5H Examentraining 1 - 21/22

Start Examentraining Biologie
HAVO
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Start Examentraining Biologie
HAVO

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
- Examen Biologie: Wanneer? Wat? Hoe? 
- Programma Examentrainingen Biologie
- Aanpak en oefenen: Open vragen, Multiple choice, Berekeningen en Grafieken
- Hoe/Waar begin ik? 

Slide 2 - Tekstslide

Examen biologie havo
Examenzittingen
woensdag 18 mei 2021 13:30-16:30
1e tijdvak
vrijdag 17 juni 2021 13:30- 16:30
2e tijdvak
dinsdag 5 juli 2021 13:30-16:30
3e tijdvak

Slide 3 - Tekstslide

Wat neem je mee naar het biologie examen?
  • BINAS: De Binas dient compleet onbeschreven en onbeplakt te zijn. Het gebruik van briefjes als paginawijzers is niet toegestaan.
  • Het gebruik van een niet-grafische rekenmachine is toegestaan.
  • Verder meenemen naar je examen: (reserve-)pen, tekenpotlood, gum,
       geodriehoek en arceerstiften.
  • NL woordenboek
  • Tijdens je examen mag je NIKS lenen van anderen. 

Slide 4 - Tekstslide

Welk type vragen kom je tegen?
  • Open vragen: aantal punten meestal gelijk aan aantal
      denkstappen
  • Meerkeuze vragen

In de examens kunnen meerkeuzevragen voorkomen voor 1 punt en voor 2 punten, dit is nieuw. Het aantal punten dat aan een  meerkeuze-vraag wordt toegekend, hangt in principe samen met het aantal denkstappen dat de kandidaat moet maken om tot het antwoord te komen.
LET OP!

Slide 5 - Tekstslide

Er zijn verschillende soorten open vragen
Hoe te herkennen?
Feitenkennis
Noem..
Met welke term…
Wat is…
Geef een omschrijving van …
Verklaring / toelichting
Geef een verklaring voor…
Inzicht
Leg uit….
Bereken…
Mening
Beargumenteer…
Vaardigheden
Formuleer een hypothese
Maak een werkplan
Beschrijf een werkwijze…
Trek een conclusie

Slide 6 - Tekstslide

1. Wat is de vraagstructuur?
Instructiewerkwoord + onderwerp + verplicht gegevensgebruik of noteringsvoorwaarde


Uitleggen + oorzaak dat snoekkroketten lichter verteerbaar zijn dan kippen-, rund- en varkenskroketten + mbv gegevens uit de tabel


Slide 7 - Tekstslide

  Snoekkroketten
Leg met behulp van de gegevens uit de tabel uit wat de voornaamste oorzaak is van de constatering dat snoekkroketten inderdaad lichter verteerbaar zijn dan kippen-, rund- en varkensvleeskroketten.

Slide 8 - Tekstslide

2. Wat is de antwoordstructuur?
Instructiewerkwoord als zelfstandig naamwoord + onderwerp + verplicht gegevensgebruik of noteringsvoorwaarde


Uitleg + oorzaak dat snoekkroketten lichter verteerbaar zijn dan kippen-, rund- en varkenskroketten + m.b.v. gegevens uit de tabel


Slide 9 - Tekstslide

3. Naar welk verband wordt gevraagd?

Moet je een oorzaak/ gevolg uitleggen? Moet je een conclusie trekken uit de gegevens? Om dit te achterhalen kun je gebruik maken van de signaalwoorden uit de vraag.

Slide 10 - Tekstslide

3. Naar welk verband wordt gevraagd?

Slide 11 - Tekstslide

4. Over welk hoofdonderwerp in de Biologie gaat deze vraag?
Bedenk bij welk hoofdonderwerp deze vraag hoor. Dit kan je op het juiste spoor zetten voor te gebruiken BINAS tabellen of begrippen in het antwoord -> Voeding en vertering

Slide 12 - Tekstslide

5. Welke gegevens uit de vraag kan ik gebruiken?

Lees de informatie uit de context gericht door om relevante gegevens te vinden die je nodig hebt voor het antwoord.
Arceer eventueel.

Slide 13 - Tekstslide

6. Welke gegevens/ kennis moet ik zelf toevoegen?
Bedenk welke kennis je nog moet toevoegen om het antwoord compleet te maken. Bedenk ook welke biologische begrippen waarschijnlijk in het antwoord moeten voorkomen: 
Enzymen, koolhydraten, eiwitten, vetten, organen


Slide 14 - Tekstslide

7. Formuleer nu je antwoord
Herhaal de vraag + neem het signaalwoord dat past bij het verband in de vraag + voeg het hulpmiddel toe.


Snoekkroketten zijn lichter verteerbaar dan kippen-, rund- en varkensvleeskroketten omdat in de tabel staat dat ...

Slide 15 - Tekstslide

8. Controle
Lees de vraag nog een keer goed door en kijk nog een keer kritisch naar je antwoord. Beantwoord je de vraag eigenlijk wel? Zo niet: pas je antwoord aan


Slide 16 - Tekstslide

9. Maak het antwoord compleet
Voeg informatie uit de context en eigen informatie (kennis/ BINAS) toe om het antwoord compleet te maken.


Slide 17 - Tekstslide

Compleet antwoord


Snoekkroketten zijn lichter verteerbaar dan kippen-, rund- en varkensvleeskroketten omdat in de tabel staat dat snoekkroketten per 100gr maar 1gr vet bevat (terwijl kip, rund, -en varkenskroketten 12-15x meer vet bevat) en vet langzamer verteerd dan eiwitten en koolhydraten.

