Grammatica havo 3 - Samengestelde zinnen

Samengestelde zinnen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Samengestelde zinnen

Slide 1 - Tekstslide

Leg uit wat het verschil is tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen.

Slide 2 - Open vraag

Enkelvoudig of samengesteld?
Hij zei dat hij meer dan drie uur getennist had.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 3 - Quizvraag

Enkelvoudig of samengesteld?
Door de brand heeft de doe-het-zelfzaak op de begane grond veel schade opgelopen.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 4 - Quizvraag

Enkelvoudig of samengesteld?
In de meivakantie ga ik heel hard leren voor de toetsweek, omdat ik dit schooljaar niet wil overdoen.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 5 - Quizvraag

Zijn de voegwoorden nevenschikkend of onderschikkend? Gebruik eventueel blz. 66 in je boek.
Nevenschikkende voegwoorden
Onderschikkende voegwoorden
en
terwijl
maar
doordat
dus
als
toen
want
daarom
omdat

Slide 6 - Sleepvraag

Nevenschikking

Een nevenschikkend voegwoord verbindt twee hoofdzinnen met elkaar.

Hoofdzinnen: kun je los van elkaar opschrijven

NVW: en, maar, want, dus, of (uit je hoofd leren!)


De jongen heeft een fiets gekocht, want hij moet nu elke dag naar school fietsen.

Eerste deel: De jongen heeft een fiets gekocht

Tweede deel: want hij moet nu elke dag naar school fietsen



Slide 7 - Tekstslide

Onderschikking
Een onderschikkend voegwoord verbindt een hoofdzin met een bijzin. Bijzinnen kun je niet los opschrijven.
OVW: of, dat, omdat, doordat, toen, terwijl, als, etc. (zijn er heel veel..)

De mentor wil Anja spreken, omdat hij haar een belangrijke boodschap moet vertellen.
Eerste deel: De mentor wil Anja spreken
Tweede deel: omdat hij haar een belangrijke boodschap moet vertellen

Slide 8 - Tekstslide

Vandaag neem ik de bus, want het regent.
A
nevenschikking
B
onderschikking

Slide 9 - Quizvraag

Zodra ze aan de overkant zijn aangekomen, gaat ieder weer zijn eigen weg.
A
nevenschikking
B
onderschikking

Slide 10 - Quizvraag

Wil je me laten weten of je alles begrepen hebt?
A
nevenschikking
B
onderschikking

Slide 11 - Quizvraag