Lezen 3.3

Lezen 3.3
Eerste 10 min zelfstandig lezen. 


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen 3.3
Eerste 10 min zelfstandig lezen. 


Slide 1 - Tekstslide

Lezen 3.3 
Bladzijde 170 

Slide 2 - Tekstslide

Betogende tekst 
In een betogende tekst geeft de schrijver zijn mening. Hij wil de lezer ervan overtuigen dat zijn mening juist is. Hij doet dat door argumenten te gebruiken. 

De hoofdgedachte van een betogende tekst bestaat altijd uit de mening van de schrijver, meestal gevolgd door het belangrijkste argument. 

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld
Mijn stelling is dat dierentuinen moeten sluiten. Daar bedoel ik alle Nederlandse dierentuinen mee.

Ten eerste kunnen dieren hun natuurlijke gedrag in hun verblijf niet uitvoeren. Dat is wel de belangrijkste regel die de Nederlandse overheid stelt aan het welzijn van de dieren. Maar in dierenparken kunnen zij niet met andere dieren samenleven door de andere setting van hun verblijf, en kunnen ze niet de afstanden rennen die zij in het wild afleggen, en ze kunnen ook niet jagen. Oftewel: ze kunnen hun natuurlijke gedrag niet goed uitvoeren.

Slide 4 - Tekstslide

Argumenten 
Een argument is informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat hij gelijk heeft, dat zijn mening juist is. Een argument kan zowel feit als een mening zijn:

  • Ik vind mandarijnen niet lekker, want ze stinken. (mening) 
  • Ik eet graag kiwi's, want ze zijn gezond. (feit) 
Tegenargument 

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag!
Lezen 3.3 opdracht 1 t/m 5 vandaag tijdens de les. 
vwo opdracht 1 t/m 7. Opdracht 2 en 5 overslaan. 

Vrijdag 8 december schrijfopdracht af. 
Leesverslag woensdag 20 december. 

Slide 6 - Tekstslide

Lezen 3.3 
Eerste 10 min zelfstandig lezen 

Slide 7 - Tekstslide

Leesstrategieën
  • Blz. 174
  • Verkennend lezen 
  • Nauwkeurig lezen 
  • Zoekend lezen 
  • Studerend lezen 
  • Kritisch lezen  

Slide 8 - Tekstslide

Kritisch lezen  
Stel vragen als, 
  • Is de schrijver deskundig? 
  • Is de informatiebron betrouwbaar? 
  • Is de informatie waar? 

Lees grondig en actief: gebruik eventueel kleuren om de Hoofdzaken van de bijzaken te onderscheiden.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Oorzaak en gevolg 
Signaalwoorden: 
  • door 
  • Doordat 
  • Waardoor 
  • te danken aan 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Lezen 3.3 opdracht 1 t/m 11 vandaag tijdens de les. 8 en 9 overslaan.
vwo opdracht 1 t/m 7. Opdracht 2 en 5 overslaan. 

Vrijdag 8 december schrijfopdracht af. 
Leesverslag woensdag 20 december. 

Slide 12 - Tekstslide