2ORE Commercieel 1 Week 3 Commerciële samenwerking

• Retail
• MBO
• Studiejaar 1,4

2ORE Commercieel 1

Les 1&2: Samenvatting

• Wat is Marketing?

• Taken Manager/Ondernemer

• Structuren
• Bedrijfskolom: stromen geld, goederen en info
  
• Bedrijfskolom bewegingen t.b.v. invloed/winst 
• Distributie moderne veranderingen 
  
• Promotie: Push producten of Pull vraag
  

Een importeur van schoenen koopt in het vervolg de schoenen niet meer bij de exporteur maar bij de producent. Kies het juiste antwoord. Dit is een voorbeeld van:

1. Integratie
2. Specialisatie
3. Paralellisatie
4. Differentiatie

De bedrijfskolom voor afbakbroodjes bestaat uit de volgende schakels:
boer- meelfabriek- broodfabriek- groothandel - detailhandel
Hier is sprake van:

1. indirect kort distributiekanaal
2. indirect lang distributiekanaal
3. direct distributiekanaal

Een fabrikant van frisdranken brengt een nieuw product op de markt. Om het product vast onder de aandacht te brengen van de consument, wordt het in proefflesjes gratis verstrekt tijdens een aantal festivals.

1. Push marketing
2. Pull marketing

Calvé maakt meestal gebruik van:

1. Intensieve distributie
2. Selectieve distributie
3. Exclusieve distributie

Les 3: Commerciële samenwerking

• Vormen
  (Commerciële)
  samenwerking

Wat gaan we leren?

• Redenen voor samenwerking.
  
• Vormen van samenwerking: kennis.
• Samenwerking onderhandelen.

Bedrijfskolom

Push- en Pull-marketing zijn basisvormen van marketing van ANDERE schakels dan de RETAIL.

Effect op eigen marketingstrategie.

Push-marketing

Fabrikant duwt product door de bedrijfskolom:

Pull-marketing

Fabrikant zorgt dat consument aan product gaat trekken:

Push- en Pull-marketing

Initiatief en investering bij één schakel, maar gevolgen voor meerdere schakels.

Logisch alternatief: samenwerking.

Voordelen samenwerken?

Waarom samenwerken?

• Kennis delen ↓
• Kostenvoordelen
  
• Omzet verhogen
  
• Macht vergroten

Hoe samenwerken?

Commerciële samenwerking

• Inkoopcombinatie
  
• Vrijwillig filiaalbedrijf (VFB)
  
• Franchising
  
• Service merchandising
  
• Consignatie
  
• Shop-in-shop
  
• Concessionair
  
• Dealer
  

Inkoopcombinatie

Vereniging die namens winkels orders plaatst en goederen bestelt rechtstreeks bij de fabrikant.

Vrijwillig filiaalbedrijf (VFB)

Winkeliers en groothandel werken vrijwillig samen. Gebruiken dezelfde formule, presentatie en huismerk, maar filiaal is geen centraal eigendom.

Franchising

Samenwerkingsvorm op gebied in- en verkoop waarbij bedrijfsvoering centraal kan worden geregeld, maar ook in beperkte mate zelfstandig mogelijk is (bij soft franchising).

Service merchandising

Leverancier is volledig verantwoordelijk voor deel assortiment.

Synoniem: Rack Jobbing

Consignatie

Producten worden geleverd en in de presentatie opgenomen.

Betaling ná verkoop!

Voorbeeld:

Producten van lokale producent bij lokale speciaalzaak, webshops.

Shop-in-shop

Winkel in een winkel.

Voorbeeld:

Vroeger Aktiesport in Scapino

Afdelingen Bijenkorf/Hudson Bay

Concessionair

Shop-in-shop verhuur.

Voorbeeld:

Aparte slager in supermarkten.

Dealer

Selectieve of exclusieve distributie vanuit leverancier. Beperkt aantal verkooppunten.

Wie kan er in Boom?
digitaal.boomonderwijs.nl

Opdracht vóór woensdag:

• Maak de opdrachten bij H2.4 t/m 2.5 op Boom/uit je boek.
  

Commerciële samenwerking

• Inkoopcombinatie
  
• Vrijwillig filiaalbedrijf (VFB)
  
• Franchising
  
• Service merchandising
  
• Consignatie
  
• Shop-in-shop
  
• Concessionair
  
• Dealer
  

Waarom wil je als winkel deelnemen aan een inkoopcombinatie?

"Naamsbekendheid" en "consumentenvertrouwen" zijn voordelen voor:

1. Franchisegever
2. Franchisenemer
3. Geen van beide
4. Beide

Wat is een risico voor de franchisegever?

Een vrijwillig filiaalbedrijf is een vorm van ........... samenwerking.

1. Horizontale
2. Verticale
3. Kan beide

Bij consignatie is het financiële risico voor de:

1. Winkelier
2. Leverancier
3. Beide

Vat in 1 zin samen waarom je als winkel zou willen samenwerken met andere organisaties en niet alles zelf zou doen.

Opdracht in de les

• Werk in duo's (lever allebei in, zie Teams)
• Persoon A: Vertegenwoordiger sportwinkel " 't Zweetbandje'.
• Persoon B: Vertegenwoordiger warenhuisketen "Amsterdam"
• Maak afspraken voor een shop-in-shop overeenkomst. Bedenk 5 onderwerpen waar je afspraken over moet maken. (Denk aan bijv. promotie, personeel, etc.)
• Onderhandel en zorg voor de beste deal voor jouw bedrijf!
• Reflecteer: leg uit waarom deze afspraken voor jouw bedrijf goede deals zijn.