Toetsbespreking H4 T3 2020-2021

toetsbespreking
H4 T3 2023-2024
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

toetsbespreking
H4 T3 2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

vraag 1 max 2p
De juiste volgorde is:
 4-3-5-1-2-6

Slide 2 - Tekstslide

vraag 2 max 4p
KA= Het veranderende mens- wereldbeeld van de renaissane en het begin van een nieuwe wetenschappelijke revolutie, dit KA past hier bij omdat in de renaissance hielden mensen zich bezig met de wetenschap, de werken van de filosoof Plato werden vertaald. En er kwam een academie om dat ze zich bezig hielden met de wetenschap
KA=  De hernieuwde oriëntatie op hetcerfgoed van de klassieke oudheid. Ze gingen het werk van de Griekse Filosoof gingen vertalen.


Slide 3 - Tekstslide

vraag 3 max 2p
Verspucci schreef bewust weinig informatie op over de routes aan de brieven naar de koning, omdat hij niet wilde dat deze informatie ( die toen die tijd heel waardevol was) niet in de verkeerde handen terecht kwam. Verspucci had dus een vaarroute naar Amerika gevonden, maar tijdens de vaarroutes waren er veel piraten die schepen kaapte en daarmee zou ook zijn belangrijke informatie in de verkeerde handen terecht komen.


Slide 4 - Tekstslide

vraag 4    max 2p
De leiders van Delft waren aanhangers van de reformatie, dat kan je lezen in de bron. Want ze zeggen ''Bovendien wordt ... uit te stallen'', ze zeggen dus dat het verboden is om etenswaren met afbeeldingen te verkopen van Sint-Nicolaas. Dat komt omdat Sint-Nicolaas een katholieke Bisschop was, en op etenswaren hem af te beelden en verkopen was heilgeverering, wat tegen de reformatie inging. Want volgens de reformatie was heiligeverering verboden en mocht je bijbelse figuren en kerkse leiders niet afbeelden, dat stond in de bijbel. Ook staat in de bron '' Daar worden... hen geeft'', dat kinderen cadeaus krijgen van Sint-Nicolaas hoort ook bij heiligeverering. Heiligeverering vonden ze niet kunnen omdat mensen dan niet God vereerde, wat ook in de bron staat ''Dat is... ware Godsdienst''.

Slide 5 - Tekstslide

vraag 5  max 4p
Uit de prent kan je zien dat de opstand een militair en Religieus conflict was omdat je op de achtergrond van de prent een stad in brand ziet, dit kan gezien worden als waarschuwing van wat alva kan doen als de opstand zo verder gaat. 

Ook kan je zien dat er verschillende slechte dingen uit de bijbel getoond worden. Zoals hebzucht en Eerzucht terwijl juist het vertrouwen in god de provincies bij elkaar probeert te houden. Dit is wat Filips wou dat de republiek ging doen, weer geloven in god op de katholieke manier.


Slide 6 - Tekstslide

vraag 6.  max 2p
In de bron zegt Aysma:'' Als de macht niet word overgedragen, of wanneer het burgelijk gezag niet wordt gecombineerd met militaire bevelvoering, zie ik nauwelijks hoop op een goede afloop''. 
In de bron geeft ze ook aan dat ze vind dat een land bestuurd hoort te worden door 1 uitvoerende macht: ''Het romeinse volk wist dit ook en gaf de macht aan een dictator''.  Hier zie je dat haar visie die ze toen had niet werd uitgevoerd. Want Nederland werd een Repbupliek met de soevereiniteit niet bij 1 machtig persoon maar verdeeld over verschillende gewesten.

Slide 7 - Tekstslide

vraag 7  max. 2p
De moedernegotie (handel met het Oostzeegebied) was een basis met de succesvolle handel van de VOC. Dit kwam doordat Nederland belangrijke producten als graan en hout uit het Oostzeegebied haalden. 
Hierdoor konden ze andere producten gaan produceren die nodig waren voor de scheepsvaart waardoor de VOC zich kon toeleggen op het handelen met Azië wat uiteindelijk bijdroeg aan de welvaart in de Gouden eeuw.


Slide 8 - Tekstslide

vraag 8 max  3p

In het begin lees je dat Lodewijk, bij de gratie van God koning van Frankrijk is. Hiermee bedoeld hij dat hij door God en het Goddelijk recht koning is van Frankrijk. Verder in de tekst staat: 'met onze zekere kennis, volledige macht en koninklijk gezag,'

Verder past de herroeping van het Edict van Nantes goed bij Lodewijk zijn beleid, hij is een absolute vorst en bepaald alles in het land, waaronder de religie. Lodewijk is katholiek en is zwaar tegen het protestantisme, dus was het logisch voor hem dat hij het Edict van Nantes nietig heeft verklaard.


