Hoofdstuk 1 (les 2)

Hoofdstuk 1 (les 2)
wat weten we nog? 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Stage 4Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3Leerroute 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 (les 2)
wat weten we nog? 

Slide 1 - Tekstslide

Hoe maak je een goede eerste indruk?

Slide 2 - Woordweb

Wat kun je vragen tijdens een kennismakingsgesprek.

Slide 3 - Woordweb

Hoofdstuk 1 (les 1) 
Dit leer je in dit hoofdstuk:

- Je kunt uitleggen waarmee je een goede eerste indruk maakt. 
- Je kunt een kennismakingsgesprek houden
- Je kunt een stappenplan maken voor wat je tijdens je stage wilt bereiken. 
- Je kunt uitleggen wat je praktijkopleider en praktijkbegeleider voor je doen. 

Slide 4 - Tekstslide

Waar moet je allemaal aan denken bij een voorbereiding voor een kennismakingsgesprek?

Slide 5 - Woordweb

Goede voorbereiding
  • zoek van te voren je kleding uit. 
  • Hoe laat moet je er zijn? (zorg dat je 10 minuten te vroeg bent)
  • Wat is het adres?
  • hoe lang duurt de reis?
  • Hoe laat moet je van huis weg? 
  • Met wie heb je de afspraak? 
  • Neem je lijstje met vragen mee. 

Slide 6 - Tekstslide

Welk complimentje heb jij op stage gekregen. Waar ben jij goed in?

Slide 7 - Open vraag

Wat vind jij nog lastig op stage.

Slide 8 - Open vraag

Praktijkopleider
In het bedrijf heb je een praktijkopleider. 
Hij maakt je wegwijs in het bedrijf. Hij helpt je, legt uit en geeft je opdrachten. Je kunt hem vragen stellen. Van hem kun je dus veel leren. 

Slide 9 - Tekstslide

Hoe heet jouw praktijkopleider?

Slide 10 - Open vraag

Praktijkbegeleider
Tijdens de stage komt er regelmatig iemand van je school op bezoek. 
Dit kan je stagebegeleider, stagecoördinator of mentor zijn. 
Of een andere medewerker van school. 
Dit is je praktijkbegeleider. 

Slide 11 - Tekstslide

Je praktijkopleider is je contactpersoon op stage. Aan je contactpersoon kun je dingen vragen of vertellen. 
Je praktijk begeleider is je contactpersoon op school als het over stage gaat. 
Wanneer je iets niet snapt vraag je het aan je praktijkbegeleider. 
Hij/ zij/ die bespreekt met jou en de praktijkopleider van het bedrijf hoe het gaat. 
Wat gaat goed en wat kan nog beter. 
Jullie praten over wat er de afgelopen periode is gebeurd. 
Welke competenties of vaardigheden beheers je al?
Aan welke moet je nog werken? Natuurlijk heb je hierover zelf ook iets te zeggen. 
Als je het ergens niet mee eens bent, zeg je dit op een nette manier. 

Slide 12 - Tekstslide

Stage
Je stage is er om te leren werken in een bedrijf. 
Je ontdekt wat je leuk vindt en waar je goed in bent. 
Je ontdekt ook wat je niet leuk vindt in het werk. 
En wat je nog wilt leren of verbeteren. 
Als je klaar bent met je stage en met school ga je misschien wel in het stagebedrijf werken. 

Slide 13 - Tekstslide

als ik klaar ben met deze stage dan wil ik goed zijn in
Met de heftruck werken
op tijd komen
lassen
oude mensen helpen
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

stappenplan 
1. aan welk doel wil je zelf graag werken? 
2. hoe kunnen de praktijkbegeleider en praktijkopleider jou daarbij helpen? 

Slide 15 - Tekstslide

Herhaling hoofdstuk 1

Slide 16 - Tekstslide

Hoe maakt je een goede eerste indruk

Slide 17 - Open vraag

Ik kan uitleggen hoe je een goede eerste indruk maakt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Wat is de eerste stap om je doel op stage te behalen?

Slide 19 - Open vraag

Ik kan een stappenplan maken voor wat ik tijdens stage wil bereiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Wat kunnen je praktijkopleider en praktijkbegeleider voor je doen?

Slide 21 - Open vraag

ik kan uitleggen wat mijn praktijkopleider en mijn praktijkbegeleider voor me kunnen doen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Waar moet je aan denken tijdens een kennismakingsgesprek

Slide 23 - Open vraag

Ik kan een kennismakingsgesprek houden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

een vaardigheid. Iets wat je kunt. 
Iemand van het stagebedrijf die als taak heeft jouw vragen te beantwoorden.
De rol of baan die iemand heeft in een bedrijf of op een school.
Een bepaalde tijd. Bijvoorbeeld de periode van 1 maand. 
De begeleider van school die je begeleidt tijdens je stage. 
de begeleider of opleider van het stagebedrijf die jou begeleidt tijdens je stage. 
Contactpersoon
periode
competentie
functie
Praktijkopleider
praktijkbegeleider

Slide 25 - Sleepvraag