Grammatica klas 1 - être, avoir o.t.t

Frans
tegenwoordige tijd
être
avoir
-er 

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Frans
tegenwoordige tijd
être
avoir
-er 

Slide 1 - Tekstslide

ik ben

Slide 2 - Open vraag

wij zijn

Slide 3 - Open vraag

jij hebt

Slide 4 - Open vraag

men is

Slide 5 - Open vraag

ik heb

Slide 6 - Open vraag

elles ont

Slide 7 - Open vraag

je (être)
A
je es
B
je eres
C
je suis
D
je sommes

Slide 8 - Quizvraag

men heeft

Slide 9 - Open vraag

il a

Slide 10 - Open vraag

jullie hebben

Slide 11 - Open vraag

u bent

Slide 12 - Open vraag

-er werkwoorden
je -e              nous -ons
tu -es                vous -ez
il/elle -e             ils/elles -ent
on -e                                  

Slide 13 - Tekstslide

je (regarder)
A
je regard
B
je regarde
C
je regards
D
je regardes

Slide 14 - Quizvraag

nous (parler)
A
nous parle
B
nous parlons
C
nous parles
D
nous parlez

Slide 15 - Quizvraag

elles (chercher)
A
elles cherches
B
elles cherchen
C
elles cherche
D
elles cherchent

Slide 16 - Quizvraag