Paragraaf 5.4, voortplanten

Hoofdstuk 5
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 5.4                       
Voortplanten

Slide 2 - Tekstslide

Les 1

Slide 3 - Tekstslide

Planning
* Huiswerk
* Geheugen opfrissen
* Leerdoelen
* Theorie
* Zelfstandig werken
* Afsluiting


Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk




LEZEN: Paragraaf 5.4
Maken 5.4: 1, 4, 6, 7, 11, 12, 13
Planning





Slide 5 - Tekstslide

Geheugen opfrissen

Slide 6 - Tekstslide

Zet in volgorde van klein naar groot:
Cel
Orgaanstelsel
Orgaan
Organisme
Weefsel

Slide 7 - Sleepvraag

Een plantencel heeft een celwand.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat voor cel is het?
A
Dierlijke cel
B
Plantencel

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Sleep de organen naar de goede plek
bloem
wortels
blad
stengel

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is het verschil tussen groei en ontwikkeling?

Slide 12 - Open vraag

Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 13 - Sleepvraag

Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 14 - Sleepvraag

Dit gebeurt in de bladgroenkorrels, in de cellen van bladeren en stengels van de plant.

Planten hebben daar koolstofdioxide en water voor nodig.

Hier heeft de plant licht voor nodig.

De plant maakt daar glucose  en zuurstof van. 

Fotosynthese

Slide 15 - Tekstslide

Waar in de plantencel vindt fotosynthese plaats?
A
In de vacuole van de cellen
B
In de bladgroenkorrels
C
In het cytoplasma
D
In de celkern

Slide 16 - Quizvraag

In een wortel kan fotosynthese plaatsvinden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Leerdoelen
18. Ik kan uitleggen wat de taak van de verschillende onderdelen van de bloem zijn. 
19. Ik kan uitleggen wat er gebeurt bij bestuiving.
20. Ik kan uitleggen dat er verschillende manieren zijn waarop een bloem bestoven wordt. 

Slide 18 - Tekstslide

Voorplanting

Slide 19 - Tekstslide

bestuiving
(vandaag)
bevruchting
(volgende les)

Slide 20 - Tekstslide

18. Ik kan uitleggen wat de taak van de verschillende onderdelen van de bloem zijn. 

Slide 21 - Tekstslide



Taken
Bloembodem
Kelkblad
Nectarkliertjes
Kroonblad
Meeldraad
Stamper
Hier zitten alle onderdelen van de bloem aan vast. 
Beschermen de bloem als deze nog in de knop zit. 

Maken nectar. Een zoete vloeistof die insecten lokt. 
Gekleurde bladeren waarmee insecten gelokt worden.
Mannelijk voortplantingsorgaan.
Vrouwelijk voortplantingsorgaan.

Slide 22 - Tekstslide

19. Ik kan uitleggen wat er gebeurt bij bestuiving.

Slide 23 - Tekstslide

Meeldraad
MANNELIJK
Stamper
VROUWELIJK

Slide 24 - Tekstslide

Bestuiving


Bestuiving is het overbrengen van stuifmeel (1) van de helmknop (2)  op de stempel (4) van een andere bloem

Stuifmeel bestaat uit stuifmeelkorrels




 


Slide 25 - Tekstslide

stuifmeelkorrel en eicel = VOORTPLANTINGSCELLEN

MOETEN VAN DEZELFDE SOORT ZIJN
stuifmeelkorrels
eicellen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

20. Ik kan uitleggen dat er verschillende manieren zijn waarop een bloem bestoven wordt. 

Slide 28 - Tekstslide

Hoe komen de stuifmeelkorrels van de ene plant op de stempel van de andere plant?

Slide 29 - Open vraag

insectenbloemen

windbloemen

Slide 30 - Tekstslide

Opvallende, gekleurde kroonbladeren
Geurende bloemen
Nectarkliertjes
Kleine groene bloemetjes zonder geur
Meeldraden steken ver uit de bloem. 
Stamper steekt ver uit de bloem. 


Slide 31 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Lezen paragraaf 5.4 
Maken 5.4: opdrachten in de planning
timer
15:00

Slide 32 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 33 - Tekstslide

Alleen een insectenbloem heeft nectarkliertjes. De nectarkliertjes zitten onderin de bloem. Leg uit waarom dit handig is.

Gebruik de volgende begrippen in je antwoord:
stempel, nectar, insect, stuifmeel, nectarkliertjes, bestuiving, helmknop

Slide 34 - Open vraag

bestuiving
bevruchting---->
Hoe komt de stuifmeelkorrel bij de eicel

Slide 35 - Tekstslide

Les 2

Slide 36 - Tekstslide

Paragraaf 5.4                       
Voortplanten

Slide 37 - Tekstslide

Planning
* Huiswerk
* Leerdoelen
* Theorie
* Zelfstandig werken



Slide 38 - Tekstslide

Huiswerk




LEREN: Paragraaf 5.4
Maken 5.4: 
Planning





Slide 39 - Tekstslide

Leerdoelen
21. Ik kan uitleggen wat er gebeurt bij bevruchting.
22. Ik kan verschillende manieren opnoemen waarop zaden verspreidt worden.

23. Ik kan het verschil tussen 1-jarige, 2-jarige en meerjarige planten uitleggen.

Slide 40 - Tekstslide

21. Ik kan uitleggen wat er gebeurt bij bevruchting.

Slide 41 - Tekstslide

Bestuiving


Bestuiving is het overbrengen van stuifmeel (1) van de helmknop (2)  op de stempel (4) van een andere bloem

Stuifmeel bestaat uit stuifmeelkorrels




 


Slide 42 - Tekstslide

Bestuiving
Hoe komt de stuifmeelkorrel (man) bij de eicel (vrouw)


Slide 43 - Tekstslide

bevruchting = 
celkernen smelten samen!

Slide 44 - Tekstslide

22. Ik kan verschillende manieren opnoemen waarop zaden verspreidt worden.

Slide 45 - Tekstslide

3 manieren

Slide 46 - Tekstslide

Levenscyclus

Slide 47 - Tekstslide

23. Ik kan het verschil tussen 1-jarige, 2-jarige en meerjarige planten uitleggen.

Slide 48 - Tekstslide

leven alle planten even lang?
eenjarig

tweejarig

meerjarig

houtachtig
Ontkiemen: in het voorjaar
Bloeien: in de zomer
Zaden vormen: in de herfst
Sterven: in de winter
Ontkiemen: 1e jaar
Bloeien: 2e jaar voorjaar/zomer 2e jaar
Zaden vormen:  herfst 2e jaar
Sterven: winter 2e jaar
Ontkiemen: Ieder voorjaar
Bloeien: Iedere zomer
Zaden vormen: Iedere herfst
Sterven: Alleen de delen boven de grond! In het voorjaar lopen ze weer uit. 
Ontkiemen: Ontkiemen in het voorjaar uit een zaad. 
Dan groeien ze een aantal jaren!!!
Bloeien: Ieder jaar in het voorjaar/zomer
Zaden vormen: iedere herfst
Sterven: Blijven doorgroeien en kunnen heel oud worden!

Slide 49 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Leren paragraaf 5.4 
Maken 5.4: opdrachten in de planning
timer
15:00

Slide 50 - Tekstslide