8.3 Geluidssterkte

Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
 kan ik uitleggen wat het verband is tussen de geluidssterkte en de amplitude van een trilling.
 kan ik uitleggen hoe de geluidssterkte afhangt van de afstand tot de geluidsbron
 kan ik beschrijven dat de gehoordrempel en de pijngrens afhangen van de frequentie.
 kan ik uitleggen wat het verschil is tussen de dB(A) en de dB-schaal.
 kan ik berekeningen maken met het verband tussen de geluidssterkte en het aantal geluidsbronnen.


Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 2 - Tekstslide

Hoog en laag geluid
In de vorige paragraaf hebben jullie gekeken naar hoog en laag geluid (het aantal trillingen per seconde = frequentie

In deze paragraaf gaan we kijken naar hard en zacht geluid. 


















Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 3 - Tekstslide

Virtuele oscilloscoop
Kopieer de volgende link: https://academo.org/demos/virtual-oscilloscope/
en voer de volgende opdrachten uit: 
1. Zeg eens zacht: aaaaa
2. Kijk wat je ziet
3. Zeg een hard: aaaaa
3. Wat zie je nu? 
4. Wat is het verschil?



















Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 4 - Tekstslide

Frequentie en amplitude
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Hieronder zie je een hoge en een lage toon. Het aantal trillingen (frequentie) verandert, maar de trillingen zijn onder en boven wel even hoog


Hieronder zie je drie tonen die steeds wat harder worden. Rood is het zachtst, blauw is het hardst. De golven zijn steeds hoger (amplitude), maar er zijn wel evenveel trillingen

Slide 5 - Tekstslide

De amplitude van een trilling
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Amplitude zegt iets over de geluidssterkte
Amplitude meet je in decibel (dB)


Geluidssterkte geeft aan 
hoe hard het geluid is

Slide 6 - Tekstslide

Decibelmeter
De geluidssterkte kun je 'meten' met een decibelmeter. 
Je meet dan het aantal decibel, afgekort dB


Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 7 - Tekstslide

Hoe hard is dat eigenlijk?
Op het plaatje hieronder kun je zien hoe hard een aantal soorten geluid zijn. Hierbij zijn er twee grenzen: De onderste grens is de gehoordrempel. Dat is het zachtste geluid wat je kunt horen. De bovenste grens is de pijngrens. Dan is het geluid zo hard dat het pijn doet aan je oren. 
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 8 - Tekstslide

In een tabel..
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Gehoordrempel
De geluidssterkte waarbij je het
geluid net begint te horen
Pijngrens
De geluidssterkte waarbij je
oren pijn beginnen te doen

Slide 9 - Tekstslide

Gehoor-schade

Geluiden vanaf 80 decibel kunnen leiden tot gehoorschade!
En later tot lawaaidoofheid

Lawaaidoofheid is een gehoorbeschadiging
waarbij je sommige tonen minder goed hoort


Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 10 - Tekstslide

perfect gehoor
Audio-gram

Slide 11 - Tekstslide

kan hoge tonen niet goed horen
kan lage tonen niet goed horen 
Audio-gram

Slide 12 - Tekstslide

Om gehoorschade te voorkomen kun je:

- de afstand tot de geluidsbron groter maken. 
- korter blootstellen.
- gehoorbeschermers opzetten of oordopjes in doen.
- de geluidsbron beter isoleren.
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 13 - Tekstslide

Rekenen met decibel
De regel is dat elke keer als het geluid twee keer zo hard wordt,
dat er 3 dB bij komt.

Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld 1. 
Ilse zit thuis te videobellen. Zij praat daarbij op een normaal geluidsniveau van 50 dB. Moeder klaagt dat ze dat ergens anders moet gaan doen, want als alle acht kinderen van het gezin dat doen wordt het veel te veel. 

1 persoon = 50 dB
8 personen = ....? dB
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld 1. 
Deze berekening is het makkelijkst als je dit zoals hierboven uitschrijft. 
Er zijn geen formules nodig. 


Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 16 - Tekstslide

Rekenen met decibellen
''Als het aantal geluidsbronnen twee keer zo groot wordt, neemt de geluidssterkte met 3 dB toe''

Wanneer er 1 violist speelt, is de geluidssterkte 70 dB.
Welke geluidssterkte wordt gemeten als er 32 violisten speelt?
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 17 - Tekstslide

Samenvatting:

Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 18 - Tekstslide

Geluidsoverlast
  • Geluidsoverlast / geluidshinder = als je last hebt van geluid van anderen
  • Hoeft niet altijd hard te zijn: denk aan een zoemende mug
  • Je kan ervan ziek worden

Slide 19 - Tekstslide

Geluidshinder

Slide 20 - Tekstslide

Gehoorbeschadiging voorkomen
Geluidsoverlast kun je op verschillende manieren kleiner maken:
  

  • De geluidsbron zélf zachter te laten klinken
  • De tussenstof veranderen
  • De ontvanger beschermen tegen het geluid


Slide 21 - Tekstslide

Maatregelen bij de bron

Slide 22 - Tekstslide

Maatregelen tussen bron en ontvanger

Slide 23 - Tekstslide

Maatregelen bij de ontvanger

Slide 24 - Tekstslide