allerlaatste les voor SET B / PWW (ook bespreken PW 3 + 6)
In de proefwerkweek
SET B=
geheel thema 2
geheel thema 6
van thema 4: 4.2 + 4.6
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
In de proefwerkweek
SET B=
geheel thema 2
geheel thema 6
van thema 4: 4.2 + 4.6
Slide 1 - Tekstslide
Planning laatste lessen
proefwerk thema 3 + 6 bespreken
Voor wie wil thema 2 herhalen
zelf leren voor toetsweek
Slide 2 - Tekstslide
toets thema 3 + 6 bespreken
alléén markeerstift op tafel!
Slide 3 - Tekstslide
Herhalen thema 2:
Veel stampwerk wat je kunt leren!
Slide 4 - Tekstslide
Voortplantingsorgaan man
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Voortplanting vrouw
Menstruatiecyclus
De menstruatiecyclus is bedoeld om een vrouw zwanger te kunnen laten worden.
De menstruatiecyclus duurt ongeveer 28 dagen.
Er zijn maar weinig vrouwen die precies elke 4 weken ongesteld worden. Vaak is de cyclus onregelmatig, vooral de eerste jaren.
Slide 7 - Tekstslide
Menstruatiecyclus
Slide 8 - Tekstslide
Ontwikkeling van een follikel in een eierstok
Slide 9 - Tekstslide
Menstruatiecyclus met follikelrijping
(als er geen bevruchting plaatsvindt)
Slide 10 - Tekstslide
Verband tussen processen als er bevruchting plaatsvindt;
gele lichaam blijft in stand en blijft hormonen produceren om het baarmoederslijmvlies dik en goed doorbloed te houden.
Slide 11 - Tekstslide
Als 1 kop van een zaadcel binnen is, wordt het celmembraan van de eicel ondoordringbaar.
Kernen versmelten = bevruchting
Daarna deelt bevruchte eicel zich aantal keren.
Klompje cellen is gevuld met vocht.
Slide 12 - Tekstslide
Deze zaadcel bevat 23 chromosomen. Bij welke deling is deze zaadcel ontstaan?
A
Mitose
B
Meiose
C
Reductiedeling
D
Gewone celdeling
Slide 13 - Quizvraag
bevat geen reservevoedsel
Krijgen energie uit het vocht van de
zaadblaasje en de prostaat
veel reservevoedsel,
dat is nodig voor de eerste ontwikkeling van de bevruchte eicel
Slide 14 - Tekstslide
Bevalling
De geboorte gaat in vijf stappen:
indaling
ontsluiting
breken van de vruchtvliezen
uitdrijving
nageboorte
Slide 15 - Tekstslide
indaling
Begint een paar weken voor de bevalling.
Hierbij zakt het hoofdje van de foetus naar beneden.
Slide 16 - Tekstslide
De ontsluiting &
breken van de vruchtvliezen
De bevalling begint vaak met weeën. Hierbij trekken spieren in de baarmoederwand steeds vaker en krachtiger samen.
Tijdens de weeën worden de baarmoederhals en baarmoedermond wijder, dit heet ontsluiting.
Hierbij breken meestal de vruchtvliezen, waardoor het vruchtwater voor een deel naar buiten komt.
Slide 17 - Tekstslide
Volledige ontsluiting
De opening die bij de ontsluiting ontstaat, moet groot genoeg zijn voor het hoofdje van de foetus. Bij volledige ontsluiting is de diameter van de opening 10 centimeter.
Slide 18 - Tekstslide
De uitdrijving
Na volledige ontsluiting vindt de uitdrijving plaats. De weeën worden dat steeds krachtiger en de spieren in de buikwand gaan ook samentrekken. Met deze persweeën wordt de baby naar buiten geperst.
Slide 19 - Tekstslide
Nageboorte;
placenta, deel van vruchtvliezen en deel van navelstreng
Slide 20 - Tekstslide
Nageboorte
Direct na de bevalling begint de baby meestal te huilen.
Dat is een goed teken; de baby haalt adem.
Na een tijdje wordt de navelstreng afgeklemd en doorgeknipt.
Het stukje van de navelstreng van de baby droogt uit en valt na ongeveer een week af.
Hierbij ontstaat bij het kind een litteken; de navel.
Slide 21 - Tekstslide
Welke van de besproken voorbehoedsmiddelen bescherm ook tegen Soa's?
Ja
Nee
De Pil
Pessarium
Condoom
NuvaRing
Sterilisatie
Spiraaltje
Prikpil
Slide 22 - Sleepvraag
Virale SOA
Bacteriële soa
Chlamydia
Hiv
herpes genitalis
Hepatitis B
Gonorroe
Syfilis
Slide 23 - Sleepvraag
SOA's die bestreden kunnen worden met antibiotica
Chlamydia
Herpes genitalis
Gonorroe
Hepatitis B
HIV (AIDS)
Syfilis
Slide 24 - Sleepvraag
Onbetrouwbare Methoden;
Periodieke onthouding;
Hierbij hebben de man en de vrouw geen geslachtsgemeenschap ronde de vruchtbare periode.
Deze methode is onbetrouwbaar,
omdat je nooit precies kunt bepalen
wanneer de ovulatie plaatsvindt.
Slide 25 - Tekstslide
Onbetrouwbare Methoden;
coïtus interruptus
Hierbij trekt de man zijn penis terug uit de vagina als hij zijn organisme voelt aankomen. De zaadlozing vindt dan buiten de vagina plaats.
Deze methode is onbetrouwbaar,
omdat in voorvocht ook al
zaadcellen kunnen zitten.
Slide 26 - Tekstslide
Betrouwbare methoden
Er zijn voorbehoedsmiddelen met en zonder hormonen.
De hormonen zorgen ervoor dat er geen eicel gaat rijpen en vrijkomt.
Ook zorgen ze ervoor dat het slijm in de baarmoederhals moeilijker doorlaatbaar is voor zaadcellen.
Verder zorgen hormonen ervoor dat het baarmoederslijmvlies niet wordt opgebouwd, waardoor er geen innesteling mogelijk is.
Slide 27 - Tekstslide
Betrouwbare Methoden
Condooms, koperspiraaltje, pessarium, sterilisatie, anticonceptiepil, hormoonpleister, hormoonstaafje, hormoonspiraaltje, Nuvaring en prikpil zijn betrouwbare methoden van anticonceptie.
Slide 28 - Tekstslide
Welke SOA's
Chlamydia, gonorroe, hepatitis B, herpes genitalis, HIV/aids, HPV en genitale wratten en syfilis zijn veelvoorkomende SOA's.
Chlamydia komt in Nederland het meest voor.
Chlamydia en gonorroe kunnen tot onvruchtbaarheid leiden.
HIV/aids en syfilis kunnen tot de dood leiden.
Slide 29 - Tekstslide
Seksueel Gedrag
Onder seksueel gedrag vallen alle vormen van seksueel contact, alleen of met een partner.
Voorbeelden van seksueel gedrag met een partner zijn knuffelen, zoenen en geslachtsgemeenschap.
Slide 30 - Tekstslide
Intimiteit
Mensen hebben verschillende redenen om met iemand te vrijen.
In een relatie hebben mensen vaak seks, omdat ze het fijn vinden en graag intimiteit willen.
Tijdens het hebben van seks komen er hormonen
vrij in je lichaam die zorgen voor een ontspannen
en fijn gevoel.
Slide 31 - Tekstslide
Voortplanting
Voortplanting is het proces waarbij nieuwe individuen van dezelfde soort worden geproduceerd;
oftewel; een reden als je graag een kind samen wilt.
Slide 32 - Tekstslide
Lustbeleving
Seksualiteit geeft mensen ook plezier, het windt mensen op.
Je spreek dan van lustbeleving.
Slide 33 - Tekstslide
Genetisch advies
Een erfelijkheidsonderzoeker onderzoekt de chromosomen van iemand.
Daaraan kan hij zien of deze persoon in het DNA de informatie heeft voor een erfelijke ziekte.
Sommige mensen zijn zelf niet ziek, maar kunnen wel een ziekte doorgeven. ----------------------->>
Slide 34 - Tekstslide
Prenataal onderzoek
Hiermee kun je al voor de geboorte van een kind ziekten en/of afwijkingen vinden. Prenataal betekent voor de geboorte. Dus een onderzoek voordat het kind is geboren.
Prenataal onderzoek kan gebeuren met behulp van;
Echoscopie
NIPT
Vlokkentest
Vruchtwaterpunctie
Slide 35 - Tekstslide
Bij een echoscopie controleert een arts of echografist de groei en de ligging van het ongeboren kind met behulp van een echoscoop.
Slide 36 - Tekstslide
NIPT
NIPT (Niet-Invasieve Prenatale Test) is een bloedtest die het risico op bepaalde genetische aandoeningen bij de foetus kan beoordelen.
Er wordt bloed van de moeder afgenomen.
In het bloed van de moeder zit een beetje DNA van de placenta.
Een groot deel van dit DNA is afkomstig van de moeder, een klein deel van de baby.
Het DNA van de baby wordt onderzocht op chromosoomafwijkingen.
Slide 37 - Tekstslide
allerlaatste les voor SET B / PWW (ook bespreken PW 3 + 6)