21-03 S&O theorie

Leereenheid 5: Maatschappelijke ontwikkelingen en sport.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leereenheid 5: Maatschappelijke ontwikkelingen en sport.

Slide 1 - Tekstslide

Waar denken jullie aan bij het woord versporting?

Slide 2 - Open vraag

SPORT IS IN:
Sport als vrije tijd besteding.
Sport wordt als amusement regelmatig op televisie getoond.
Sport is een onderdeel van de commercie.
Sport als belangrijk onderdeel van ons hele welzijn.
Sport bevordert fitheid en gezondheid.
Sport als een plezierige manier van leven.
Sport draagt bij tot verdraagzaamheid en integratie.

Slide 3 - Tekstslide

Waarom sporten mensen?
(Dit zijn motieven van sporten.)

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Wat is jouw motief om te gaan sporten? Vrijetijd motief, Fitheid- en gezondheidsmotief, Sociale motief, Compensatiemotief, Prestatiemotief
Intrinsieke motief, Esthetisch motief,

Vrijetijd motief, Fitheid- en gezondheidsmotief, Sociale motief, Compensatiemotief, Prestatiemotief
Intrinsieke motief, Esthetisch motief,

Slide 6 - Open vraag

Wat is ontsporting?
A
Minder sporten en meer sociale mediagebruik.
B
Steeds meer mensen kunnen niet sporten vanwege geldproblemen.
C
Er wordt steeds minder sportief gesport.
D
Steeds minder sporten, maar meer bewegen, omdat het lekker / gezond is, zonder winst-verliesaspecten

Slide 7 - Quizvraag

Maatschappelijke veranderingen:
1 Ontzuiling en ontkerkelijking --> Vroeger bijvoorbeeld zaterdag/zondag voetbal vanwege het geloof. 

Slide 8 - Tekstslide

2 Multiculturele samenleving: 
Steeds meer zorgaanbieders houden bijvoorbeeld rekening met de waarden/normen en gewoonten die ook in de islam belangrijk zijn. Als voorbeeld gescheiden zwemactiviteiten voor mannen en vrouwen, aparte fitnesscentra / ruimtes (Basic-Fit Oosterstraat) waar alleen vrouwen mogen trainen. Witte en zwarte sportscholen / sportverenigingen. Minder sportdeelname uit groepen met migratieachtergrond. 

Slide 9 - Tekstslide

3 Een groeiende tweedeling 
Vroeger zochten hoger- en lager opgeleiden nog dezelfde kroeg op, waren ze lid van dezelfde voetbalvereniging en zaten ze op dezelfde basisschool. Tegenwoordig zie je een ontwikkeling waarbij deze werelden steeds meer gescheiden wordt. Vergelijk een fitnesscentra zoals een Basic Fit met een Trifora in Enschede. (hoger segment)

Slide 10 - Tekstslide

Demografische ontwikkelingen
Vergrijzing, ontgroening, grijze druk en verkleuring.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is vergrijzing?

Slide 12 - Open vraag

Welke provincies is de vergrijzing het grootst?
A
Noordelijke provincies van Nederland
B
Oostelijke provincies van Nederland
C
Zuidelijke provincies van Nederland
D
Westelijke provincies van Nederland

Slide 13 - Quizvraag

Zet de TOP 5 van sporten bij 65 plussers in de juiste volgorde? (zwemmen, gymnastiek, fietsen, fitness, wandelen)

Slide 14 - Open vraag

Wat zijn de gevolgen van de vergrijzing voor de sport?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

Wat is ontgroening?
A
De mensen leven steeds minder gezond (Groen)
B
Het minder sporten in de groene natuur.
C
De sportiviteit die achteruit gaat.
D
Het percentage van 0 tot 19 jarigen in NL.

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn de mogelijke gevolgen van ontgroening voor het sport- beweegaanbod?

Slide 18 - Open vraag

Economische ontwikkelingen
  • Commercialisering van de sport:                                                             Er is steeds meer invloed van bedrijven op sport.

  • Mediatisering van de sport:                                                                    Er is steeds meer invloed vanuit de media op de sport. (TV, verkoop van sport gerelateerde boeken/magazines etc.) 

Slide 19 - Tekstslide

Culturele ontwikkelingen
• Individualisering (ik-tijdperk)
• Democratisering: meer mensen krijgen de kans om mee te praten en te denken over allerlei zaken en dat mensen meer gelegenheid kregen om van allerlei voorzieningen gebruik te maken. 
• Toename consumptief gedrag. Ze willen wel deelnemen aan sport maar daar rondom heen willen ze er zelf niet al te veel voor hoeven te doen.
• Zapgedrag: Neiging hebben tot switchen van het een naar het ander.
• Schoonheids- en gezondheidsideaal : belangrijk om er mooi uit te zien: cosmetische sporten. Daarnaast staat gezond sporten bij veel mensen ook hoog in het vaandel.
• Verleggen van grenzen:  Meer hang naar spanning en sensatie bij het sporten en het leveren van een prestatie of het verleggen van grenzen.

Slide 20 - Tekstslide

Wat zijn de 10 meest beoefende sporen in NL? Zet ze zoveel mogelijk in de juiste volgorde.

Slide 21 - Open vraag

Hoe speelt de fitnessbranche en sportverenigingen in op het zapp gedrag van tegenwoordig?

Slide 22 - Open vraag

Sportbeleid in Nederland: 
1: NNGB, 2 fitnorm en 3 combinorm

1 NNGB norm: wanneer je minstens vijf dagen per week minimaal een half uur matig intensief te bewegen.
2 FITNORM:  wanneer je minstens drie dagen per week minimaal twintig minuten zwaar intensief te bewegen 
3 COMBINORM: wanneer je tenminste aan één van de beide normen voldoet.

Slide 23 - Tekstslide