Week 3.4

Les 4: Wetten maken
WETTEN EN REGELS
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Les 4: Wetten maken
WETTEN EN REGELS

Slide 1 - Tekstslide

Wetten
  • Een wet is een regel die is opgeschreven in een wetboek.
  • Iedereen moet zich aan de wetten houden die in Nederland gelden. De overheid controleert dit.
  • Bijvoorbeeld: licht aan op je fiets als het donker is. Als je dit niet hebt, kan de politie je een boete geven.

Slide 2 - Tekstslide

Noem nog een wet die
in Nederland geldt

Slide 3 - Woordweb

Voorbeelden van wetten
- Winkeltijdenwet: bepaalt wanneer en hoe lang winkels open mogen zijn.
- Leerplichtwet: kinderen verplichten om onderwijs te volgen.
- Alcoholwet: verkoop van alcohol aan jongeren onder de 18 jaar is strafbaar.

Slide 4 - Tekstslide

De Grondwet
  • De Grondwet is de belangrijkste wet in Nederland.
  • In 1848 ondertekent Willem II een Grondwet die zijn koninklijke macht sterk inperkt. Minder macht voor de koning en meer macht voor kabinet en parlement: de Grondwet van 1848 wordt het begin van de Nederlandse democratie genoemd.
  • Deze grondwetswijziging werd gedaan door de liberale staatsman Johan Rudolph Thorbecke.

Slide 5 - Tekstslide

In de Grondwet staat...
  • ...wat de grondrechten van de Nederlandse burgers zijn.
    Bijvoorbeeld: vrijheid van meningsuiting.
  • Bekijk de volgende video over de grondrechten...

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Welk grondrecht
vind jij heel belangrijk?

Slide 8 - Woordweb

De Grondwet en andere wetten
  • Andere wetten en regels mogen niet in strijd zijn met de Grondwet.
  • Bijvoorbeeld: er mag geen wet worden ingevoerd die de pers verbiedt om kritiek te uiten op de overheid. Dit is in strijd met de vrijheid van meningsuiting.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe komt een wet tot stand?
De Tweede Kamer krijgt regelmatig signalen over allerlei problemen in de samenleving. Bijvoorbeeld door meldingen van burgers of via de media.

Als iemand uit het kabinet of iemand uit de Tweede Kamer vindt dat er wetgeving moet komen, dan krijgt een ambtenaar de opdracht om het idee uit te werken tot een wetsvoorstel.

Slide 10 - Tekstslide

De Tweede Kamer
Het wetsvoorstel wordt voorgelegd aan de Tweede Kamer. Daarna volgt een debat en wordt er gestemd over het wetsvoorstel.  

Is een meerderheid voor het wetsvoorstel? Dan gaat het voorstel naar de Eerste Kamer.

Slide 11 - Tekstslide

De Eerste Kamer
Net als in de Tweede Kamer is er eerst een schriftelijke ronde en daarna (eventueel) een debat en een stemming. 

De Eerste Kamer let vooral op de uitvoerbaarheid van de nieuwe wet en of het voorstel goed in elkaar zit.

Slide 12 - Tekstslide

De koning
Het staatshoofd, de koning, ondertekent het wetsvoorstel. 

Op dit moment is het officieel een wet geworden.

Slide 13 - Tekstslide

Publicatie
De nieuwe wet moet nu nog bekend worden gemaakt en in het Staatsblad (is ook online te vinden) worden geplaatst.

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Maak les 4 uit de reader. 
Lever de opdrachten uiterlijk 7 maart in.

Slide 15 - Tekstslide