nierbekken verwijderen afvalstoffen en overtollig water/ zouten en andere schadelijke stoffen uit het bloed = urine
In de nierbekkens wordt urine verzameld. Via de urineleiders gaat urine naar de urineblaas waar de urine tijdelijk wordt opgeslagen. Via de urinebuis komt urine uiteindelijk je lichaam uit: je plast. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afweer
  • Lichaamsvreemde stoffen
  • Huid
  • Slijmvliezen in de luchtwegen
  • Zoutzuur in maagsap
  • Witte bloedcellen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afweer door witte bloedcellen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antistoffen
  • Sommige witte bloedcellen maken antistoffen aan.
  • Deze antistoffen binden met ziekteverwekkers.
  • Op deze manier worden deze uitgeschakeld.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Immuniteit
Natuurlijke immuniteit:
Door ziekte

Kunstmatige immuniteit:
Door vaccinatie  -> verzwakte ziekteverwekker injecteren of antistoffen injecteren

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Allergie
Bij een allergie ben je overgevoelig voor een bepaalde stof. Je afweersysteem reageert dan ook op deze stoffen. Dit noem je een allergische reactie.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slagaderverkalking
Wand slagader beschadigd --> witte bloedcellen en vetten hopen zich op in de wand.
Er ontstaat een verdikking, hard door kalk: slagaderverkalking




Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartinfarct

Een hartinfarct wordt 
veroorzaakt door 
slagaderverkalking in 
de kransslagaders 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

slagaderverkalking

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende vormen van immuniteit
  • Natuurlijke immuniteit.
  • Zelf antistoffen maken, tijdje ziek.

  • Kunstmatige immuniteit.
  • ingeënt bepaalde ziekte, vaccinatie
(Dode/ verzwakte ziekteverwekkers)

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

natuurlijke immuniteit
kunstmatige immuniteit

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vaccinatiegraad
Hoe meer mensen immuun zijn voor een ziekte hoe lager de kans dat iemand die niet is ingeënt toch kan worden besmet.
Een hoge vaccinatiegraad is dus belangrijk voor iedereen, niet alleen voor degene die gevaccineerd is.

Een goede vaccinatiegraad is 95%.










Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Effecten Alcohol op de lange termijn
Alcohol verdooft je hersenen en beschadigd hersenen blijvend.
Je hersenen ontwikkelen
nog nadat je volwassen bent.

Beschadigt: Lever, hart, maag.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Effecten alcohol
5 %
35 %
15 %
Als je te veel drinkt kun je een alcoholvergiftiging oplopen (kan al vanaf 1,7 o/oo).
Vanaf 4 o/oo kun je in coma raken en overlijden.

Bij bingedrinken (in korte tijd veel alcohol drinken) is de kans op alcoholvergiftiging groot. Er komt dan ineens veel alcohol in je bloed.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij comazuipen en bingedrinken drink je in korte tijd heel veel alcohol. 
Je kan hierdoor een alcoholvergiftiging krijgen en in coma raken.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schadelijke effecten alcohol

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar over het bloed?
A
Het bloed vervoert voedingsstoffen.
B
Het bloed vervoert afvalstoffen.
C
Het bloed vervoert zuurstof.
D
A,B en C zijn waar.

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplasma
Bloedcellen
water
Rode bloedcel
Witte bloedcel
Glucose
Warmte
Bloedplaatje
Afvalstoffen
voedingsstoffen

Slide 46 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sommige soorten slangengif kunnen stolling van bloed in de bloedvaten veroorzaken. Welke bloeddeeltjes hebben te maken met bloedstolling?
A
Witte bloedcellen
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn mensen die extra vitaminen slikken om een betere afweer tegen ziekteverwekkers te krijgen. Welke bloeddeeltjes hebben te maken met afweer?
A
Witte bloedcellen
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies