2.2 Christendom en islam

DEZE LES: 2.2
1. Uitleg 
christendom en islam
2. Keuze: 
zelfstandig aan de slag met 2.2 

3. Afsluiting
Quiz

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

DEZE LES: 2.2
1. Uitleg 
christendom en islam
2. Keuze: 
zelfstandig aan de slag met 2.2 

3. Afsluiting
Quiz

Slide 1 - Tekstslide

KA 
KA 9: de verspreiding van het christendom in geheel Europa 
KA 10: het ontstaan en de verspreiding van de islam
KA 11: expansie van de christelijke wereld, o.a. in de vorm van de kruistochten

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag: KA 9


De verspreiding van het Christendom in heel Europa

Slide 3 - Tekstslide

hoe komt die verspreiding tot stand?
(klein beetje hulp v/d Romeinen:
Keizer Theodosius, 391)

- kloosters als centra en netwerk
- bekeren regionale machthebbers
- syncretisme

sleutelbegrip = kerstenen/bekeren

Slide 4 - Tekstslide

Twee soorten geestelijkheid
Seculiere geestelijkheid.
Richten zich op de wereld, bijv. de pastoor in een kerk. Hij verzorgt het contact met de rest van de gelovigen (de leken)
Reguliere geestelijkheid
Leven volgens een kloosterregel: Monniken en nonnen. Zij bidden veel, maar zijn ook vaak betrokken bij onderwijs en wetenschap

Slide 5 - Tekstslide

De Friezen geloofden in meerdere goden en hadden hun eigen priesters. Karel de Grote vocht tegen hun en ze mochten kiezen: of christen worden of gedood worden.

Slide 6 - Tekstslide

Waarom kiest Bonifatius ervoor om een boom om te hakken?
Wat betekende deze boom voor de Friezen?

Slide 7 - Tekstslide

Bonifatius wordt vermoord in Dokkum, 754
Maar wie is Bonifatius eigenlijk?
Waarom werd hij zo belangrijk voor het gebied wat nu Nederland is?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

deel 2 Islam

Slide 11 - Tekstslide

Islam
  • Godsdienst van de moslims.
  • Moslims: volgelingen van de Islam.
  • Monotheïstische godsdienst.

Slide 12 - Tekstslide

Een nieuwe godsdienst
  • Islam is ontstaan op Arabisch schiereiland
  • Mohammed kreeg boodschappen door van God die in de koran werden opgeschreven

  • In 622 Na Chr. vlucht Mohammed van Mekka naar Medina: hedsjra (hegira).
  • Beginpunt van de islamitische jaartelling

  • In Medina kreeg Mohammed veel volgelingen 

Slide 13 - Tekstslide

Ontstaan
  • In Mekka wilde men niets van de boodschap van Mohammed weten
  • 622: Mohammed vlucht van Mekka naar Medina
    --> hedsjra: begin van islamitische jaartelling

Slide 14 - Tekstslide

Kruistochten 
De eerste kruistocht (1096-1099) was succesvol.
Kruisvaarders: Deelnemer van een kruistocht.

  • Veroverden verschillende gebieden op de moslims 
  • Gevolg: Jeruzalem veroverd.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Moeilijke woorden
Allah =
moslims =
kalief = 
kalifaat = 
Arabische wereld =
Zoek de betekenis op

Slide 17 - Tekstslide

De islam ontstond in de ....eeuw
A
7de eeuw
B
5de eeuw
C
6de eeuw

Slide 18 - Quizvraag

Op welke manier werd het christendom in de vroege middeleeuwen verspreid?
A
De kerk organiseerde kruistochten
B
De kerk richtte de inquisitie op
C
De kerk oefende syncretisme uit
D
De kerk zorgde voor een hiërarchie

Slide 19 - Quizvraag

Wie werd er vermoord door de Friezen
A
Missionaris Willibrord
B
Missionaris Bonifatius

Slide 20 - Quizvraag

Hoe noem je de taak van Willibrord en Bonifatius?
A
Priester
B
Missionaris
C
Monnik
D
Geestelijke

Slide 21 - Quizvraag

Welke godsdienst is ouder?
timer
0:00
A
Christendom
B
Islam

Slide 22 - Quizvraag


Hoe noemen we de
vijf leefregels van de islam?
A
De Vijf Pilaren van de islam
B
De Vijf Zuilen van de islam
C
De Vijf Hoekstenen van de islam
D
De Vijf Regels van de islam

Slide 23 - Quizvraag

Waar is de Islam ontstaan?
A
Arabisch schiereiland
B
Frankrijk
C
Spanje
D
Turkije

Slide 24 - Quizvraag

De kloosterlingen behoren tot de
A
Seculiere geestelijken
B
reguliere geestelijken

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 26 - Quizvraag

Een vrouwelijke monnik wordt een non genoemd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Door het harde leven gingen veel mensen het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

Slide 28 - Quizvraag

Wat is niet een van de vijf zuilen van de islam?
A
1 keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vaak naar de moskee gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
5 keer per dag bidden

Slide 29 - Quizvraag

Wat is het heilige boek van de moslims?
A
Het oude testament
B
De Koran
C
De islam
D
De Cordoba

Slide 30 - Quizvraag

Mohammed vertrok naar de stad Medina in het jaar
A
622
B
623
C
620
D
630

Slide 31 - Quizvraag

Vanuit Medina veroverende de moslims grote delen van
A
Midden-Oosten, Noord-Afrika en Italië
B
Midden-Oosten, Noord-Afrika en Spanje
C
Midden-Oosten, Zuid-Afrika en Italië
D
Midden-Oosten, Noord-Afrika en Frankrijk

Slide 32 - Quizvraag

Maken vragen
blz. 55  7,9,10,11,12,13

Slide 33 - Tekstslide

maken vragen
1 t/m 6

Slide 34 - Tekstslide