Voorwaardelijk tekstverband, p.24
Noteer van de volgende zinnen in je schrift de signaalwoorden die de voorwaarde aangeven en daarachter de voorwaarde.
1. De kat wordt vast ziek wanneer je hem ’s winters iedere nacht buiten laat.
2. Stel dat je dit jaar je eindexamen haalt, dan ga je zeker een fijne reis maken.
3. Mijn vriend kiest Frans in zijn vakkenpakket, als hij madam Maillot als docente krijgt.
4. Op voorwaarde dat jullie allemaal je mond houden, mogen jullie een kijkje
bij het pasgeboren kalfje nemen.