22 01 2021 formuleren H3 en spelling H3 H4

TV 1 A
Welkom
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

TV 1 A
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag


  • Formuleren en Spelling
  • Zorg dat je het boek van Nw Ned erbij hebt







Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Je leert de meervouden van zelfst. naamwoorden te schrijven en tekstverbanden te gebruiken. 

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
  • Lees t/m hst. 10 in De dief met 1000 gezichten

  • Maak opdracht 1, 2 en 3 van grammatica zinsdelen Hst. 3 

Slide 4 - Tekstslide

Leerproces
  • Leesvaardigheid H3 en H4 afgesloten
  • Verder met grammatica, formuleren en spelling 
  • Daarna weer leesvaardigheid H5 en H6

Slide 5 - Tekstslide

https://www.google.com/url?sa=i&url=https%3A%2F%2Fwww.bibliotheek.nl%2Fcatalogus%2Ftitel.269513825.html%2Fde-dief-met-duizend-gezichten%2F&psig=AOvVaw2YV49_rVUlA1yIGWXgLKSt&ust=1609595935993000&source=images&cd=vfe&ved=0CAIQjRxqFwoTCJDq2qHy-u0CFQAAAAAdAAAAABAE

Slide 6 - Tekstslide

De dierenarts opereert de hond.

wie opereert? onderwerp
wie ondergaat de handeling? lijd. voorwerp

Slide 7 - Tekstslide

Die perfecte taart heb ik gisteren gemaakt.
Wat is het lijd. vw?
A
Die perfecte taart
B
ik
C
gisteren

Slide 8 - Quizvraag

Die perfecte taart heb ik gisteren gemaakt.

Schrijf in de chat het lijd. vw. op

Slide 9 - Tekstslide

Elke dag geeft Harry zijn uil Hedwig een bakje verse muizen. .

Schrijf in de chat het lijd. vw. op

Slide 10 - Tekstslide

Zoek het lijd. vw:
Elke dag geeft Harry zijn uil Hedwig een bakje verse muizen.

A
Elke dag
B
zijn uil Hedwig
C
een bakje verse muizen

Slide 11 - Quizvraag

Tekstverbanden
pag. 92 van je boek

Slide 12 - Tekstslide

Verband en signaalwoord
  1.  chronologisch, opsommend, tegenstellend, toelichtend
  2. oorzaak-gevolg: daardoor, doordat, als gevolg van
  3. reden: omdat, want, namelijk,...
  4. conclusie/samenvatting: kortom, al met al, dus,..
  5. voorwaarde: als...dan, indien, tenzij, wanneer

Slide 13 - Tekstslide

Zoek het verband en het signaalwoord
  1.  Ik ga naar de bakker. Daarna fiets ik naar de slager. 
  2. Het regent hard. Daardoor ben ik doorweekt.
  3. Harry en zijn vrienden hebben de wedstrijd gewonnen omdat ze hard getraind hebben. 

Slide 14 - Tekstslide

Maak nu opdr. 1 op pag. 92 en 
op papier

over 5 minuten bespreken

Slide 15 - Tekstslide

Meervouden

Slide 16 - Tekstslide

 welke verschillen? 
  • bezem -> bezems
  • race -> races
  • café -> cafés

  • accu -> accu's
  • kiwi -> kiwi's
  • lolly -> lolly's

Slide 17 - Tekstslide

 welke verschillen? 

  • schijf -> schijven


  • muis -> muizen




  • fotograaf -> fotografen


  • kaars -> kaarsen

Slide 18 - Tekstslide

 welke verschillen? 

  • theorie -> theorieën
  • idee -> ideeën


  • olie -> oliën
  • bacterie -> bacteriën

Slide 19 - Tekstslide

Meervoudsregels -en
  • -en erachter, maar soms...
  • ...laatste letter verdubbelen bij korte klank 
  • ...klinker weglaten bij lange klank
  • ...f => v en s => z
  • na -ee komt er -ën achter
  • na -ie met klemtoon: -ën erachter
  • na -ie zonder klemtoon: -n erachter 

Slide 20 - Tekstslide

Meervoudsregels -s
  • -s achter het enkelvoud: bezems
  • -'s achter woorden die eindigen op -a, -o, -i, -u of -y: pyjama's, baby's
  • -'s achter afkortingen: pc's, WK's
  • meerdere klinkers die één klank vormen? -s eraan vast: gameboys, milieus

Slide 21 - Tekstslide

Maak nu opdr. 1 op pag. 94
op papier

over 5 minuten bespreken

Slide 22 - Tekstslide

Verder werken
  1. Dief met 1000 gezichten: t/m hst. 11 lezen
  2. Opdrachten maken in Nw Ned online: Hst 3, formuleren, opdr.  3 en Hst 3 spelling opdracht 1, 2, 3 en 5

Slide 23 - Tekstslide

Wat heb je (beter) geleerd vandaag?

Slide 24 - Open vraag