Biologie hfst 5 DNA RNA
Bij het maken van een polysacharide wordt welke binding gevormd?
A
waterstofbrug
B
zuurstofbrug
C
zwavelbrug
D
peptidebinding
1 / 27
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Bij het maken van een polysacharide wordt welke binding gevormd?
A
waterstofbrug
B
zuurstofbrug
C
zwavelbrug
D
peptidebinding
Slide 1 - Quizvraag
polysachariden
polypeptiden
fosfolipiden
fosfaat/stikstofbinding
H-brug
steraanskelet
peptidebinding
vouwing
O-brug
S-brug
Slide 2 - Sleepvraag
welke groep komt niet voor in een aminozuur?
A
Carboxylgroep
B
Aminogroep
C
O-groep
D
Restgroep
Slide 3 - Quizvraag
Steroïden zien er anders uit dan lipiden maar vallen wel onder de lipiden. Hoe kan dit?
Slide 4 - Open vraag
Bij welke structuur van eiwitten hebben we S-bruggen nodig?
A
Primaire structuur
B
Secundaire structuur
C
Tertiaire structuur
D
Quaternaire structuur
Slide 5 - Quizvraag
Waaruit bestaan triglyceriden?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Welke 2 groepen binden aan elkaar tijdens polymerisatie van nucleotiden?
Slide 20 - Open vraag
Welke combinatie is juist?
A
Adenine en Cytosine
B
Thymine en Guanine
C
Thymine en Adenine
D
Guanine en Cytosine
Slide 21 - Quizvraag
Waarvoor codeert een gen?
