4V-cluster

4V-cluster
1 / 278
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 278 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

4V-cluster

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 1
27 maart

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veldwerk Terschelling

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdpad Terschelling
27 maart
Uitleg H1, verder werken onderzoeksopzet Terschelling
3 april
Uitleg H2, werken aan verbeterd werkplan
7 april
Inleveren verbeterd werkplan (SB-uur)
10 april
Uitleg H3, eventueel aanpassen werkplan
14-16 april
Veldwerk Terschelling
8 mei
Uiterlijk inleveren H1 + Terschellingboekje
10 juni
Toets H1 + Terschellingboekje > TW4: mondeling over beide onderzoeken (FG + Eigen)
TW4
Mondeling over beide onderzoeken (FG+ Eigen)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktisch: Veldwerk Terschelling
Veldwerk Terschelling

Vertrek:
Maandag 14 april 07:00 (dus 06.45 aanwezig)

Terug:
Woensdag 16 april tussen 17:00 - 18:00
Donderdag 17 april terugkomdag om resultaten te verwerken



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na vandaag...
  • Heb je een overzicht van hoe veldwerk Terschelling, de voorbereiding en de nabereiding eruit gaat zien.
  • Kun je beredeneren welke kustvormende factor bepalend is voor hoe de Waddenkust er nu uit ziet.
  • Kun je kenmerkende hoofdelementen van het Waddengebied herkennen op een kaart, luchtfoto's en schematische figuren.  

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H1: Introductie Waddengebied. ligging kenmerken en ontstaan

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het grote plaatje

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op?
Er zijn meer waddeneilanden dan onze 5 eilandjes!
In welke 3 landen kan je waddeneilanden vinden?
  1. Nederland
  2. Duitsland
  3. Denemarken

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waddeneilanden
Texel
Vlieland
Terschelling
Ameland
Schiermonnikoog

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is het waddengebied ontstaan?
Het waddengebied is gevormd door zeewater en  de wind.
De Waddenzee is een binnenzee in Nederland, Duitsland en Denemarken.
Elke 12 uur verandert het landschap van de Waddenzee compleet door het getij. De wind neemt het zand mee en legt het op een plek weer neer.

getij = dagelijkse eb en vloed
eb = afgaand water: zee valt droog
vloed = opkomend water: zee loopt vol


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Getijdenstromen
  • Vloed: het zeewater komt vanuit het westen en verplaatst zich oostwaarts langs de waddeneilanden.

  • Eb: de stroom gaat de andere kant op, van oost naar west. De waddenzee stroomt dan weer leeg en droog.
Bedenk waardoor er verschil is in getij tussen Vlissingen en Den Helder.
De afstand van de plaats tot de evenaar, de waterdiepte, en de aanwezigheid en vorm van landmassa's, zorgt ervoor dat het van plaats tot plaats grote verschillen zit in het getij.
Waar komt de vloedstroom vandaan?
Uit de Atlantische Oceaan.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Binnenzee: Nederland, Duitsland, Denemarken
De eilanden

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kustvormen
Waar plaatsen we Zeeuwse Estuarium, Gesloten Hollandse Kust en de Waddenzee?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                        Kustvormen
Waar plaatsen we Zeeuwse Estuarium, Gesloten Hollandse Kust en de Waddenzee?
Hollandse kust
Waddenzee
Zeeuwse Estuariumkust

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar uit bestaat de Waddenzee?
De Waddenzee bestaat uit verschillende onderdelen: 
1. Zeegat = toegang tot de open zee vanuit een rivier, zeearm of binnenzee. 
2. Geulen
Staan constant
onder water
3. Wantij
Ondiep gebied
waar 2 zeestromen
samen komen.


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken Waddengebied?
Geul
Zeegat
Geul
Wantij
Wadplaat met priel
Waar komen we dat tegen?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken Waddengebied?
Vloedhaak
Zandbank
Waar komen we dat tegen?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar bezinken de zwaardere deeltje in de Waddenzeen? En waarom? 
Waar bezinken de lichtere deeltjes?
Let op: dit is Schiermonnikoog -> in Waddenboekje gaan jullie dit toepassen op Terschelling

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van het waddengebied

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeegat
Een zeegat is een open verbinding met zee.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeegat
Een geul is een zijtak van een zeegat.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeegat
De Waddenzee is een ondiepe binnenzee, bijna helemaal omsloten door land. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeegat
Het wantij is de plek waar beide vloedstromen achter een eiland elkaar ontmoeten.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeegat
Een wadplaat met priel is een drooggevallen deel van de Waddenzee, tijdens eb. Met drooggevallen geultjes.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeegat
Een slenk is een waterafvoer op een kwelder, van een eiland aan de kant van de wadden. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezamenlijk schematische samenvatting maken H1 - waddenboekje
Neem deze over op een blanco A4 en voeg deze toe aan het lesboek 'Wadden'

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelf oefenen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hints

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
1. Lees & maak: H1. Opg 1 - 5
2. Klaar? Werken aan je onderzoeksplan


timer
25:00

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
1. Lees & maak: Schrijven aan onderzoeksplan
2. Klaar? Nakijken opgave 1 - 5 (H1) 
Waddenboekje


timer
25:00

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2
7 april

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veldwerk Terschelling

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdpad Terschelling
27 maart
Uitleg H1, verder werken onderzoeksopzet Terschelling
3 april
Uitleg H2, werken aan verbeterd werkplan
7 april
Inleveren verbeterd werkplan (SB-uur)
10 april
Uitleg H3, eventueel aanpassen werkplan
14-16 april
Veldwerk Terschelling
8 mei
Uiterlijk inleveren H1 + Terschellingboekje
10 juni
Toets H1 + Terschellingboekje > TW4: mondeling over beide onderzoeken (FG + Eigen)
TW4
Mondeling over beide onderzoeken (FG+ Eigen)

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling H1
- Kustvormen
- Getijden

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kustvormende processen
1 invloed van de rivier
2 invloed van golven
3 invloed van getijde

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kust: evenwicht tussen golven, getijde en rivier

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Nederlandse Kust

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op: Hoogwater is geen vloed!

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waddenzee: en- en vloeddelta's

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken met nakijkvellen
Opdrachten H1

Klaar? Lezen H2

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
1. Lees & maak: H1. Opg 1 - 5
2. Klaar? Werken aan je onderzoeksplan


timer
25:00

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H2: - Dynamiek in het Waddengebied, sediment in beweging.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na vandaag...
  • Kun je beschrijven waar het sediment van het Waddengebied vandaan komt
  • Kun je verschillende mariene en eolische processen benoemen en beschrijven op welke manier ze sediment van verschillende korrelgroottes transporteren in het Waddengebied en de Noordzeekust
  • Kun je beschrijven hoe de Waddeneilanden 'wandelen'
  • Werk je aan het  Onderzoeksplan en zoek je Terschelling Experts

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dynamiek kernbegrippen
  • zanddelend systeem
  • kustlangste stroming 

  • mariene processen
  • eolische processen

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Nederlandse kust: zanddelend systeem

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sediment in beweging

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Golven
Wrijving (friction) tussen bewegende lucht en het zeeoppervlak zorgt voor golven

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Golven: 'trilling' die voortbeweegt
Waterdeeltjes blijven min of meer op hun plek, maar bewegen rond en geven energie aan elkaar door.

