2019-2020 Debat

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Het debat

Bij een zuiver debat is altijd sprake van drie partijen: 

• een partij die vóór de stelling of oplossing is, 
• één die tegen de stelling of het probleem is,
• een derde, onafhankelijke partij die beslist over de uitkomst van het debat. 

• De voor- en tegenstander proberen niet elkaar te overtuigen maar de derde partij. 
  

Verder....

We agree to disagree

De "waarheid" is niet per se de waarheid

Val niet de boodschapper maar de boodschap aan

De basishouding: Nee, tenzij ...

Equal arms (gelijke wapens)

Hoor en wederhoor

Wie stelt, moet bewijzen

Wat niet gehoord is, is niet gezegd

Respecteer de uitkomst

respect 

- Het bereid je  voor op de maatschappij: Bill Clinton, Nelson Mandela, Brad Pitt, Ted Turner en John F. Kennedy hebben een ding gemeen: allemaal zijn ze begonnen met debatteren in het onderwijs.

- Debatteren dwingt je om telkens een standpunt in te nemen en dat te onderbouwen met overtuigende argumenten. Leerlingen worden daardoor gedwongen om actief na te denken over maatschappelijke vraagstukken,

Debatteren is een unieke mogelijkheid tot het verbreden en verdiepen van de algemene  kennis van leerlingen. Veel debatstellingen vereisen theoretische kennis uit allerlei vakgebieden: economie, politicologie, sociologie, psychologie, filosofie, geschiedenis, enz.

3 middelen van overtuiging

- Ethos - autoriteit/karakter/betrouwbaarheid: De spreker moet te vertrouwen zijn (strategie)

- Pathos - gevoel: het verhaal moet aanspreken (retoriek)

- Logos - Inhoud: logisch, onderbouwd (argumentatie)

De juiste balans  tussen retoriek, argumentatie en strategie! En waarbij niet alleen verbale communicatie telt, maar ook non-verbale.

Cijferdebat

- je gaat twee keer debatteren

- je krijgt twee cijfers die gemiddeld worden

- bij debat 1 weet je van te voren of je voor of tegenstander bent

- bij debat  2 weet je dat niet

- debat 1: schooldebat met opzetbeuren (zie blz. 131-133 NN)

- debat 2: vrij debat met korte opzetbeurt (1 min) en korte slotbeurt (1 min)

Opzet

Groepen van 3 tegen 3

Je mag zelf 2 stellingen bedenken

Het eerste debat moet in ieder geval een beleidsdebat zijn (zie NN, blz. 131: deelonderwerpen/of zie stencil standaardgeschilpunten)

De voorbereiding gebeurt deels tijdens lessen en deels thuis.

Alle info gaat in een (persoonlijke) documentatiemap (zie volgende bladzijde)

Inleveren na je debat

Je maakt een eigen documentatiemap:

• voorpagina: naam, klas, docent, datum
  
• inhoudsopgave
  
• inleiding met je 2 stellingen
  
• geordende informatie (per stelling)
  
• artikelen 
  
• bronnenlijst
  

Deze map moet naar behoren zijn (volledig en verzorgd). Anders aftrek.

Beoordeling

- de debatten worden opgenomen. Na debat 1 kan je dus zelf bekijken wat goed ging en wat beter kan

- bij het debat van de ene groep, jureert de andere groep. Ook levert de andere groep een voorzitter en een tijdbewaker

vandaag 7 november

- je hebt in je groepje de twee stellingen gekozen en genoteerd

- je hebt in een groepje een beleidsdebat geoefend

dinsdag: 19 november

- werken aan documap (in debatgroepen, maar individueel)

• Zoek informatie
  
• lees informatie
  
• orden informatie (zie ook volgende bladzijde)
  

! denk om de vier benaderingswijzen voor het debat (zie NN blz. 131). Deze benaderingswijzen helpen je ook bij de voorbereiding.

26 november

Oefendebat met alle rollen

in eigen groepen voorbereiden van de volgende stelling:

"Alcoholreclame moet verboden worden"

voorbereiden (max tien minuten)

uitvoeren: publiek observeert

A

verdelen beurten 

opzetbeurt VS en TS = 2 minuut 

1 minuut overleg

verweerbeurt VS en TS = 2 minuut

vrije ronde 5 minuten

1 minuut overleg

slotbeurt VS en TS 1 minuut

maak gebruik van blz 132 van NN

  B

partij a <--> b

voorzitter

tijdbewaker

jury (formulier)