Slide 18 - Tekstslide

Nog een voorbeeld
Riccardo had koorts. Bij koorts is het temperatuurcentrum in de hersenen ingesteld op een hogere temperatuur dan 37oC. De verpleegkundige constateerde dat Riccardo rilde, een bleke kleur had en dat zijn lichaamstemperatuur nog steeds opliep.
Leg uit hoe door rillen de lichaamstemperatuur stijgt.

Slide 19 - Tekstslide

Uitwerking vraag over koorts en rillen
Riccardo had koorts. Bij koorts is het temperatuurcentrum in de hersenen ingesteld op een hogere temperatuur dan 370C. De verpleegkundige constateerde dat Riccardo rilde, een bleke kleur had en dat zijn lichaamstemperatuur nog steeds opliep. Leg uit hoe door rillen de lichaamstemperatuur stijgt.
Verband leggen: wat heeft rillen met temperatuurstijging te maken? 
rillen betekent bewegen, dus gebruik van spieren dus verbranding dus warmteproductie! Dit zijn dus de denkstappen die je moet maken

Slide 20 - Tekstslide

Uitwerking vraag over koorts en rillen
Riccardo had koorts. Bij koorts is het temperatuurcentrum in de hersenen ingesteld op een hogere temperatuur dan 370C. De verpleegkundige constateerde dat Riccardo rilde, een bleke kleur had en dat zijn lichaamstemperatuur nog steeds opliep.
Leg uit hoe door rillen de lichaamstemperatuur stijgt.
Uit het antwoord moet blijken dat:
• het rillen wordt veroorzaakt door spiersamentrekkingen 1p
• waarbij warmte vrijkomt (ten gevolge van dissimilatie) 1p

Slide 21 - Tekstslide

Veel gemaakte fouten:
- Geen antwoord geven op de vraag (wat is het verschil?)
- Onvolledige antwoorden (gebruik hele zinnen!)
- Alleen vraag herhalen (geen uitleg/nieuwe informatie)
- Te snel naar antwoord willen (werk denkstappen uit!)
- Meer redenen of voorbeelden geven dan gevraagd
- Alleen standpunt of mening geven zonder onderbouwing.

Slide 22 - Tekstslide

Stappenplan Open vragen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Stappenplan Meerkeuzevragen

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

antwoord op rekenvraag bloedsomloop
HMV=SV x HSF
Dus 70 x 70 =4900 ml (of 4,9L)
Inspanning zorgt voor HSF van 200 en een HMV dat 5x zo hoog is. 
HMV is dan 5 x 4900L= 24500 ml (of 24,5L), alles invullen in formule geeft:
24500= SV x 200 ---> SV= 122,5 ml
Dan nog % verandering berekenen: 122,5-70 / 70 x 100 = 75%  --> antwoord D
Bij open vragen:
BIJ BEREKENINGEN ALTIJD DE EENHEID NOTEREN!!!

Slide 28 - Tekstslide

Grafieken tekenen
Je doet een onderzoek naar de invloed van verschillende zoutconcentraties in het milieu op de hartslagfrequentie van een watervlo. Je moet een grafiek tekenen. Hoe ziet deze eruit? 


Slide 29 - Tekstslide

Grafieken tekenen
Op de X-as komt dan de zoutconcentratie (je stopt namelijk de watervlo in vooraf bepaalde zoutconcentraties), op de Y-as komt de hartslagfrequentie (deze wil je onderzoeken/ meten).
Samengevat:
X-as: wat je weet (onafhankelijke variabele)
Y-as: wat je meet (afhankelijke variabele)

LET OP: zorg dat je de assen ook benoemt, inclusief grootheid (zoals tijd) en eenheid (zoals minuten). Zorg ook voor een mooie schaalverdeling. Teken de meetpunten én de grafieklijn, meestal een vloeiende lijn waar je geen liniaal voor gebruikt! Laat de lijn alleen door het 0,0 punt (de oorsprong) gaan als dat logisch is en uit de gegevens blijkt! Zorg voor een legenda.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Toepassen bij CSE:

Open vragen: 
CSE 2018-I vr 1 t/m 4

Meerkeuze:
CSE 2018-I vr 5, 
CSE 2017-I vr 3 + 4
Berekenen:
CSE 2017-I vr 2

Grafiek:
CSE 2017 vr 6

Let op! CSE 2018-I is proefexamen maandag

Slide 32 - Tekstslide

Hoe begin ik?
- Proefexamen maken (maandag a.s. of zelfstandig) via Examenkompas. 
- Op di 29/03 bespreek ik CSE 2018-I. 
- Rapport bekijken, welke onderwerpen beheers ik (nog) niet?
- Syllabus raadplegen voor deze domeinen (zie Classroom "Werken met syllabus"): bestudeer leerdoelen en begrippen, bekijk filmpjes. 
- Lees een samenvatting en lesboek, bekijk LessonUp's en filmpjes, leer en oefen met begrippen voor deze domeinen .
- Aan de slag met oefenen examenvragen voor deze domeinen: bijv. met examenbundel, online slagen, biologiepagina.nl

Slide 33 - Tekstslide

Handige websites
https://www.lerenvoorhetexamen.nl/havo/biologie/
https://examenkompas.citolab.nl/
https://www.onlineslagen.nl/




Slide 34 - Tekstslide