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Golven in kaart

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Golfhoogte
Hoogte van een golf:

  • Windkracht                                              Hoe harder de wind,....
  • Windduur                                                  Hoe langer de wind waait,....
  • Windlengte                                              Hoe langer de wind over een oppervlakte kan waaien

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kustlangse stromings: getijde golf (1)

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kustlangse stroming: Zuidwestenwind (2)

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kustlangsestroming: golfstroomrestant (3)

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kustlangse stroming
1) getijdesgolf + Zuid-Westenwind (2)+ Resstant golfstroom (3) = kustlangse stroming

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kustprocessen: energie water en transportvermogen

Slide 60 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kustprocessen: zandtransport - stranddrift 

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kustprocessen: stromingsribbels

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezamenlijk schematische samenvatting maken H2 - waddenboekje
Neem deze over op een blanco A4 en voeg deze toe aan het lesboek 'Wadden'

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terug naar jullie 'Eigen Onderzoek'
  • Scherp jullie concept onderzoeksplan aan
  • Maak een concept onderzoeksplan
- Hoofdvraag en deelvragen
- Bronnenverkenning (minimaal 8 bronnen)
- Dataverzameling: wat kun je op Terschelling verzamelen?
- Afspraak maken met expert!
Denk aan probleemoplossende of voorspellende hoofdvraag. Een beschrijvende onderzoeksvraag is ONVOLDOENDE!

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 66 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 3
10 april

Slide 67 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veldwerk Terschelling

Slide 68 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdpad Terschelling
27 maart
Uitleg H1, verder werken onderzoeksopzet Terschelling
3 april
Uitleg H2, werken aan verbeterd werkplan
7 april
Inleveren verbeterd werkplan (SB-uur)
10 april
Uitleg H3, eventueel aanpassen werkplan
14-16 april
Veldwerk Terschelling
8 mei
Uiterlijk inleveren H1 + Terschellingboekje
10 juni
Toets H1 + Terschellingboekje > TW4: mondeling over beide onderzoeken (FG + Eigen)
TW4
Mondeling over beide onderzoeken (FG+ Eigen)

Slide 69 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3: - Landschapszones en landschapsvormen

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na vandaag...
  • Kun je met behulp van de vlag van Terschelling benoemen uit welke landschapszones Terschelling is opgebouwd en landschapszones. herkennen op basis van foto's, topografische kaart en dronebeelden.
  • Kun je voor elke landschapszone typerende landschapsvormen herkennen op een dwarsdoorsnede.
  • Kun je beredeneren welke landschapszones op welke wijze gevoelig zijn voor zeespiegelstijging, verzilting, verdroging, vermesting en verzuring

Slide 71 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 72 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 73 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 74 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 75 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 76 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 77 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezamenlijk schematische samenvatting maken H3 - waddenboekje
Neem deze over op een blanco A4 en voeg deze toe aan het lesboek 'Wadden'

Slide 78 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische zaken
Het groene boekje
Praktische zaken 
Kamerindeling wordt in de bus kenbaar gemaakt

Slide 79 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 80 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen onderzoek > Onderzoeksplan (H5)
  •  3 dagdelen
- Fysisch geografisch onderzoek
- Eigen onderzoek
- Interviews expert

  • Het fysisch geografisch onderzoek is ingedeeld. Op dat dagdeel doe je als groep dit onderzoek (transect)

  • De interviews heb he zelf gepland en afgesproken 


Slide 81 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FG-veldwerken
  •  Transectopdracht over Terschelling
Focus: relaties hoogte-ondergrond-vegetatie-landgebruik




Slide 82 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kas
 Olaf, Walt T1
 Eren, Evan, Alexia, Faya T2
Quintijn, Brent, Jitze T3
Ayoub, Daniel, Omar T4
Duco, Gijs, Ebrar T5
 Jasper, Kevin, Koen T2
Jesse, Jeffrey, Yorinde, Leena T3

Merle, Noor, Sarit, Olga T-4

Slide 83 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je nu nog voorbereiden?
  • Eigen onderzoek: zie feedback in teams (interviewvragen, bronnen, deskundigen)
-  Kan je je onderzoek nu in een dagdeel uitvoeren?
-  Heb je bedacht hoe je het onderzoek gaat uitvoeren?
- Heb he goede vragen voor experts?
- Heb je andere onderzoeksmethoden bedacht? 

  • Fysisch geografisch onderzoek: Vooraf maak je een doorsnede van jouw transect. Dit doen we maandagavond in het onderkomen. 




Slide 84 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische zaken
  • Fietsen NIET IN DE FIETSENKELDER MAANDAGOCHTEND -  Er bestaat een kans dat deze gesloten is bij terugkomst.
  • Waddenboekje + Excursiebundel mee
  • Voorlopige weersverwachting




Slide 85 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze uitleg...
  • … kun je een hoogteprofiel (transect) tekenen vanuit een hooptelijnenkaart.
  •  … kun je benoemen welke randinformatie aanwezig moet zijn op je transect

Slide 86 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoogteprofielen
  • Dwarsdoorsnede: verticale relaties
  •  Kaart (bovenaanzicht): horizontale relaties

Slide 87 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 88 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 89 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 90 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Randinformatie van een goede transect
  • Titel van transect
  • titel van de assen
  • eenheden langs de assen
  • oriëntatie transect
  • legenda (gestructureerd met tussenkopjes)
  • inset kaart met ligging transect
  • auteurs, datum  

Slide 91 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 92 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 93 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie voorbereiding veldwerk

Slide 94 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 95 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Demonstratie - AHN.nl

Slide 96 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bodemboringen
- Ga je transect lopen / fietsen: boor mee.
--> Overzicht transect: Zie Teams

- Hoe voer je bodemboring uit?

- Gebruik formulier om alles op te schrijven
--> Kopieën worden meegenomen



Slide 97 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verslag - mondeling - cijfer
Eisen verslag: zie excursiegids: lees dit goed door!

Niveau verslag is insteekniveau mondeling. Goede kaarten /producten /verslag is dus hoger insteekniveau. Beoordelingsmatrix op Magister

Mondeling:alle groepsleden moeten over alle onderdelen kunnen praten. (fietstocht / eigen onderzoek / fysisch veldwerk /onderzoeksplan / etc)




Slide 98 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terug naar jullie 'Eigen Onderzoek'
  • Scherp jullie concept onderzoeksplan aan
  • Maak een concept onderzoeksplan
- Hoofdvraag en deelvragen
- Bronnenverkenning (minimaal 8 bronnen)
- Dataverzameling: wat kun je op Terschelling verzamelen?
- Afspraak maken met expert!
Denk aan probleemoplossende of voorspellende hoofdvraag. Een beschrijvende onderzoeksvraag is ONVOLDOENDE!

Slide 99 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 100 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 4
16 april
Terugkomdag

Slide 101 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindproduct transect:

Twee kaarten op A3 formaat. Een met een dwarsdoorsnede van jullie gebied (zie voorbeeld
hieronder) en een kaart van jullie transect in 2100.

Slide 102 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 103 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 104 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 105 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 5
15 mei

Slide 106 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 107 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 108 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tijdpad P4
15 mei
Inleveren verslag Terschelling + H1.3 Kust: kenmerken
22 mei
H1.4 kust: maatregelen
29 mei
Geen les
5 juni
H1.5: waterproblemen + H1.6: oplossingen voor waterproblemen
10 juni
Centraal toetsmoment
Toets ak 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 + Waddenboekje
12 juni
voorbereiden mondeling
19 juni
Voorbereiden mondeling toetsweek 
26 juni
Mondeling nav Veldwerk Terschelling

Slide 109 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toetsen tot einde schooljaar (P4)
- Toets ak 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 + Waddenboekje (weging 15%)
- Verslag veldwerk Terschelling met afsluitend mondeling (weging 20%) 

Slide 110 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.3: Kust: kenmerken

Slide 111 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kust:kenmerken

Slide 112 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les:
  • korte test kennis paragraaf 1 en 2 
  • doornemen paragraaf 3
  • aan de slag met opdrachten paragraaf 3

Slide 113 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het juiste begrip naar de juiste afbeelding
Waterscheiding
Stroomgebied van de Rijn
Bovenloop
Lengteprofiel
Stroomgebied van de Maas

Slide 114 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 115 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrip
kenmerk Rijn
Kenmerk Maas
Stroomgebied
Bron
Stroomstelsel
Type rivier
waterscheiding
185.000 km2
35.000 km2
zwitserse alpen
NO-Frankrijk
hoofd+ zijrivieren (o.a. Moezel, ijssel, Waal, Main)
hoofd+ zijrivieren (o.a. Oude Maas, Geul, Semois )
gemengde
regenrivier
Ardennen en Zwarte Woud
Ardennen en Zwarte Woud

Slide 116 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 117 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Door klimaatverandering stroomt er een deel van het jaar heel weinig water door de rivier, een ander deel van het jaar heel veel.'

Welke omschrijving past hierbij het best?
A
een groot regiem
B
een wisselvallig regiem
C
een groot debiet
D
een wisselvallig debiet

Slide 118 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de vertragingstijd het langst?
(en de kans op een verhoogde piekafvoer het kleinst)
A
helling met bos en rivier met bochten.
B
vlak met bos en rivier met bochten
C
helling zonder bos en rivier met bochten
D
vlak zonder bos en rivier zonder bochten

Slide 119 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drietrapsstrategie

Toepasbaar op:
- stroomgebieden van rivieren
- nieuwbouwlocaties


Watertoets

Slide 120 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drietrapsstrategie
-Vasthouden en bergen zoveel mogelijk stroomopwaarts ->
groter gebied profiteert
-Afvoeren altijd buitendijks.

Slide 121 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 stappen horen er bij de drietrapsstrategie? In de juiste volgorde.

Slide 122 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke maatregel hoort bij 'bergen' in de drietrapsstrategie?
A
nevengeul
B
dijkverlegging
C
uiterwaardenvergraving
D
noodoverloopgebied

Slide 123 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het project waarbij vooral rivierbedverruimende maatregelen zijn genomen?

Slide 124 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk effect heeft kribverlaging?
A
meer vasthouden van water
B
verbeterde waterberging
C
verbeterde afvoer
D
geen van deze 3

Slide 125 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3
1
2
4
5
6
zomerbed
winterdijk
binnendijks gebied
uiterwaarde
hoogwatergeul / bypass
zomerdijk

Slide 126 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 1.3 
  • de opbouw van de Nederlandse kust beschrijven;
  • de in Nederland voorkomende typen kust noemen;
  • uitleggen hoe zeestromingen, getijdestroming en wind de Nederlandse kust vormgeven;
  • beschrijven hoe de kust verandert als gevolg van zeespiegelstijging en/ of menselijk ingrijpen. 



Slide 127 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen Nederlandse kust
                                                1 Zeeuwse kust: oorspronkelijk estuarium
                                    2 De Noord- en Zuid-Hollandse kust
                                          3  De Waddenkust: zijdijken en wadden

Slide 128 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Estuarium
Een half gesloten waterlichaam aan de kust waarin zeewater wordt verdund met zoet water -> brak water.

Er is hier een duidelijke invloed van getijden.

Slide 129 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan van de kust
Dynamisch systeem:
  • wind
  • getijden
  • zeestroming
  • golfwerking

Slide 130 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weichselien 
(ca. 115.000 - 10.000 jaar geleden)
Strandwallen gevormd door getijdenstroming.
Duinen gevormd door wind.
zeespiegel 110 m lager dan nu!

Slide 131 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 132 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Springtij: de kracht van de zon en de maan werken in elkaars verlengde.

Slide 133 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doodtij: wanneer de aantrekkingskrachten van maan en zon haaks op elkaar staan.

Slide 134 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Getijden
Springtij: extra hoog water!

Doodtij: weinig verschil tussen hoog- en laagwater.

Slide 135 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Getijdenstroom in de Noordzee
Langs de Nederlandse westkust gaat de vloedstroom van zuid naar noord.

Windrichting (en zeestroming) helpen een handje mee.

Slide 136 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stranddrift
De golfsnelheid is in diep water hoger -> sedimentatie bij de kust. 

Golven schuin op de kust veroorzaken stranddrift (longshore drift). Daarbij wordt zand gemiddeld in noordoostelijke richting verplaatst.

Slide 137 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wind
Getijden
Zeestromen 
Golfwerking

Slide 138 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 1.3 
  • de opbouw van de Nederlandse kust beschrijven;
  • de in Nederland voorkomende typen kust noemen;
  • uitleggen hoe zeestromingen, getijdestroming en wind de Nederlandse kust vormgeven;
  • beschrijven hoe de kust verandert als gevolg van zeespiegelstijging en/ of menselijk ingrijpen. 



Slide 139 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primaire keringen GB56 35A

Slide 140 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basiskustlijn
Een hoeveelheid kust die aangehouden wordt vanaf de rijkstrandpalenlijn.

Komt in gevaar door:
- stijgende zeespiegel
- dalende bodem
- klimaatverandering 

Slide 141 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 142 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Zachte kust:
  • stranden
  • zandplaten
  • duinen
  • wadden


Harde kust:
  • zeedijken
  • rotsen
  • boulevards




Zachte kust en harde kust

Slide 143 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zachte kust
Harde kust
Dijken
Strand
Waddengebied
Door de mens aangelegd 

Slide 144 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gezamenlijk schematische maken

Slide 145 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelf oefenen

Slide 146 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
1. Maak §3 (H1). Opdr. 1 t/m 5. 
2. Klaar? Maken samenvatting §3 (H1)


timer
10:00

Slide 147 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 6
21 mei

Slide 148 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdpad P4
15 mei
Inleveren verslag Terschelling + H1.3 Kust: kenmerken
22 mei
H1.4 kust maatregelen + H1.5 Waterproblemen
29 mei
Geen les
5 juni
H1.6 Oplossingen voor waterproblemen
10 juni
Centraal toetsmoment
Toets ak 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 + Waddenboekje
12 juni
voorbereiden mondeling
19 juni
Voorbereiden mondeling toetsweek 
26 juni
Mondeling nav Veldwerk Terschelling

Slide 149 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toetsen tot einde schooljaar (P4)
- Toets AK: 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 + Waddenboekje (weging 15%)
- Verslag veldwerk Terschelling met afsluitend mondeling (weging 20%) 

Slide 150 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 151 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht

  • Wat? Maken startopdracht. Noteer je antwoorden op het stencil.
  • Klaar? Doornemen boek (H3)
timer
15:00

Slide 152 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken startopdracht

Slide 153 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 154 - Video

Deze slide heeft geen instructies

§1.4 Kust: maatregelen

Slide 155 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen? 
Soorten zeespiegelstijging
Dynamisch kustbeheer
harde kustbeheer
Hoe denken jullie over overstromingen in jouw omgeving?

Slide 156 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
  • het verschil uitleggen tussen absolute en relatieve zeespiegelstijging
  • maatregelen noemen die ervoor zorgen dat de Nederlandse kust veilig is
  • uitleggen hoe zandsuppleties en de Zandmotor werken
  • verklaren waarom een slufter bijdraagt aan de biodiversiteit

Slide 157 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basiskustlijn in gevaar
Is de ligging van de kustlijn zoals 
die in 1990 is afgesproken.

Hoe in gevaar?
1. Absolute zeespiegelstijging.
2. Relatieve zeespiegelstijging (bodemdaling)

Slide 158 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeespiegelstijging
Absolute zeespiegelstijging
Stijging van de hoogte van de zeespiegel.

Relatieve zeespiegelstijging
Combinatie van bodemdaling en zeespiegelstijging.



Slide 159 - Tekstslide

Wanneer de absolute zeespiegel 200 cm stijgt en tegelijkertijd het land met 100 cm daalt, is het werkelijke verschil:
300 cm
Deze 300 cm noemen wij de:
relatieve zeespiegelstijging.

Welke oorzaken?

Slide 160 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 161 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                                      Kustbeheer

Slide 162 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Zachte kust beheer
Langs de kust vindt meer / minder 
afbraak (erosie) dan opbouw 
(sedimentatie) van duinen plaats?

Maatregel: zandsuppletie
Het storten van zand uit de 
Noordzee voor de kust en op het 
strand.
 

Slide 163 - Tekstslide

meer 
Deze kustverdediging noemen we:
dynamisch kustbeheer
De zee en de wind krijgen de ruimte om het zand te verplaatsen.

Slide 164 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 165 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VB. dynamisch kustbeheer
Zandmoter


Effecten zandmotor:
  • Kust wordt veiliger.
  • Recreatie
  • Natuur

Slide 166 - Tekstslide

Een door zandsuppletie ontstaan
schiereiland in het kader van
dynamisch kustbeheer.

Waardoor wordt deze enorme hoeveelheid zand in de komende jaren in noordwaartse richting langs de kust verplaatst?
golven, wind en getijden


VB. dynamisch kustbeheer
Slufter
De zee krijgt de ruimte om 
het land bij vloed binnen te 
stromen.


Slide 167 - Tekstslide

Dynamische stuk kust -> vloed en eb, wat gebeurt er? zand droog wind 

Bij Cadzand, Bergen en op Texel krijgt de zee de ruimte om het land in te stromen.

In dit soort gebieden ontstaat een dynamisch stuk kust, dat aantrekkelijk wordt voor verschillende soorten planten en dieren.

Harde kust beheer
1. Minder beweeglijk dan zachte kust.
2. Zachte kust verderop extra gevoelig
   voor erosie.
3. Bolwerkvorming 
   Bebouwing langs de kust waardoor 
   deze zijn flexibiliteit verliest.


Slide 168 - Tekstslide

Niet langs de hele kust is dynamisch kustbeheer een oplossing. Er zijn ook harde keringen nodig.
Voorbeelden:
de dijken aan de Friese en Groningse kust
de dijken van de Deltawerken in Zuid-Holland en Zeeland
Voorbeelden van bolwerken:
boulevard van Scheveningen
pier van IJmuiden


Harde keringen maken de kust:
minder beweeglijk
zachte kust verderop extra gevoelig voor erosie

Gezamenlijk schematische maken
Neem bordaantekening netjes over. Neem moeite (geen foto ipad)

Slide 169 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelf oefenen

Slide 170 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
1. Maak §4 (H1). Opdr. 1,3,5 
2. Klaar? Maken samenvatting §4 (H1)


timer
10:00

Slide 171 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak je Ipad erbij
Log in met Lessonup code

Slide 172 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zandsuppletie?
A
Een mega grote zandbak aan het strand
B
Extra zand op de duinen gooien
C
Zand op de zeebodem voor de kust brengen
D
Duinen afgraven en daar dijken aanleggen

Slide 173 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding.
Welk begrip is van toepassing?
A
absolute zeespiegelstijging
B
bolwerkvorming
C
relatieve zeespiegelstijging
D
basiskustlijn

Slide 174 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van dynamisch kustbeheer is
A
hard waar het kan, zacht waar het moet
B
estuaria
C
dammen aanleggen om stroming te leiden
D
de zandmotor

Slide 175 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een slufter zorgt voor:.....
Kies de fout tekst
A
Meer biodiversiteit
B
Meer invloed getijdenwerking.
C
Ontmoeting zout en zoet water.
D
Minder extreem hoogwater.

Slide 176 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belangrijkste nadeel van bolwerkvorming?
A
De kust verliest haar flexibiliteit.
B
Het beschadigd het aanzicht van de kust.
C
De kust kan sneller overstromen.
D
Het vergt veel meer onderhoud.

Slide 177 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De golven komen tegen de zandmotor aan. En dan?
A
sedimentatie, transport, erosie
B
transport, sedimentatie, erosie
C
erosie, transport, sedimentatie
D
erosie, sedimentatie, transport

Slide 178 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De functie van
de zandmotor is
A
kustverdediging
B
polderen
C
ruimte voor de rivieren maken
D
deel van de afsluitdijk

Slide 179 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand doet twee uitspraken:

I Relatieve zeespiegelstijging is gevaarlijker dan absolute
zeespiegelstijging
II In Nederland hebben wij alleen te maken met absolute zeespiegelstijging.
Welke uitspraak is juist?

A
Uitspraak I is juist, II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, II is juist.

Slide 180 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het overstromingsrisicobewustzijn onder jongeren in Nederland is
A
Hoog
B
Gemiddeld
C
Laag
D
Weet ik niet

Slide 181 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 182 - Link

Deze slide heeft geen instructies

§1.5 Waterproblemen

Slide 183 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterproblemen
Lesdoelen: 
  •  Je kunt een verband leggen tussen de klimaatverandering en wateroverlast en watertekorten in laaggelegen gebieden;
  • Je kunt uitleggen waarom lage veengebieden kwetsbaar zijn voor wateroverlast en droogte;
  • Je kunt uitleggen waarom veel stedelijke gebieden kwetsbaar zijn voor wateroverlast.


Slide 184 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 185 - Tekstslide

Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Klimaatverandering

Geleidelijke of abrupte verandering 
klimaat als gevolg van natuurlijke en
/ of menselijke processen.


Slide 186 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatverandering
Gevolgen Nederland
1. Warmere en nattere winters.
    (overstromingsrisico's)
2. Zomerperioden met extreem 
     droog en warm weer.
     (watertekorten)

Slide 187 - Tekstslide

Zo zijn de Groenlandse gletsjers het point of no return gepasseerd. Dat wil zeggen:
dat de sneeuwval het ijsverlies niet meer compenseert.
In Nederland:
warmere en nattere winters en een toename van de neerslag met 6 tot 12 procent in 2100
zomerperioden met extreem droog en warm weer, hierdoor ontstaan watertekorten

Slide 188 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 189 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwetsbare laaggelegen gebieden

Slide 190 - Tekstslide

De laaggelegen veengebieden achter de kustzone lagen vroeger enkele meters hoger dan nu. 
1000 na Chr. boeren ontginnen het gebied, het doel: water uit het veen af voeren. 
Veenbodem daalde met een snelheid van:
ongeveer 1 meter per eeuw

Veen 
Sponsachtige grondsoort
- (Onder) water
- Bestaat uit plantenresten.
- Vind je veel in west-Nederland.

Slide 191 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 192 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bodemdaling in de veenpolder
Veen
Kletsnatte, sponsachtige grondsoort die bestaat uit dode plantenresten.
Ligging van het veen?
Veen ligt met name in West- en Noord-Nederland, laaggelegen polders achter dijkgebieden, die drassig zijn.

Slide 193 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door verlaging van de grondwaterstand (ontwateren) ging het veen inklinken (in elkaar drukken) en oxideren (wegrotten). 
- 1 meter per eeuw

Veengebied beneden peil rivier.          Geen natuurlijke afwatering meer mogelijk.

Slide 194 - Tekstslide

Uiteindelijk kwam het veengebied beneden het peil van de rivieren te liggen. Wat is daarvan het gevolg?
Vanaf dat moment was een natuurlijke afwatering niet meer mogelijk.

De laaggelegen veengebieden achter de kustzone lagen vroeger enkele meters hoger dan nu.
1000 na Chr. boeren ontginnen het gebied, het doel: water uit het veen af voeren.
Veenbodem daalde met een snelheid van:
ongeveer 1 meter per eeuw
Laaggelegen gebieden
Gevolgen klimaatverandering 
1.

Verzilting (zoute kwel) ontstaat doordat:
- Temperaturen in de zomer stijgen.
- Meer verdamping 
- Zouten blijven achter in de bodem 
   en sloten.


Slide 195 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laaggelegen gebieden
Gevolgen klimaatverandering 
2.

Verdroging
Bij grote droogte zorgt waterschap
voor extra water in de veenpolders.




Slide 196 - Tekstslide

Dit geldt in het bijzonder voor de:
veenpolders
Bij extreme droogte laat het water-schap extra water in de sloten en vaarten van de polders lopen.

Waardoor komt in de hooggelegen gebieden grondwater steeds dieper te liggen?
Door grondwateronttrekking door drinkwaterbedrijven, landbouw en industrie.

Laaggelegen gebieden
Gevolgen klimaatverandering 
3.

Oxidatie bovenkant veen.
Grond gaat meer inklinken.

Veendijken worden instabiel.



Slide 197 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hooggelegen gebieden
Geen verzilting, wel verdroging





Hier komt grondwater steeds dieper te liggen, waarom?

Slide 198 - Tekstslide

Waardoor komt in de hooggelegen gebieden grondwater steeds dieper te liggen?
Door grondwateronttrekking door drinkwaterbedrijven, landbouw en industrie.
Hooggelegen gebieden
Grondwateronttrekking door drinkwaterbedrijven, landbouw en industrie.


Slide 199 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezamenlijk schematische maken
Neem bordaantekening netjes over. Neem moeite (geen foto ipad)

Slide 200 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelf oefenen

Slide 201 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
1. Maak §5 (H1). Opdr. 1,3,6
2. Klaar? Maken samenvatting §4 (H1)


timer
10:00

Slide 202 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 7
4 juni

Slide 203 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdpad P4
15 mei
Inleveren verslag Terschelling + H1.3 Kust: kenmerken
22 mei
H1.4 kust maatregelen + H1.5 Waterproblemen
29 mei
Geen les
5 juni
H1.6 Oplossingen voor waterproblemen
10 juni
Centraal toetsmoment
Toets ak 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 + Waddenboekje
12 juni
Feedback verslag + voorbereiden mondeling
19 juni
Voorbereiden mondeling toetsweek 
26 juni
Mondeling nav Veldwerk Terschelling

Slide 204 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toetsen tot einde schooljaar (P4)
- Toets AK: 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 + Waddenboekje (weging 15%)
- Verslag veldwerk Terschelling met afsluitend mondeling (weging 20%) 

Slide 205 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets AK: H1.3 - H1.6 + Waddenboekje (Weging 15%)

- Dinsdag 10 juni: 14.00-15.00 (zie Zermelo/Magister)

Slide 206 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippenkennis  
Zet op je antwoordblad de nummers 1 t/m 5 onder elkaar.

Begrippen komen uit hoofdstuk H1.3 - H1.5 & Waddenboekje

Slide 207 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Begrip?
Een primaire dijk die direct aan de zee grenst

Slide 208 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Begrip?
Combinatie van bodemdaling en zeespiegelstijging (twee woorden)

Slide 209 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Begrip?
Het proces van volumevermindering van grond door verdroging of onttrekking van grondwater

Slide 210 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Begrip?
Welke landschap?

De waddendijk vormt een scherpe overgang van zone wit naar zone groen. Dit landschap kenmerkt zich door grasland. Dit hangt samen met de hoge grondwaterstand in dit gebied, waardoor het minder geschikt is voor andere vormen van landbouw. 

Slide 211 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Begrip?
Kust die in Nederland bestaat uit dijken, dammen en waterkeringen

Slide 212 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken begrippen

Slide 213 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Begrip?
Een primaire dijk die direct aan de zee grenst

  • Zeedijk

Slide 214 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Begrip?
Combinatie van bodemdaling en zeespiegelstijging (twee woorden)

  • relatieve zeespiegelstijging

Slide 215 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Begrip?
Het proces van volumevermindering van grond door verdroging of onttrekking van grondwater

  • Inklinken

Slide 216 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Begrip?
  • Welke landschap? > polderlandschap

De waddendijk vormt een scherpe overgang van zone wit naar zone groen. Dit landschap kenmerkt zich door grasland. Dit hangt samen met de hoge grondwaterstand in dit gebied, waardoor het minder geschikt is voor andere vormen van landbouw. 

Slide 217 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Begrip?
Kust die in Nederland bestaat uit dijken, dammen en waterkeringen

  • Harde kust

Slide 218 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak je Ipad erbij
Log in met Lessonup code

Slide 219 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buitendijks gebied 
Binnendijks gebied 

Slide 220 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier zie je een kwelder. Hoe heet het water in de kwelder?
A
Geul
B
Slenk
C
Priel
D
Slib

Slide 221 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Proces waarbij de erosiebestendige harde kust verder in zee komt te liggen dan de omliggende zachte kust die verder geërodeerd is.
Kust met trechtervormige riviermondingen met een duidelijk getijdeverschil.
Door de wind opgeblazen zandheuvel.
Kunstmatige kustverdediging met zeedijken.
Barrière die het water van rivieren of zee tegenhoudt.
Door de mens aangelegde waterkering langs de kust.
Kustgebied dat wordt gekenmerkt door zandplaten die bij eb droogvallen.
wad
zeedijk
waterkering
harde kust
duin
estuaria
bolwerkvorming

Slide 222 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op de foto zie je zandsuppletie bij Den Helder.
Welk begrip past het best hierbij?
A
Dijkverbetering
B
Klimaatadaptatie
C
Stormvloedkering
D
Polder

Slide 223 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke onderdelen bestaat de waddenzee?
Welke onderdelen van de waddenzee zie je bij de letters A, B, C, E, G en I? 
Priel
Zandstrand
Geul
Polder
Kwelder
Duin
Dijk
Wadplaat

Slide 224 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg je Ipad weer weg

Slide 225 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Uitleg + aantekeningen
Oplossingen laaggelegen gebieden -> stedelijke gebieden
NOS op 3 (11 min)
Oefentoetsje

Slide 226 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.6 Oplossingen voor waterproblemen

Slide 227 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acceptatie of Adaptatie?
We passen ons in Nederland aan de dreiging van het water aan (adaptatie) of accepteren wij de dreiging (acceptatie).

Slide 228 - Tekstslide

Adaptatie = Aanpassen aan klimaatverandering

bijvoorbeeld rivieren stapsgewijs meer ruimte geven en langs de kust op de ene plaats meer suppleties uitvoeren dan op een andere plaats. 
Meerlaagsveiligheid
Laag 1: Overstromingen voorkomen met suppleties 
                en waterkeringen.
Laag 2: De gevolgen van overstromingen 
                beperken door de omgeving anders in te 
                richten.
Laag 3: Preventie en informatievoorziening om zo 
                het aantal slachtoffers te verminderen.

Slide 229 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mitigatie 
Maatregelen om de oorzaken van klimaatverandering aan te pakken



VN-klimaatakkoord -> om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2 graden Celsius

Slide 230 - Tekstslide

verdere opwarming van de aarde voorkomen.

Dit gaat goed als er samenwerking tussen landen is. 
Hoe kan dit doel bereikt worden?

  • overstappen naar duurzame energie
  • elektrisch rijden
  • duurzaam bouwen
  • aardgasvrije woonwijken
  • aanpak van de stikstofuitstoot

Slide 231 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossingen voor de laaggelegen gebieden
'





                                                       
Veranderend landgebruik veengebieden.

  1. Van veeteelt naar natuur.
  2. Waterstand wordt verhoogd.
  3. Geen oxidatie veen meer = minder bodemdaling.

Slide 232 - Tekstslide

Veranderend landgebruik kan in de laaggelegen veengebieden de bodemdaling vertragen.

Gebieden worden zo klimaatrobuust, dat wil zeggen:
verhogen van het waterpeil
verhogen van de verdamping door het aanplanten van wilgenvelden
 het bouwen van huizen op terpen

 

Waarom zijn boeren niet blij met vernatting van de grond?

Slide 233 - Tekstslide

Zij moeten met hun zware machines wegzakken in de zompige bodem. Er ontstaat dus een spanningsveld tussen natuur- en economische bealngen. 
Stedelijke gebieden

Slide 234 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossingen stedelijke gebieden
1. Daken gebouwen worden 
groene daken.

Beplanten van daken zodat 
water wordt vastgehouden.


Nieuwbouwcomplex het Sluishuis, Amsterdam

Slide 235 - Tekstslide

In steden worden wijken opnieuw ingericht met meer groen en minder steen. 
Wat zie je zo verschijnen?
geveltuintjes
schaduwroutes
koelteplekken
waterpleinen
rainproof abri’s 
Oplossingen stedelijke gebieden
2. Waterplein
Pleinen in de stad die 
bij hevige regenval tijdelijk 
het water opvangen.

Glastuinbouw creëren 
waterbassins.

Grootste waterplein Europa in Rotterdam

Slide 236 - Tekstslide

Bij plensbuien wordt het water tijdelijk op zo’n plein opgeslagen om zo de riolen te ontlasten.

In de glastuinbouw zie je steeds meer waterbassins naast de kassen. De neerslag die op het glas valt wordt nu opgevangen en:
hergebruikt en niet direct meer op de sloten geloosd.

Oplossingen stedelijke gebieden
3. Wadi
Een laagte waarin het regenwater zich kan verzamelen en kan infiltreren in de grond. 

Slide 237 - Tekstslide

In nieuwbouwwijken wordt een soort ‘riviertje/kanaal’ gegraven die bij vochtig weer water opvangt. Dit noemen we een:
wadi

Wat zijn de voordelen van een wadi?
Water kan infiltreren in de bodem of vertraagd naar het oppervlaktewater stromen.

Oplossingen stedelijke gebieden
4. Alle nieuwe bebouwing toetsen 
aan de watertoets.


Bij dit proces spelen de watertoets en de drietrapsstrategie een belangrijke rol. Het doel is:
Het water in een gebied zo lang mogelijk vasthouden.

Slide 238 - Tekstslide

Gemeenten en bouwbedrijven moeten voordat ze gaan bouwen onderzoeken of er wel voldoende rekening wordt gehouden met o.a.:
veiligheid
wateroverlast
waterkwaliteit
verdroging en andere waterproblemen

Slide 239 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Op welke plek in Nederland kun je het beste wonen om klimaatrisico's te vermijden? 
  • Teken/geef dat aan op de blanco-kaart van Nederland. Gebruik eventueel de Grote Bosatlas om het gebied te bepalen.

Slide 240 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 241 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken kijkvragen

Slide 242 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezamenlijk schematische maken
Neem bordaantekening netjes over. Neem moeite (geen foto ipad)

Slide 243 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelf oefenen

Slide 244 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
1. Maak §6 (H1). Opdr. 4,6 
2. Klaar? Oefentoetsje maken


timer
10:00

Slide 245 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 8
12 juni

Slide 246 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdpad P4
15 mei
Inleveren verslag Terschelling + H1.3 Kust: kenmerken
22 mei
H1.4 kust maatregelen + H1.5 Waterproblemen
29 mei
Geen les
5 juni
H1.6 Oplossingen voor waterproblemen
10 juni
Centraal toetsmoment
Toets ak 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 + Waddenboekje
12 juni
Feedback verslag + voorbereiden mondeling
19 juni
Voorbereiden mondeling toetsweek 
26 juni
Mondeling nav Veldwerk Terschelling

Slide 247 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma AK tot toetsweek
  • Mondeling voorbereiden (vandaag)
  • Feedback op ingeleverd verslag 

Slide 248 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw mondeling
1) Presenteer kern van je onderzoek  (max) 5 min.
2) Begrippen testen: overhoringen belangrijke kernbegrippen 
3) Paar verdiepende geografische vragen
4) Klimaatverandering: scenario's in de toekomst (= voorspelling, zeespiegelstijging) 
Uitleg

Slide 249 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeespiegelstijging?

Slide 250 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dia zeespiegelstijging

Slide 251 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 252 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijkopdracht 'Waterlanders'

Slide 253 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 254 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken Kijkopdracht: Waterlanders

Slide 255 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terug naar Mondeling

Slide 256 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom Terschelling?
Waarom mondeling?
  •  Veel verschillende landschappen bij elkaar
  • CE stof: kusten en kustbeheer
  • SE vaardigheden: Geografisch onderzoek doen

  • Mondeling:
- doorvragen, dus diepgang. Individuele aansprakelijkheid

Slide 257 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat een mondeling?
  • Je pitcht het belangrijkste van je eigen onderzoek in 5 min.
  • Daar vragen we op door (10 min):​
-Feiten en begrippen​
-Onderzoeksresultaten (toepassing van begrippen en feiten)​
- Verdiepende vragen adhv geografische werkwijze
  • Transect (10 min):
- Feiten en begrippen
- Ruimtelijke processen en patronen
- Voorspelling
  • Evaluatie:
- Wat is nog niet aan bod gekomen? Hoe vond je het mondeling?

Slide 258 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verloop van mondeling
  • We stellen vragen van makkelijk naar moeilijk: er komt altijd een moment dat je het niet meer weet. Als je makkelijke vragen niet kunt beantwoorden, komen we niet bij de moeilijke vragen en zal je cijfer laag zijn.
  • Je kunt tijdens mondeling altijd antwoorden van eerder aanvullen of verbeteren. 
  • Je kunt ook kort overleggen voor je antwoord geeft
  • Je kunt aan het eind aanvullen als je iets vergeten bent

Slide 259 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem je mee?
  • Maak een PPT waarin alle relevante foto's, kaartjes, grafieken, cirkeldiagrammen, enz.
  • Neem je Ipad mee met die PPT
  • Neem jullie transecten en kaart(en) mee
  • Andere bevindingen (bv boormonsters)

Slide 260 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereid je je voor op mondeling?
  • Bestudeer jullie onderzoeksverslag: m.n. FG-onderzoek en eigen keuze-onderzoek​
  • Zorg dat je alle onderdelen weet en kan beredeneren (dus niet alleen je eigen onderdeel)​
  • Zorg voor verbeteringen en aanvullingen n.a.v. feedback op je verslag​
  • Zorg dat je de theorie uit de lessen over de Wadden kent​
  • Zorg dat je de bronnen uit je verslag kent, zo dat je weet waar je over praat​
  • Lees de precieze opdrachten nog eens door

Slide 261 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je op letten bij de mondeling?
  • Het is geen PPT-presentatie, maar je wordt ondervraagd over jullie verslag / onderzoeken​
Bedenk vooraf goed wat je wilt gaan vertellen​
  • Denk na voor je antwoord geeft, formuleer dan duidelijk en correct en gebruik geografische begrippen​
  • Weet je een antwoord niet meteen: beredeneer hardop wat het kan zijn.​
  • Onderbouw je antwoord met foto’s / kaartjes / tabellen / feiten​
 de anderen over

Slide 262 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het cijfer
  • Is een groepscijfer (behalve als er duidelijk verschil is in bijdrage van de verschillende personen: qua kennis of werk)​
  • Wordt pas bekend gemaakt als alle groepen zijn geweest​
  • Cijfer mondeling telt 20%

Slide 263 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvragen mondeling FG
  1. Welke type landschappen kwam je tegen en waaraan herkende je die?​
  2. Waarom sedimenteert er geen klei aan de Noordzeekant en wel aan de Waddenkant?​
  3. Er zijn duidelijke verbanden tussen grondsoort, vegetatie, diepte grondwater en hoogteligging. Leg voor elk van je boorlocaties uit welke van de bovengenoemde verbanden daar een rol spelen.​
  4. Stelling: Door aanhoudende droogte zal de vegetatie op het eiland sterk veranderen. Geef voor elk type landschap aan wat er zal veranderen en wat voor effect dat zal hebben op het landschap.

Slide 264 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling - Opbouw mondeling
1) Presenteer kern van je onderzoek (Fysisch Geografisch & Sociaal Geografisch onderzoek) > 5 min.
2) Begrippen testen: overhoringen belangrijke kernbegrippen 
3) Paar verdiepende geografische vragen
4) Klimaatverandering: scenario's in de toekomst (zeespiegelstijging) 

Slide 265 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw mondeling
1) Presentatie kern van jullie onderzoek
'Meneer Schuring kent jullie onderzoek niet, vertel eens in het kort en wijs op de kaart van Terschelling aan waar...

--> Wat hebben jullie onderzocht? 
--> Wat hebben jullie vastgesteld? 
--> Welke conclusies trekken jullie?
--> Situatie in 2100 / toekomst: wat verwachten jullie en welke maatregelen zijn nodig om voorbereid te zijn? (FG)

Slide 266 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw mondeling
2) Begrippen testen uit jullie onderzoek.

Voorbeeld: Keuze-onderzoek duinen en dijken
'Wat verstaan we jullie onder dynamisch kustbeheer?' 
'Kunnen jullie voorbeelden geven van dynamisch kustbeheer op Terschelling?'
'Wat is de functie van een zeewering?'

Voorbeeld Transect - 1
'Welk landschap hebben jullie onderzocht? (Polderlandschap/...,...)
'Wat zijn de belangrijkste kenmerken van dit landschap (bv: droog, zout, kalkrijk)
'Kun je ons iets vertellen over het landgebruik? (infrastructuur,, agrarisch, kwelders)





Slide 267 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw mondeling
3) Doorvragen op jullie onderzoek

Waar verwachten jullie zoet water? 
Waar verwachten jullie zout water?
Hoe zit het met de verdeling van de gronwaterstand in Terschelling? Welke verschillen hebben jullie waargenomen?
Waar kom je op Terschelling....tegen?
Waarom juist daar? 
Wat verwacht je dat....?




Slide 268 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw mondeling
4) Toekomstscenario: effect klimaatverandering en te nemen maatregelen.

'Jullie hebben een toekomstscenario uitgewerkt voor 2100: hoe ziet transect van 2100 er volgens jullie uit?
'Kun je ons vertellen hoe het gesteld is met bodemdaling, verzilting...
'Wat moet er volgens jullie gebeuren om Terschelling in de toekomst....
'Wat is jullie blik op de toekomst...'









Slide 269 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag: voorbereidingen mondeling
1) Presenteer kern van je eigen onderzoek (5 min)
- Daar vragen we op door (feiten, begrippen, onderzoeksresultaten = toepassing begrippen en feiten + verdiepende vragen)
2) Transect
- Feiten en begrippen, ruimtelijke processen en patronen, voorspelling
3) Evaluatie
- Wat is er nog niet aan bod gekomen?
- Hoe vond je het mondeling? 

Tips ter voorbereiding:
--> Wat hebben jullie onderzocht? 
--> Wat hebben jullie vastgesteld? 
--> Welke conclusies trekken jullie?
--> Situatie in 2100 / toekomst: wat verwachten jullie hoe TS in 2100 eruit ziet? Waarom?(FG)


timer
50:00

Slide 270 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les: mondeling voorbereiden

Slide 271 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 9
18 juni

Slide 272 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdpad P4
15 mei
Inleveren verslag Terschelling + H1.3 Kust: kenmerken
22 mei
H1.4 kust maatregelen + H1.5 Waterproblemen
29 mei
Geen les
5 juni
H1.6 Oplossingen voor waterproblemen
10 juni
Centraal toetsmoment
Toets ak 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 + Waddenboekje
12 juni
Feedback verslag + voorbereiden mondeling
19 juni
Voorbereiden mondeling toetsweek 
26 juni
Mondeling nav Veldwerk Terschelling

Slide 273 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • Toets bespreken
  • Voorbereiden mondeling

Slide 274 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verloop van mondeling
  • We stellen vragen van makkelijk naar moeilijk: er komt altijd een moment dat je het niet meer weet. Als je makkelijke vragen niet kunt beantwoorden, komen we niet bij de moeilijke vragen en zal je cijfer laag zijn.
  • Je kunt tijdens mondeling altijd antwoorden van eerder aanvullen of verbeteren. 
  • Je kunt ook kort overleggen voor je antwoord geeft
  • Je kunt aan het eind aanvullen als je iets vergeten bent

Slide 275 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem je mee?
  • Maak een PPT waarin alle relevante foto's, kaartjes, grafieken, cirkeldiagrammen, enz.
  • Neem je Ipad mee met die PPT
  • Neem jullie transecten en kaart(en) mee
  • Andere bevindingen (bv boormonsters)

Slide 276 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereid je je voor op mondeling?
  • Bestudeer jullie onderzoeksverslag: m.n. FG-onderzoek en eigen keuze-onderzoek​
  • Zorg dat je alle onderdelen weet en kan beredeneren (dus niet alleen je eigen onderdeel)​
  • Zorg voor verbeteringen en aanvullingen n.a.v. feedback op je verslag​
  • Zorg dat je de theorie uit de lessen over de Wadden kent​
  • Zorg dat je de bronnen uit je verslag kent, zo dat je weet waar je over praat​
  • Lees de precieze opdrachten nog eens door

Slide 277 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag: voorbereidingen mondeling
A: Beschrijf eens jullie onderzoek
Vastgesteld?
Conclusie?
Kanttekening?
Geografische vaardigheden toegepast? 
Vanuit welke dimensie onderzocht?
Schaalniveau?
Relatie gelegd tussen verschijnselen binnen een gebied of
Gebieden of verschijnselen vergelijken in ruimte en tijd.
Gebruikte aardrijkskundige begrippen in het onderzoek?

B: Transect
Kennisbegrippen, bijvoorbeeld:
Vormt de Polder een overgang van zout naar zoet water of juist van zoet naar zout water? 
Wat is een kwelder?

Verdieping: Waarom ligt het grondwaterpeil in de duinen dieper dan in laaggelegen gebieden? 



Toekomst:
Welk gevolg heeft zeespiegelstijging?
Welke plek is zeespiegelstijging van invloed?
Wat maakt dat het in 2100 meer gaat waaien?
Wat is het verschil in 2100 wat betreft grondwaterstand? 

Evaluatie:
Hoe vonden jullie het gaan?
Wat vond je van de excursie / mondeling? 
Is er een vraag waarvan je wil dat we je die stellen?



timer
1:00:00
Toekomst: 
Terschelling krijgt te maken met verschillende uitdagingen. Er bestaan twee type maatregelen om met uitdagingen van zeespiegelstijging om te gaan: mitigatie en adaptatie. Leg beide begrippen uit. Verzilting, verdroging, vermesting en verzuring spelen ook een belangrijke rol in de toekomst als gevolg van klimaatverandering, leg uit. 
Neem ons mee hoe dwarsdoorsnede van Terschelling er volgens jullie in 2100 uitziet. Welk effect heeft zeespiegelstijging op Terschelling? 

Slide 278 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies