Zaterdag 20 april 2024 - Thema D Helden interview, vragen stellen, uitleg interview opdracht

Wat gaan we doen in de les:

Thema D Helden - wat is een held?

Uitleg van de interviewopdracht:
We gaan vragen bedenken + interview voorbereiden  


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecondary EducationAge 12,13

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen in de les:

Thema D Helden - wat is een held?

Uitleg van de interviewopdracht:
We gaan vragen bedenken + interview voorbereiden  


Slide 1 - Tekstslide

Thema D Helden
Blz 180-181 
Welke foto vond jij het minst passen bij het thema Helden? 

Wat maakt iemand een held?


Slide 2 - Tekstslide

Welke foto vond jij het minst passen bij het thema Helden?
Schrijf 1 foto op.

Slide 3 - Open vraag

Wanneer is iemand
een held, volgens jou?

Slide 4 - Woordweb

Waar gaan we het over hebben:
We gaan het hebben over interviewen: hoe stel je goede vragen? 
Hoe vraag je door en wat zijn vervolgvragen?
Je leert
  • Goede vragen stellen om aan informatie te komen.
  • Open en gesloten vragen stellen.
  • Doelgericht door te vragen om aan specifieke informatie te komen. 

Slide 5 - Tekstslide

Gesloten en open vragen
Voor een interview kun je gebruik maken van deze twee soorten vragen, namelijk:
  1. open vragen - hoe, wat, waarom, wie? 
  2. gesloten vragen - vond je het leuk?

Als je open vragen stelt krijg je vaak een uitgebreider antwoord dan bij een gesloten vraag. 

Slide 6 - Tekstslide

Interviewen:
Zo krijg je de beste antwoorden:
  • stel open vragen
  • vraag ook naar meningen en gevoelens
  • gebruik vervolgvragen om door te vragen 

Slide 7 - Tekstslide

Doorvragen doe je als je nog niet genoeg informatie hebt gekregen. 
Met een vervolgvraag reageer je op wat de geïnterviewde net heeft gezegd. 
Goed luisteren = belangrijk!
Een controlevraag helpt om te checken of je alles goed hebt begrepen, maar ook om samen te vatten. 

Slide 8 - Tekstslide

Open vragen kun je NIET met ja of nee beantwoorden.
Open vragen beginnen meestal met een vragend voornaamwoord, zoals:
▪ Wie? Welke?
▪ Waar, waarheen, waarvandaan?
▪ Wanneer, hoe laat, hoe lang, hoe vaak?
▪ Hoe?
▪ Waarom, waardoor, hoezo, waartoe?
Wat voor? 

Slide 9 - Tekstslide

Maak een open vraag van:
'Vind je robots een geschikte oplossing voor personeelstekorten?'

Slide 10 - Woordweb

Maak een open vraag van:
'Denk je dat alle innovaties ook verbeteringen zijn?'

Slide 11 - Woordweb

Uitleg opdracht
Je gaat iemand interviewen die voor jou een held is.
(iemand in je familie of omgeving)

Komende week ga je bedenken wie je gaat interviewen, en waarom. 
Je bedenkt open vragen die je gaat stellen aan jouw held tijdens het interview. 

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk voor 11 mei
▪ Bedenk vragen voor het interview met jouw held
▪ Thema D - §2 vragen stellen: maak opdracht 2  (in de online leeromgeving)
▪ Cursus 6 Formuleren - §6 Trappen van vergelijkingen opdracht 1, 2 en 3

Slide 13 - Tekstslide

Volgende week, 27 april
Koningsdag
Je bent om 11:50 aanwezig op school. 

Je verkoopt spullen op de vrijmarkt of je helpt mee met de vrijmarkt:
◾ Lootjes verkopen
◾ Koffie/thee/drinken
◾ hotdogs verkopen
◾ Spelletjes begeleiden

Volgende les is op zaterdag 11 mei - dit is een les op school!

Slide 14 - Tekstslide