Slide 9 - Tekstslide

vraag 9. max. 2p
de burgelijke cultuur van nederland kun je terug zien aan de politiek en kunst in deze mate, de politiek werd bestuurd door meerdere mensen, dit past goed bij een burgercultuur, het was dus geen centralisatiepolitiek. vooral de regenten die rijk waren geworden met handel hadden het er voor het zeggen. In de kunst kun je zien dat de Nederlanden een burgercultuur was omdat er vooral alle dagelijke dingen werden geschilderd, zoals bijvoorbeeld een wegvarend schip, dit was van alle dagen en paste dus bij een burgercultuur.

Slide 10 - Tekstslide

vraag 10  max 4p
Ten eerste hebben we het kenmerkend aspect: "Het ontstaan van wereldwijde handelscontracten, handelskapitalisme en het begin van een wereld economie." Dit kern concept past WEL bij de tekst. Misschien zou je eerst denken van niet, want er wordt nergens in de tekst iets genoemd over handel of economie. Maar boven de tekst staat dat de gene die dit stukje tekst heeft geschreven een Koopman was. Daaruit kan je wel bedenken dat hij niet naar siberië wou om ijsberen te bekijken, maar om handel te voeren. Daarom past dit kenmerkend aspect wel bij de tekst. Dit kenmerkend aspect kan dus gebruikt worden voor verandering ten opzichte van voor de Renaissance. Omdat voor de renaissance ze niet aan overzeese handel deden.

Slide 11 - Tekstslide

vraag 10  max 4p
Het tweede kenmerkend aspect is het kenmerkend aspect: "De wetenschappelijke revolutie". Dit kenmerkend aspect past NIET bij het stukje tekst: In de laatste zin van dit stukje tekst wordt benoemd dat er nergens in de bijbel staat dat er voor Zondvloed al schepen of schuiten waren. Tijdens de wetenschappelijke revolutie begonnen mensen hun kennis te halen door Zintuigen of logisch nadenken. Er wordt in dit stukje tekst nog steeds van uit gegaan dat wat er in de bijbel staat klopt. Daarom past deze tekst niet bij de wetenschappelijke revolutie. Dit kenmerkend aspect is wel een goed voorbeeld van Continuïteit ten opzichte van voor de renaissance. Tijdens de middeleeuwen was de bijbel het centrum van leven. Al hun kennis kwam uit de bijbel, in dit stukje tekst wordt de kennis over schepen gehaald uit de bijbel. Daarom is het continuïteit.

Slide 12 - Tekstslide

vraag 11  max 2p
A=4
B=3
C=2
D=1

Slide 13 - Tekstslide

vraag 12.  max 2p
bij deze bron past het kenmerkend aspect: voortbestaan van het ancien regime met pogingen om het vorstelijke bestuur op eigentijdese verlichte wijze vorm te geven ( verlicht absolutisme). Omdat in de bron word gezegd: ' ik heb in Pruisen lijfeigenschap afgeschaft en barbaarse wetten veranderd, redelijke wetten uitgevaardigd'. In de tekst verteld Vrederik de grote wat voor goede dingen hij allemaal gedaan heeft voor het volk, dit past bij het verlicht absolutimse waarin leiders dingen doen voor het volk.

Slide 14 - Tekstslide

vraag 13. max 3p
1. Barras was 1 van de 5 directeuren van de franse regering. Dit doelt op de 3e fase van de Franse Revolutie; het Directoire. Het Directoire was het bestuur van Frankrijk nadat Robespierre onthoofd werd.
2. In samenwerking met Joseph Fouché laat hij Robespierre arresteren. Dit doelt op de 2e fase van de Franse Revolutie; De Terreur. De Terreur was onderleiding van Robespierre en het hield in dat er duizenden mensen heeft laten onthoofden.
3. Barras raaakt per ongeluk bertrokken bij de bestorming van de Bastille. Dit doelt op de 1e fase van de Franse Revolutie; de bestorming van de Bastille. Dit was het directe begin van de Franse Revolutie.

Slide 15 - Tekstslide

vraag 14 max 4p
De abolitionisten willen met deze afbeelding een boodschap overdragen, ze willen laten zien dat de slavenschepen niet menselijk zijn en dat slavernij moet worden afgeschaft. Het succes avn de afbeelding kan makkelijk verklaard worden met een ontwikkeling van het denken in de achttiende eeuw. In de achttiende eeuw vonden mensen dat mensen wan naturen vrij ware en mensenechten hadden. Hierdoor vonden het afsuwlijk dat de slaven, die tenslote ook mens zijn, zo slecht behandeld werden wen niet vrij waren.

Slide 16 - Tekstslide

vraag 15. max 2p
3,1,6,2,5,4

Slide 17 - Tekstslide