Diabetes

Diabetes mellitus
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Diabetes mellitus

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al over diabetes?

Slide 2 - Woordweb

Inhoud les
- Voorkennis testen
- Anatomie van het lichaam 
- Wat is diabetes
- Type 1
- Type 2
- Behandeling
- Hyper versus hypo
- Samenvattend filmpje

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les ben je in staat om:

- Diabetes Type 1 en type 2 te herkennen,
- Symptomen te benoemen
- In te spelen op signalen van cliënten bij een hyper of hypo.

Slide 4 - Tekstslide

Anatomie van het lichaam

        Welke organen spelen een 
                   rol bij diabetes?



Slide 5 - Tekstslide

Anatomie van het lichaam
Alvleesklier
- ligt links achter/onder de maag

Hoofdfuncties
1. maakt insuline aan
- geeft insuline af aan het bloed
- eilandjes van Langerhans (maken insuline)
2. helpt bij de spijsvertering

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Anatomie van het lichaam
Insuline
Hormoon dat een rol speelt bij de glucosewaarde. Een tekort of geen aanmaak hiervan, leidt tot diabetes. Wordt aangemaakt in de alvleesklier.

Glucagon
Wordt aangemaakt in de alvleesklier. Verhoogt de bloedsuikerspiegel als deze daalt.

Slide 8 - Tekstslide

Anatomie van het lichaam
Lever
- Ligt rechts boven in de buikholte
- Maakt giftige stoffen in het lichaam onschadelijk
- Kan glucose opslaan --> wordt vrijgegeven bij inspanning
- Opslag van vet

Slide 9 - Tekstslide

De glucosespiegel













https://www.youtube.com/watch?v=uH0AIzg8TPM 

Slide 10 - Tekstslide

Begrippen
Insuline --> hormoon dat de glucosewaarde bepaalt. 
Worden gemaakt in de Eilandjes van Langerhans.

Glucose --> brandstof, uit koolhydraten of voeding

Glucagon --> hormoon dat wordt gemaakt in de alvleesklier, verhoogt glucose in het bloed.

Slide 11 - Tekstslide

Belangrijke processen
Glycogeen = opgeslagen glucose in de lever en skeletspieren

Glycogenese = glucose wordt in de lever en skeletspieren opgeslagen in de vorm van glycogeen

Glycolyse = het proces waarbij de opgeslagen glucose voorraad in de vorm van glycogeen door glucagon weer naar het bloed gehaald wordt

Glycogenolyse = het proces waarbij weer losse glucose gemaakt wordt uit de voorraad glycogeen in de lever en skeletspieren

Gluconeogenese = er wordt uit vet nieuwe glucose aangemaakt in de lever

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de officiële benaming voor suikerziekte?
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2
C
Diabetes Insipidus
D
Diabetes Mellitus

Slide 13 - Quizvraag

Welk orgaan functioneert niet goed meer bij diabetes?
A
Lever
B
Galblaas
C
Alvleesklier
D
Twaalfvingerige darm

Slide 14 - Quizvraag

De ziekte Diabetes Mellitus
Diabetes Mellitus
In de volksmond "suikerziekte"

Een ziekte waarbij het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden. Dat komt doordat het lichaam te weinig van het hormoon insuline heeft, geen insuline meer aanmaakt of niet meer goed reageert op insuline. 
Insuline regelt de bloedsuikerspiegel. 

Slide 15 - Tekstslide

Hoe ontstaat diabetes?
Ruim 800.000 mensen hebben diabetes!
9 op de 10 heeft Diabetes Mellitus type 2.


Oorzaken
Ongezonde leefstijl
Verminderde lichaamsbeweging
Overgewicht
Erfelijkheid/ aanleg

Slide 16 - Tekstslide

Diabetes Mellitus Type 1
- 1 op de 10 mensen heeft type 1
- Lichaam (alvleesklier) maakt helemaal zelf geen insuline meer aan.
- Afweersysteem vernielt cellen die insuline aanmaken

Slide 17 - Tekstslide

Diabetes Mellitus Type 2
- Ouderdomsdiabetes
- 9 op de 10 mensen
- Lichaam (alvleesklier) maakt gedeeltelijk geen insuline meer aan.
- Teveel suiker in het bloed.
- Meestal is alleen medicatie voldoende, soms insuline spuiten noodzakelijk.

Slide 18 - Tekstslide

Behandeling
- Genezing nog (niet) mogelijk!

- Gezond eten
- Behandeling met medicijnen
- Behandeling met insuline

Slide 19 - Tekstslide

Behandeling

Slide 20 - Tekstslide

Waar wordt glucose opgeslagen wanneer je dit tijdelijk niet nodig hebt?
A
alvleesklier
B
lever
C
alvleesklier en lever

Slide 21 - Quizvraag

Welk type diabetes is insulineafhankelijk?
A
Type 1
B
Type 2

Slide 22 - Quizvraag

Bij welke van onderstaande antwoorden spreken we van ouderdomsdiabetes?
A
Diabetes type 1
B
Diabetes type 2

Slide 23 - Quizvraag

Wanneer maakt de alvleesklier helemaal geen insuline meer aan
A
diabetes type 1
B
diabetes type 2
C
bij beiden
D
bij geen van deze antwoorden

Slide 24 - Quizvraag

Benoem een aantal symptomen waaraan je diabetes kunt herkennen.

Slide 25 - Open vraag

Hyper versus hypo
Meten is weten!

Hyper = te hoog
Hypo = te laag

Slide 26 - Tekstslide

Hyper
Bloedsuiker vanaf 10
- veel urineren
- veel dorst hebben en houden
- vermoeid zijn
- plotselinge humeurigheid, snel boos worden
- misselijk zijn of overgeven
- alles voelt vervelend

Slide 27 - Tekstslide

Hypo
Bloedsuiker onder de 4:
- zweten
- trillen
- duizelig zijn
- plotseling wisselend humeur (opeens boos worden bijvoorbeeld) ongeconcentreerd zijn
- hoofdpijn
- moe zijn
- hongerig zijn

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide